Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Aanpassing Zorgtoeslag

Kamerstuk, 10-3-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

MEVA/AEB-2667422

10 maart 2006

Inleiding
In de wet op zorgtoeslag is bepaald dat de hoogte van de zorgtoeslag wordt aangepast als de standaardpremie berekend op basis van de werkelijke premies bij het verschijnen van het Centraal Economisch Plan (CEP) meer dan EUR 25 afwijkt van de raming ten tijde van de Macro Economische Verkenning (MEV). Uit cijfers van het CPB blijkt dat dit het geval zal zijn. Zonder wetswijziging dient de zorgtoeslag neerwaarts te worden aangepast.

Het kabinet heeft besloten om een wetsvoorstel bij de Kamer in te dienen dat beoogt de aanpassing van de hoogte van de zorgtoeslag niet te doen plaatsvinden. De wetswijziging draagt op deze wijze bij aan rust voor de burgers en de uitvoerende instanties (waaronder de Belastingdienst/Toeslagen). Voor de burger die zorgtoeslag ontvangt betekent dit besluit extra koopkracht in 2006.

Geen aanpassing van de zorgtoeslag in juli
In de wet op de zorgtoeslag is bepaald dat de standaardpremie vóór 1 november (voorafgaand aan het berekeningsjaar) wordt vastgesteld op basis van ramingen van het CPB in de MEV. Omdat het een raming betreft is bepaald dat in april bij het verschijnen van het CEP gekeken wordt of de standaardpremie (berekend op basis van de werkelijke premies) meer dan EUR 25 afwijkt van de eerder bij MEV geraamde standaardpremie. Indien dit het geval is, wordt een nieuwe standaardpremie vastgesteld.

Uit de cijfers van het CPB blijkt dat de standaardpremie uitkomt op EUR 969 ( gemiddelde premie EUR 1060 - gemiddelde no-claimteruggaaf EUR 91). Dit is EUR 46 minder dan eerder werd aangenomen. Dit betekent dus, dat zonder wettelijke maatregelen de zorgtoeslag moet worden aangepast. Het kabinet vindt evenwel dat na de forse aanpassing van het zorgverzekeringstelsel er nu behoefte is aan rust. Concreet betekent dit dat de standaardpremie en daarmee de zorgtoeslag dit jaar niet neerwaarts worden aangepast. Het kabinet zal daartoe een wetsvoorstel indienen bij de Kamer. De koopkracht van een eenpersoonshuishouden met zorgtoeslag zal hierdoor met EUR 46 toenemen en die van een meerpersoonshuishouden met EUR 92. Het achterwege laten van de aanpassing betekent tevens dat de Belastingdienst/Toeslagen kan meewerken aan een oplossing waarbij de zorgtoeslag in de toekomst nog maar één keer per jaar wordt vastgesteld.

De bijlage bij deze brief bevat een reactie van het kabinet op de Motie-Omtzigt die verzoekt om de inkomensafhankelijke bijdrage voor aanvullingen op bestaande WAO-uitkeringen en nabestaandenpensioenen op nul procent vast te stellen. De bijlage maakt duidelijk dat dit uitvoeringstechnisch niet mogelijk is. Het niet verlagen van de zorgtoeslag, zoals in deze brief voorgesteld, betekent echter wel een koopkrachtverbetering voor de lagere inkomensgroepen onder de door de motie-Omtzigt beoogde categorieën.

De zorgtoeslag één keer per jaar vaststellen.
Het kabinet is blij met de concurrentie tussen verzekeraars. De concurrentie heeft een positieve, neerwaartse invloed op de premie voor de zorgverzekering. De afgelopen periode heeft ook geleerd dat de gemiddelde premie en daarmee de standaardpremie door de marktdynamiek moeilijker te ramen zijn. De afwijking tussen de raming bij MEV en de gerealiseerde premie bij CEP kan zoals dit jaar bleek groter zijn dan EUR 25. Het kabinet heeft daarom besloten om voor de toekomst te kijken naar een structurele oplossing, waarbij de standaardpremie voor de zorgtoeslag nog maar één keer per jaar wordt vastgesteld op basis van feitelijk bekende en dus betere informatie over de gemiddelde premie. Een dergelijke structurele oplossing kan worden vormgegeven door de vaststelling van de standaardpremie te verschuiven naar begin december. Op dat moment zijn de premies van de verzekeraars bekend, zodat een realistische inschatting kan worden gemaakt van de feitelijke premie die uiteindelijk betaald gaat worden. De hoogte van de zorgtoeslag kan vervolgens voor het komende jaar in één keer worden vastgesteld. In het wetsvoorstel dat dient ter voorkoming van de komende aanpassing in juli zal deze structurele aanpassing van de systematiek worden meegenomen.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

H. Hoogervorst

Documenten


* Bijlage: Uitvoeringsaspecten Motie Omtzigt (nieuw venster) Kamerstuk | 10-3-2006 (pdf, 4 pag., 50 kB)