BELANGRIJKE INFORMATIE BETREFFENDE DE VEILIGHEID VOOR DE
NIEREN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK VAN VIREAD
10 maart 2006
Betreft: Viread® (tenofovirdisoproxilfumaraat, tenofovir DF)
Geachte heer, mevrouw,
In overleg met het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, de Inspectie voor de
Gezondheidszorg en het wetenschappelijke Comité voor geneesmiddelen voor
menselijk gebruik (Committee for Medicinal Products for Human Use, CHMP) van
het Europese Bureau voor Geneesmiddelen (EMEA), wil Gilead Sciences
International Limited (Gilead) hiermee uw aandacht vestigen op belangrijke
informatie en aanbevelingen betreffende de veiligheid voor de nieren in de actuele
Europese Samenvatting van de Productkenmerken (Summary of Product
Characteristics, SPC) voor Viread.
De voor Viread geldende aanbevelingen betreffende het doseringsinterval van
tenofovir DF waren het onderwerp van een vorige brief, in juli 2003 verstuurd aan
beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg. Gilead blijft echter meldingen ontvangen
van renalebijwerkingen (bijv. nierfalen inclusief acute gevallen, tubulopathieën
waaronder syndroom van Fanconi, nefrogene diabetes insipidus) bij patiënten bij wie
geen uitgangswaarde van de creatinineklaring werd vastgesteld en bij patiënten met
nierfunctiestoornis bij wie geen aanpassing van het doseringsinterval heeft
plaatsgevonden in overeenstemming met de richtlijnen in de SPC.
Het werd daarom belangrijk geacht u te wijzen op de volgende rubrieken in de SPC
die betrekking hebben op controle van de nierfunctie en dosisaanpassingen bij
nierfunctiestoornis:
· Voor alle patiënten wordt aanbevolen de nierfunctie (door meting van
creatinineklaring en serumfosfaat) te controleren vóór het begin van de
behandeling met tenofovir DF, gedurende het eerste jaar elke vier weken en
daarna elke drie maanden. Bij patiënten met het risico of met een geschiedenis
van renale dysfunctie en patiënten met nierinsufficiëntie dient vaker
controleren van de nierfunctie overwogen te worden (zie rubriek 4.4 van de
SPC van Viread).
· Indien het serumfosfaatgehalte
behandeling met tenofovirdisoproxilfumaraat overwogen te worden (zie
rubriek 4.4 van de SPC van Viread).
De creatinineklaring dient voor afzonderlijke patiënten te worden berekend
volgens de Cockroft-Gault-formule:
Vrouwen: klaring: (ml/min) = 1,04 x (140-leeftijd) x gewicht (kg)
creatinine (µmol/l)
Mannen: klaring: (ml/min) = 1,23 x (140-leeftijd) x gewicht (kg)
creatinine (µmol/l)
· Bij patiënten met reeds aanwezige nierfunctiestoornis die tenofovir DF
krijgen, of bij patiënten die om enige reden nierinsufficiëntie krijgen tijdens de
behandeling, is aanpassing van het doseringsinterval als volgt nodig.
VIREAD (zie Viread SPC rubriek 4.2):
Creatinineklaring (ml/min) Hemodialyse-patiënten
30-49 10-29
Aanbevolen Om de 48 uur Om de 72 tot 96 uur Om de 7 dagen na
doseringsinter- voltooiing van een
val voor 245 mg hemodialyse-sessie
De veiligheid en werkzaamheid van de richtlijnen voor het aanpassen van het
doseringsinterval voor Viread zijn niet klinisch geëvalueerd. De klinische respons op
de behandeling en de nierfunctie dienen daarom nauwlettend geobserveerd te worden
bij deze patiënten.
Gebruik van tenofovirdisoproxilfumaraat moet vermeden worden bij gelijktijdig of
recent gebruik van een nefrotoxisch geneesmiddel. Indien gelijktijdig gebruik van
tenofovirdisoproxilfumaraat en nefrotoxische middelen onvermijdelijk is, dient de
nierfunctie wekelijks te worden gecontroleerd (zie Viread SPC rubriek 4.4).
Voor het gemak, hebben wij de relevante rubrieken van de actueel goedgekeurde SPC
van Viread bij deze brief gevoegd (rubrieken 4.2 Dosering en wijze van toediening,
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik, 4.5 Interacties met andere
geneesmiddelen en andere vormen van interactie en 4.8 Bijwerkingen).
Alle vermoede bijwerkingen dienen op de gebruikelijke wijze te worden gemeld aan
UCB Pharma B.V., t.a.v. Business Unit Gilead, Lage Mosten 33, 4822 NK Breda of
aan het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb (www.lareb.nl of via de bijlage in
het Farmacotherapeutisch Kompas).
Voor meer informatie of een volledig exemplaar van de actuele Samenvatting van
Productkenmerken van Viread kunt u contact opnemen met UCB Pharma B.V.
Hoogachtend,
Bruce Olmscheid, MD
Medical Director HIV, European Medical Affairs
Gilead Sciences International Limited
Bijlage
Viread® SPC veiligheidsinformatie met betrekking tot de nieren en aanbeveling
4.2 Dosering en wijze van toediening
...
Nierinsufficiëntie: Tenofovir wordt via de nieren uitgescheiden en de blootstelling aan
tenofovir neemt toe bij patiënten met renale dysfunctie (zie 5.2). Aanpassing van het
doseringsinterval is nodig bij alle patiënten met een creatinineklaring
De voorgestelde aanpassingen van het doseringsinterval zijn gebaseerd op beperkte
gegevens en zijn mogelijk niet optimaal. De veiligheid en werkzaamheid van deze
richtlijnen voor het aanpassen van het doseringsinterval zijn niet klinisch geëvalueerd.
De klinische respons op de behandeling en de nierfunctie dienen daarom nauwlettend
geobserveerd te worden bij deze patiënten (zie 4.4).
Creatinineklaring (ml/min)* Hemodialyse-
patiënten
30-49 10-29
Aanbevolen Om de 48 uur Om de 72 tot 96 uur Om de 7 dagen
doseringsinter- na voltooiing
val voor 245 mg van een
hemodialyse-
sessie**
* Berekend met behulp van ideaal (mager) lichaamsgewicht
** Over het algemeen éénwekelijkse dosis, waarbij uitgegaan wordt van drie
hemodialysesessies per week, elk met een duur van ca. 4 uur, of na 12 uur
cumulatieve hemodialyse.
Er konden geen dosisaanbevelingen geformuleerd worden voor non-
hemodialysepatiënten met een creatinineklaring
...
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
...
Tenofovir wordt voornamelijk via de nieren uitgescheiden. Tenofovir-blootstelling
kan aanzienlijk toegenomen zijn bij patiënten met matige of ernstige
nierfunctiestoornis (creatinineklaring
Nierfunctiestoornis, die ook hypofosfatemie kan omvatten, is gemeld bij het gebruik
van tenofovirdisoproxilfumaraat (zie 4.8).
Het wordt aanbevolen de nierfunctie (creatinineklaring en serumfosfaat) te
controleren vóór het begin van de behandeling met tenofovirdisoproxilfumaraat,
gedurende het eerste jaar elke vier weken en daarna elke drie maanden. Bij patiënten
met het risico van, of met een geschiedenis van, renale dysfunctie en patiënten met
nierinsufficiëntie dient vaker controleren van de nierfunctie overwogen te worden.
Indien het serumfosfaatgehalte
Tenofovirdisoproxilfumaraat is niet onderzocht bij patiënten die worden behandeld
met nefrotoxische geneesmiddelen (b.v. aminoglycosiden, amfotericine B, foscarnet,
ganciclovir, pentamidine, vancomycine, cidofovir of interleukine-2). Gebruik van
tenofovirdisoproxilfumaraat moet vermeden worden bij gelijktijdig of recent gebruik
van een nefrotoxisch geneesmiddel. Indien gelijktijdig gebruik van
tenofovirdisoproxilfumaraat en nefrotoxische middelen onvermijdelijk is, dient de
nierfunctie wekelijks te worden gecontroleerd.
Tenofovirdisoproxilfumaraat is niet klinisch onderzocht bij patiënten die
geneesmiddelen krijgen die worden uitgescheiden via hetzelfde renale
transportsysteem, human organic anion transporter 1 (hOAT1) (b.v.
adefovirdipivoxil; cidofovir, een bekend nefrotoxisch geneesmiddel). Dit renale
transportsysteem (hOAT1) kan voor de tubulaire secretie en ten dele voor de renale
eliminatie van tenofovir, adefovir en cidofovir verantwoordelijk zijn. Dientengevolge
zou de farmacokinetiek van deze geneesmiddelen veranderd kunnen zijn, als ze
gelijktijdig toegediend worden. Bij gezonde vrijwilligers resulteerde één enkele dosis
adefovirdipivoxil die samen met tenofovirdisoproxilfumaraat werd toegediend niet in
een relevante interactie tussen geneesmiddelen met betrekking tot de farmacokinetiek.
Over de klinische veiligheid van gelijktijdige toediening van adefovirdipivoxil en
tenofovirdisoproxilfumaraat, inclusief mogelijke renale effecten, is echter niets
bekend. Tenzij hiervoor een duidelijke noodzaak bestaat, wordt gelijktijdig gebruik
van deze geneesmiddelen niet aanbevolen, indien dit echter onvermijdbaar is, dient de
renale functie wekelijks gecontroleerd te worden (zie 4.5).
...
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
...
Tenofovir wordt renaal uitgescheiden, zowel door filtratie als door actieve secretie via
het anionische transportsysteem (hOAT1). Gelijktijdige toediening van
tenofovirdisoproxilfumaraat met andere geneesmiddelen die ook actief uitgescheiden
worden via het anionische transportsysteem (b.v. cidofovir), kan leiden tot verhoogde
concentraties van tenofovir of van het gelijktijdig toegediende geneesmiddel (zie 4.4).
...
4.8 Bijwerkingen
...
Nier- en urinewegaandoeningen:
Zelden: nierfalen, acuut nierfalen, proximale tubulopathie (waaronder syndroom van
Fanconi), verhoogde creatinine
Zeer zelden: acute tubulaire necrose
Bovendien is er tijdens post-marketing gebruik melding gemaakt van nefritis en
nefrogene diabetes insipidus.
...
College ter Beoordeling van Geneesmiddelen