13 maart 2006
De strijd om Arbozorg is begonnen
Breda: De plicht voor ondernemers om aangesloten te zijn bij een arbodienst is vervallen en het percentage dat is aangesloten bij een externe arbodienst is daarmee gedaald naar 93%. De daling (4%) is overigens tot op heden wel lager dan verwacht (11%), maar na afloop van het huidige contract gaat ongeveer één derde nog kiezen voor een maatwerkregeling. Dit blijkt uit de Arbodiensten- en Reïntegratiemarkt Monitor van marktonderzoekbureau Heliview. Het grootschalige onderzoek onder 700 bedrijven en instellingen wordt jaarlijks herhaald en brengt het ziekteverzuimbeleid en de inschakeling van arbodiensten en reïntegratiedienstverleners in kaart.
Ondernemers mogen nu zelf de arbotaken uitvoeren, maar moeten daarbij één of meer (eigen) medewerkers als preventiemedewerker aanwijzen. Circa 72% van de bedrijven heeft dit inmiddels geregeld. Daarbij maakt het geen verschil of de onderneming aangesloten is bij een arbodienst.
Vrijwel alle arbodiensten zagen als gevolg van de liberalisering hun marktaandeel teruglopen, maar met name de arbodiensten die sterk vertegenwoordigd zijn in de bovenkant van de markt ondervinden een negatief effect van de wetswijziging. Na afloop van het huidige contract gaat ongeveer 34% kiezen voor een maatwerkregeling. Hierbij gaat circa 48% de ondersteuning van een arbodienst inkopen. In het totaal zal dus circa 16% van alle vestigingen de arbodienst binnenkort de rug toekeren. Zij gaan de arbodienstverlening met name zelf regelen of inkopen bij een veiligheidsdeskundige, een zelfstandige bedrijfsarts of bij een verzekeraar. De belangrijkste redenen hiervoor zijn dat de dienstverlening zoals zij die wensen niet wordt aangeboden door een arbodienst (30%) of men de arbodienst te duur vindt (12%).
Overigens blijkt uit het onderzoek wel dat de algemene waardering voor de arbodiensten het afgelopen jaar verder is gestegen van een 6,9 naar een 7,0. Met name de bedrijfsarts wordt positiever beoordeeld dit jaar en vormt tevens de belangrijkste reden voor een klant om wel of niet tevreden te zijn over haar arbodienst. Daarnaast zijn de klachtenafhandeling, de pro-activiteit en het meedenken met de organisatie belangrijke aandachtspunten. Arbounie en Commit behalen met een gemiddelde van 7,1 de hoogste score, gevolgd door ArboNed (7,0).
Naast de reguliere arbodiensten worden de verzekeraars (23%) het meest ingeschakeld voor arbotaken, gevolgd door reïntegratiebedrijven (11%) en brancheorganisaties( 9%). Door de grote (verwachte) opkomst van éénmansbedrijfjes en andere dienstverleners op de arbo- en reïntegratiemarkt, is het voor de afnemers van belang dat een dienstverlener een certificaat of een keurmerk bezit. Maar liefst de helft van de bedrijven vindt het belangrijk dat een arbodienst zowel een keurmerk als een certificaat bezit.
Circa 70% van alle bedrijven is aangesloten bij een branchevereniging. Met name bedrijven in de bouw en de horeca. Slechts eenderde van deze vestigingen heeft behoefte aan specifieke dienstverlening van de brancheorganisatie op het gebied van arbozorg, reïntegratie en verzekeringen (20% van alle vestigingen). Bij ruim de helft van de bedrijven is er een mantelovereenkomst afgesloten tussen de brancheorganisatie en een arbodienst. Driekwart van deze bedrijven maakt hier ook daadwerkelijk gebruik van. De aanwezigheid van een arboconvenant komt minder vaak voor, namelijk bij 35% van alle vestigingen. Indien vestigingen zich laten adviseren op het gebied van wet- en regelgeving aangaande verzuim, reïntegratie en verzekeringen dan vraagt circa een vijfde advies aan de brancheorganisatie, maar de meerderheid (37%) vraagt de accountant om advies.
Voor meer informatie over de Arbeidsmarktmonitor en andere HRM-onderzoeken kunt u contact met drs. Katinka Deckers of drs. Brenda Wijnbelt, tel.: 076-548 40 00. Bekijk ook eens onze website: