Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Kabinet kiest voor omlegging Zuid-Willemsvaart

De ministerraad heeft vandaag haar standpunt bekendgemaakt over de Zuid-Willemsvaart op het vaarwegtraject Maas - Den Dungen. Het kabinet kiest voor de omlegging van het kanaal aan de oostkant van 's Hertogenbosch. Deze oplossing heeft de voorkeur boven het ombouwen en verruimen van het kanaal op het huidige traject. De gekozen Regiovariant biedt de meeste kans voor ruimtelijke, ecologische en economische ontwikkeling op de as
's-Hertogenbosch-Veghel-Eindhoven/Helmond.

Het kanaal ligt nu nog door de binnenstad van 's Hertogenbosch en heeft op die plaats te weinig groeimogelijkheden. Het kanaal is alleen voor kleine schepen (klasse II) toegankelijk. Bovendien leggen de - grotendeels beweegbare - bruggen en sluizen in en rondom de stad beperkingen op aan vlotte doorstroming van het verkeer in de stad, het scheepvaartverkeer en de stedelijke ontwikkeling in `s-Hertogenbosch. Door de omlegging verdwijnt de binnenvaart uit het centrum van 's-Hertogenbosch. Hierdoor ontstaan kansen voor de gemeente voor het verbeteren van het woon- en werkmilieu in het centrum van de stad. Bovendien kunnen als de omlegging gerealiseerd is grotere schepen (klasse IV) op de Zuid-Willemsvaart varen. Dit bevordert de bereikbaarheid en regionale ontwikkelingen op de as 's-Hertogenbosch-Veghel-Eindhoven/Helmond. De omlegging kost in totaal 284 miljoen euro waarvan de regio 24 miljoen bijdraagt en het ministerie van Verkeer en Waterstaat 260 miljoen euro. De omlegging start naar verwachting eind 2007 en moet gereed zijn in 2014.

Regiovariant
De gekozen Regiovariant is een omleggingsvariant die door de regio zelf is ontwikkeld. Om te voldoen aan de wensen uit de omgeving heeft de minister aanvullende voorwaarden gesteld zoals het aanleggen van een ecologische verbindingszone langs het kanaal. In deze variant is ook rekening gehouden met vestigingsmogelijkheden voor bedrijven langs het nieuwe kanaal en langs de A2. Daarnaast is de monding op de Maas zo geplaatst dat waardevolle natuur in de Koornwaard beter behouden kan worden dan in de oorspronkelijke plannen.

Inspraak
Het standpunt wordt nu in detail uitgewerkt in een zogenaamd Ontwerp-Tracébesluit (OTB). Dit OTB komt in de loop van 2006 ter inzage te liggen, waarna inspraak op het OTB mogelijk is.

Historie
In 1997 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat een eerder standpunt ingenomen. Dat heeft toen nieuwe inzichten gegeven voor mogelijke oplossingsrichtingen voor de Zuid-Willemsvaart. Er zijn daarnaast sinds 1997 ook nieuwe ontwikkelingen geweest op het gebied van beleid en wet- en regelgeving, met name voor natuur, water, lucht en geluid. Rijkswaterstaat heeft deze aanvullende informatie, samen met de regio, verder uitgewerkt in een aanvullende Trajectnota/MER (Milieu-Effectrapportage). Deze studie is in 2004 afgerond.

Belanghebbenden hebben in 2004 kunnen inspreken op de oplossingsrichtingen uit de aanvullende Trajectnota/MER. In de tussenliggende tijd zijn deze inspraakresultaten verwerkt. Voorts is er tussentijds door Provincie, betrokken gemeenten en bedrijfsleven een Visie op de Brabantse Kanalen ontwikkeld.

Na zorgvuldige afweging is uiteindelijk vandaag een geactualiseerd standpunt ingenomen. Na afwikkeling van alle procedures kan met het graven worden begonnen. Het kanaal kan dan gereed zijn in 2014.