Ministerie van Algemene Zaken


1red16574
10-3-2006, NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 2, 18.40 uur

MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD,

OVER DE UITSLAG VAN DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN

SCHILHAM:
U hebt vandaag teruggekeken op de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen. Wat is er mis gegaan volgens het kabinet?


BALKENENDE:
Het is natuurlijk een teleurstellende uitslag. We hadden het ook liever anders gezien. Het besef is wel bij het kabinet aanwezig dat we van de bevolking, van de mensen, veel hebben gevraagd de afgelopen jaren. Niet altijd de gemakkelijkste maatregelen. De verandering van het zorgstelsel. Of vorig jaar ook wel dat iedereen in de min ging wat betreft de inkomensontwikkeling. En dat in een tijd van de nodige onzekerheid. Dat beseffen we ons.

SCHILHAM:
Er is eigenlijk niet iets speciaal misgegaan, maar het zijn gewoon de omstandigheden geweest?


BALKENENDE:
Het is niet zo dat het in elke gemeente hetzelfde is. En het is ook niet voor elke politieke partij hetzelfde. Je moet oppassen om nu één op één een vertaling te maken van kabinetsbeleid en het resultaat. Maar natuurlijk is het zo dat wat er in Den Haag gebeurt, relevant is voor mensen. Daar mogen we niet aan voorbij gaan. Tegelijkertijd hebben we vandaag ook tegen elkaar gezegd: wat staat er nu de komende tijd te doen? En ik heb gelukkig wel gezien dat de leden van de ministerraad zeer gemotiveerd zijn om het werk dat moet worden gedaan, om dat op een goede manier af te ronden, omdat die agenda ook zo belangrijk is.

SCHILHAM:
Moest u dat vaststellen? De ministers waren gemotiveerd. Is dat iets wat u zich van tevoren afvroeg?


BALKENENDE:
U kunt zich voorstellen dat wanneer er een dergelijk resultaat is, dat er dan mogelijk een sfeer van neerslachtigheid heerst, of van demotivatie. En wat ik heb gemerkt vandaag in de ministerraad, dat is een stel enthousiaste bewindslieden die ervan overtuigd zijn dat het werk moet worden gedaan, want dat is de reden dat de werkgelegenheid beter is. We hebben een heleboel discussie over koopkracht gehad de afgelopen tijd. En dat begrijp ik ook best. Maar de beste garantie voor koopkracht is dat er banen komen, dat de werkloosheid wordt teruggedrongen. Daar zijn we druk mee bezig.

SCHILHAM:
En u denkt dat u dat de komende veertien maanden wel goed aan de kiezer kunt uitleggen, zoals dat de afgelopen weken blijkbaar niet is gelukt?


BALKENENDE:
Het probleem van de afgelopen tijd is geweest: men moest een kabinet vaak op het woord geloven. Ik denk dat volgend jaar mei er een andere situatie is, want dan kunnen we de nodige resultaten laten zien. En dan kunnen we worden beoordeeld op daden. Want we waren nog steeds bezig met allerlei veranderingen door te voeren. Het is een lastige tijd geweest. Het echte oordeel voor de Tweede-Kamerverkiezingen, dat komt dan volgend jaar in mei.

SCHILHAM:
Maar weet u wel zeker dat die resultaten op tijd zichtbaar zullen zijn? Het is wel een beetje riskant dat u helemaal erop rekent dat in veertien maanden het beeld totaal anders zal zijn voor de kiezer.


BALKENENDE:
Laten we eens teruggaan naar 2002 en 2003 en dat in relatie tot deze gemeenteraadsverkiezingen. Het merkwaardige is dat in deze raadsverkiezingen niet is gesproken over het thema van de wachtlijsten in de zorg. Het thema veiligheid is ook vaak niet aan de orde gesteld.

SCHILHAM:
Dat had u misschien zelf moeten doen.


BALKENENDE:
Dat komt mede omdat we door het beleid op deze terreinen resultaten hebben geboekt. U weet dat er een aantal jaren geleden problemen waren met vacatures in het onderwijs. Dat er geen mensen voor de klas waren. Ook dat is behoorlijk teruggedrongen. Kortom, we hebben de nodige resultaten geboekt. Alleen, dan is het gerealiseerd en dan is het geen punt van discussie meer.

SCHILHAM:
Hebt u dan niet te weinig nadruk op de resultaten tot nu toe gelegd, als u terugkijkt?


BALKENENDE:
Het kan natuurlijk altijd beter, daar loop ik ook niet voor weg. Maar voor een deel zijn we dus druk bezig om de voornemens te realiseren, en daar gaan we ook de komende tijd mee door omdat het ook zo nodig is. We zitten in een fase dat er veel van een kabinet wordt gevraagd, en ook van mensen, maar we hebben wel Nederland door een moeilijke periode heen geloosd. Het echte oordeel gaat volgend jaar komen.

SCHILHAM:
Als ik u beluister, zegt u: het zal vanzelf goed komen. We gaan niet iets helemaal anders doen. We gaan het niet beter uitleggen aan mensen of we gaan niet de maatregelen nog wat aanpassen.


BALKENENDE:
Het zou te gemakkelijk zijn om te zeggen dat het vanzelf goed zal komen. Dat is niet zo. Ik heb alleen wel willen aangeven dat het echte oordeel volgend jaar komt. En er valt nog veel te doen de komende tijd. Bijvoorbeeld, je merkt dat er grote irritatie is in Nederland over het aantal regels. Vraag maar eens aan mensen uit het onderwijs of in een ziekenhuis. We zijn druk bezig om te zorgen het aantal regels wordt teruggedrongen. Dat er minder bureaucratie is. Mensen willen juist meer vrijheid hebben. Praat maar eens met ondernemers. Daar zijn we druk mee bezig.

SCHILHAM:
Maar denkt u dat dat de reden is dat de kiezers de regeringspartijen hebben afgestraft afgelopen dinsdag?


BALKENENDE:
Ik denk dat het een combinatie is van verschillende factoren. De moeilijke maatregelen die je hebt moeten nemen als kabinet en ook de offers die zijn gevraagd, die zijn naar voren gekomen. Tegelijkertijd moet je ook eerlijk zijn tegen elkaar, want ik hoor vragen op het ogenblik: moet de koers niet worden veranderd, moet het roer niet om?

SCHILHAM:
Dat gaat u niet doen?


BALKENENDE:
Neem bijvoorbeeld een grote oppositiepartij. Ik heb de afgelopen weken en maanden niet de indruk gekregen dat wanneer de PvdA tot de regering zou behoren, dat alle maatregelen van dit kabinet zouden worden teruggedrongen. Integendeel. Daar waar een grote oppositiepartij niet het signaal geeft om alles terug te gaan draaien, kan natuurlijk ook niet van mijn kabinet worden gevraagd dat wij nu ineens alles anders zouden gaan doen. Ik denk wel dat we heel veel begrip moeten hebben voor mensen. Hoe men de maatregelen beleeft. En het is aan ons om van de kabinetsperiode een succes te maken. En ik heb ook gezegd: wat wij van u hebben gevraagd, dat is veel. En het heeft wel eens pijn gedaan. En we zijn er niet populair mee geworden. Maar uiteindelijk maakt het Nederland sterker, maakt het Nederland meer toekomstbestendig. En gelukkig kom je in een fase dat meer en meer de resultaten zichtbaar zullen worden. Alleen, het gaat niet vanzelf, het gaat ook met keihard werken.

SCHILHAM:
Deze boodschap, die u nu heeft verwoord in de afgelopen weken, maanden, jaren, heeft u steeds verkondigd. En toch hebben mensen dat niet begrepen of in ieder geval niet vertaald in steun voor het kabinet. Wat maakt het komende jaar nu anders daarin?


BALKENENDE:
Laten vorig jaar als voorbeeld nemen. Toen zat iedereen wat betreft de inkomensontwikkeling zo ongeveer in de min, enkele uitschieters naar boven. Maar het was een wat moeilijk jaar. Op het ogenblik zien we gelukkig dat de inkomensontwikkeling beter gaat. Toen ik premier werd in 2002/2003, toen hadden we te maken met behoorlijke achterstanden ten opzichte van andere landen. En op het ogenblik beginnen we het beter te doen dan andere Europese landen. Vorig jaar hebben we gezegd: wij verwachten een groei van
2,5%. Toen zeiden mensen: dat zal wel lager worden. Op het ogenblik lijkt het 2,75% te zijn en volgend jaar 3%. Kortom, de economische ontwikkeling ziet er beter uit en ik ben blij dat het die kant uitgaat.

SCHILHAM:
Maar mensen ervaren het nog niet zo. Mensen hebben het idee dat ze er alleen maar op achteruit zijn gegaan dit jaar. Dan kunt u wel zeggen: het gaat beter en het zijn gemiddelden en procenten. Maar als mensen het gevoel hebben: harde maatregelen en we voelen het in onze portemonnee.


BALKENENDE:
Enorm belangrijk is de investering van het bedrijfsleven. We zien dit jaar een geweldige toename van de bedrijfsinvesteringen. En als de bedrijfsinvesteringen komen, dan komen er ook meer banen. We zien dat het consumentenvertrouwen stap voor stap de goede kant uit gaat. We komen uit de fase dat voortdurend mensen hun baan aan het verliezen waren. We zien nu dat de werkloosheid wordt teruggedrongen. Sterker nog, volgend jaar, zoals het er nu uitziet, is de situatie van de werkloosheid beter dan aan het begin van onze kabinetsperiode. En dat ondanks alle moeilijkheden. Kortom, dat doet zich ook allemaal voor. En dat verhaal zullen we gaan vertellen. We zullen uiteraard met mensen praten, ook in het land, over waar we mee bezig zijn.

SCHILHAM:
U gaat beter communiceren met mensen? Is dat wel één van de lessen van deze verkiezingen?


BALKENENDE:
De afgelopen tijd was moeilijk, voor iedereen. Ook voor het kabinet. Want we zaten met een hervormingsagenda. Ik had ook liever gehad dat het zorgstelsel was geregeld voordat het kabinet aantrad. Ik had ook liever gehad dat de WAO was geregeld voordat wij aantraden. Ik had ook liever gehad dat de regelzucht was ingedamd. We hebben al die zaken moeten doen in een tijd dat het economisch moeilijk ging. Dat zullen we ook gaan vertellen, er met de mensen over spreken. Maar wel met de ambitie om aan te geven dat we Nederland door de moeilijke jaren hebben geloosd. En dat neemt niet weg dat het resultaat gewoon teleurstellend is. Daar loop ik ook niet voor weg. Maar wel met een sterke motivatie en inzet om de komende veertien maanden goed te laten zijn. En volgend jaar, dan krijgen we andere verkiezingen.

SCHILHAM:
En als Marijnissen van de SP zegt: dit is een kabinet zonder volk, want de drie partijen die het kabinet steunen die hebben alle drie verloren. Heeft hij dan helemaal ongelijk?


BALKENENDE:
Die typering gaat veel te ver. Wij baseren ons natuurlijk op de meerderheid die de partijen hebben gekregen in 2003. Een moeilijke tijd hebben we achter de rug. Maar ik zie ook dat de perspectieven beginnen te komen. En ik vind het ook te vroeg om te zeggen: laten we naar de stembus gaan. Dat is overigens iets dat ik best begrijp van oppositiepartijen, want ik heb eigenlijk elk jaar wel dit soort pleidooien gehoord. Vorig jaar nog verwachtte de PvdA dat het kabinet nog een paar maanden zou zitten.

SCHILHAM:
Hebt u het overwogen eigenlijk of u bij een bepaalde uitslag zou moeten zeggen: we moeten misschien maar vervroegd naar de stembus gaan?


BALKENENDE:
Nee. Ikzelf in ieder geval niet. Mijn eerste kabinet heeft betrekkelijk kort gezeten door alle ontwikkelingen toen binnen de LPF. Als er iets nodig is in Nederland, dan is het wel dat we een goede agenda eens een keer afmaken. Want verkiezing na verkiezing, dat leidt tot instabiliteit en dat betekent dat dingen niet worden gedaan. Ik snap best dat een oppositiepartij zegt: wij hebben graag verkiezingen. Maar de vraag is of Nederland daar zoveel beter van wordt. Ik geloof er eerlijk gezegd niks van.

SCHILHAM:
Denkt u niet dat de verhoudingen tussen de coalitiepartijen onder druk komen te staan? Van Aartsen van de VVD is afgetreden naar aanleiding van de verkiezingen. Eerder was Boris Dittrich al weg. Wordt het niet een beetje gammel allemaal, uw coalitie?


BALKENENDE:
Ik heb eigenlijk een heel ander gevoel. En dan zeg ik ook op basis van gesprekken die heb ik gehad met Van der Laan toen zij het voorzitterschap overnam van de D66-fractie. Ik heb uiteraard deze week ook gesproken met Van Beek, de nieuwe fractievoorzitter van de VVD. En vandaag ook het gesprek in het kabinet. Wat mij opvalt is dat de drie partijen heel eensgezind zijn en zeggen: wij willen van dit kabinet en deze kabinetsperiode een succes maken. Wij gaan eendrachtig verder. En ik merk juist een enorme inzet en een drive om volgend jaar naar de kiezer te gaan met een goed verhaal omdat er gewoon resultaat is geboekt. Dat merk ik bij de drie partijen. Dat is ook heel goed en dat is ook nodig.

SCHILHAM:
Geen neerslachtigheid?


BALKENENDE:
Nee.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, RS)