Ingezonden persbericht
PERSINFORMATIE
Bedrijfsgezondheidsonderzoek 2005
Helft werknemers wil afvallen
Utrecht, 9 maart 2006
Meer dan de helft van de werknemers in ons land zou wel willen afvallen, maar slechts een minderheid ziet kans daar ook werkelijk iets voor te doen. Eén op de vijf mensen loopt echt een gezondheidsrisico doordat hun vetpercentage hoger is dan goed voor hen is. Oudere werknemers zijn gemiddeld fysiek fitter dan jongere collega's, met wie zij bovendien wat minder goed kunnen opschieten.
Dit blijkt uit cijfers van LifeGuard, een bedrijf dat sinds 2002 de gezondheid van werknemers van een groot aantal Nederlandse organisaties en bedrijven onderzoekt.
LifeGuard brengt jaarlijks een overzicht van zijn bevindingen uit, en koppelt daaraan een "BedrijfsGezondheidsIndex", een cijfer dat de gemiddelde gezondheid in bedrijven aanduidt. In 2005 kwam dit cijfer opnieuw uit op 7.0, net als in 2004.
In de onderzoeken die LifeGuard uitvoert bij werknemers komen meerdere aspecten van de gezondheid aan de orde: leefstijl, werkbeleving, klachten aan houdings- en bewegingsapparaat, psychische klachten, arbeidsvermogen en tot slot de fittest.
De gegevens over 2005 wijzen uit dat oudere werknemers relatief fysiek fitter zijn dan hun jongere collega's. Wel zeggen zij vaker dan jongeren dat hun werk te weinig voldoening geeft. Oudere werknemers hebben bovendien vaker klachten over de samenwerking met collega's, met name met de jongeren.
Korte samenvatting LifeGuard BedrijfsGezondheidsIndex 2005
Uit de LifeGuard gezondheidsonderzoeken van 2005 blijkt dat meer dan de helft van de werknemers (57 procent) wil afvallen. Relatief gezien zijn dit iets vaker vrouwen (60 procent) dan mannen (55 procent). Maar: "willen afvallen" is nog iets anders dan daar iets voor over hebben. Slechts 12 procent van de vrouwen en 7 procent van de mannen die zelf zeggen te willen afvallen, doen al het mogelijke om gezond te blijven.
Figuur 1 laat zien dat de meeste werknemers het liefst meer willen bewegen, namelijk 47 procent. Ongeveer 1 op de vijf werknemers wil het liefst iets doen aan voeding of stresshantering om hun gezondheid te verbeteren.
figuur 1
Fittest
Voor het samenstellen van de BedrijfsGezondheidsIndex neemt LifeGuard bij alle deelnemers ook een fittest af. Deze test wordt op locatie afgenomen en geeft goede objectieve data.
. 18 procent van de deelnemers heeft een te hoog vetpercentage. Dat is lager dan in 2004, toen was dit percentage 24 procent.
. 44 procent heeft een zeer stijve onderrug, dit is vergelijkbaar aan het percentage uit 2004 (46 procent)
. 33 procent heeft een te hoge bloeddruk en ook dat komt overeen met 2004, toen was dit percentage 32 procent.
. bij 16 procent van de werknemers is de conditie zo slecht dat dit een risico voor hun gezondheid vormt.
Werkbeleving
Liefst 94 procent van de werknemers geeft aan met plezier naar het werk te gaan (2003: 93%; 2004: 88%). 96 procent van de werknemers zegt te kunnen lachen met collega's. 9 procent echter vindt het moeilijk om samen te werken met collega's en 3 procent heeft ernstige conflicten op het werk. Dit is vergelijkbaar met eerdere jaren.
36 procent van de werknemers werkt vaak of altijd onder tijdsdruk, 9 procent hiervan geeft aan problemen te hebben met deze werkdruk.
Klachten aan houdings- en bewegingsapparaat en psychische aandoeningen
45 procent van de werknemers geeft aan klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat (2004: 47%) Van deze groep ondervindt ruim 42 procent klachten bij de uitvoering van hun werk en 18 procent moet zelfs langzamer of anders werken als gevolg van gezondheidsklachten. Klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat hebben dus een behoorlijke invloed op de productiviteit.
18 procent van de werknemers geeft aan te kampen met psychische aandoeningen zoals depressieve klachten, gespannenheid en slapeloosheid. Dat is gelijk aan het percentage in 2004.
De LifeGuard BedrijfsGezondheidsIndex
De BGI is opgebouwd uit verschillende onderdelen, onder andere uit metingen van het mentaal en
lichamelijk welbevinden van werknemers, leefstijl, werkbeleving (o.a. werkdruk, samenwerking,
leermogelijkheden, agressie, fysieke belasting) en arbeidsvermogen. Daarnaast wordt de lichamelijke
fitheid van werknemers gemeten en tellen feitelijke cijfers zoals het ziekteverzuim mee.
Het principe van de bedrijfsgezondheidsindex (BGI) is dat de gezondheid van de werknemers dé maat is voor de gezondheid van elk bedrijf of organisatie als geheel. Gezondheid wordt binnen de BGI opgevat als de toestand van het geestelijk, lichamelijk en sociaal welbevinden van het individu in zijn totale context. Bij de beroepsbevolking maakt de werkomgeving daarvan vanzelfsprekend een groot gedeelte uit.
LifeGuard publiceert jaarlijks de BGI en de opvallendste resultaten van het voorgaande jaar. Zij hoopt
op die manier een trend te signaleren die gekoppeld kan worden aan gemaakte inspanningen in de
gezondheidszorg.
LifeGuard werkt onder andere voor overheden, telecombedrijven, schoonmaakbedrijven, callcenters, banken, distributiecentra, ziekenhuizen, stomerijen en ICT-bedrijven. De onderzoeksgegevens die LifeGuard gebruikt voor het berekenen van de BGI representeren een goede afspiegeling van de Nederlandse beroepsbevolking.
Het volledige onderzoeksverslag van de BGI 2005 is te vinden op www.LifeGuard.nl.
Voor informatie kunt u contact opnemen met Mikkel Hofstee, directeur van LifeGuard op mikkelhofstee@lifeguard.nl of bellen naar 06-29048887 (of 030-2400638). U kunt ook surfen naar www.lifeguard.nl
---- --