Antwoorden op kamervragen van Heteren en Arib over het bericht dat
ronselaars Chinese nieren leveren via internet
Kamerstuk, 10-3-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
10 maart 2006
Antwoorden van minister Hoogervorst, mede namens de minister van
Justitie, op de vragen van het Kamerlid van Heteren en Arib (PvdA)
over het bericht dat ronselaars Chinese nieren leveren via internet
(2050606980).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat ronselaars Chinese nieren leveren
via internet?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van deze ontwikkeling dat de commercie steeds dichterbij
komt, door de wachtlijsten die nu 4 1/2 jaar bedragen?
Vraag 3
Vindt u het acceptabel dat de wachtlijsten nog steeds 4 1/2 jaar
bedragen in de wetenschap dat 20% van de patiënten die in afwachting
zijn van een nierdonatie, overlijdt?
Vraag 4
Binnen welke termijn en op welke manier denkt u de wachtlijsten te
reduceren?
Vraag 6
Kunt u aangeven of er op dit moment wel voldoende postmortale nieren
beschikbaar zijn?
Antwoord 2,3 4, en 6.
De commerciële handel in organen keur ik ten zeerste af. Net als de
meeste andere Europese landen beschikt Nederland over wetgeving die
dit tegengaat.
Het tekort aan donororganen is iets waarover ik mij zorgen maak en dat
mijn voortdurende aandacht heeft. In het vergroten van het aanbod van
postmortale donororganen stop ik daarom veel energie. Over de
instrumenten die ik hierbij hanteer heb ik de Kamer onlangs nog in
mijn brief van 17 januari 2006 (Kamerstukken II 2005/2006 28140 nr.
30) geïnformeerd. Ik hoop met deze stappen te bereiken dat er in 2008
sprake zal zijn van tenminste 250 postmortale orgaandonoren. Hoewel ik
me realiseer dat het aantal postmortale donoren niet de
doorslaggevende factor met betrekking tot de lengte van de wachtlijst
hoeft te zijn, hoop ik dat naast de ontwikkelingen op het medisch
technische vlak en het groeiende aantal donaties bij leven ook een
stijging van het aantal postmortale donaties een positief effect op de
wachtlijst heeft. Het aantal mensen dat in Nederland op een donornier
wacht, bedroeg per 1 januari 2006 1060 (cijfers website Nederlandse
Transplantatie Stichting (NTS)), vorig jaar januari was dit aantal
1130, zo'n 6% hoger. Op 31 december 2002 wachtten 1272 mensen op een
niertransplantatie (jaarverslag Nederlandse Transplantatie Stichting
2002), de lengte van de wachtlijst is in de afgelopen jaren dus
afgenomen. Overigens is niet alleen het aantal wachtenden op een
donornier gedaald maar is ook de wachttijd verkort. De wachttijd voor
een nierdonatie bedraagt echter toch nog altijd gemiddeld 4 jaar, zo
heeft de NTS desgevraagd bericht.
Vraag 5
Deelt u onze mening dat deze ontwikkeling volledig haaks staat op de
doelstelling van de Wet op de orgaandonatie over het tegengaan van
handel? Deelt u eveneens onze mening dat deze bepaling een loze
doelstelling is zolang er niet kan worden voldaan aan de vraag naar
meer nierorganen en zolang er sprake blijft van een enorm tekort aan
donoren?
Antwoord 5
Artikel 2 van de Wet op de orgaandonatie bepaalt dat toestemming voor
het verwijderen van een orgaan, verleend met het oogmerk daarvoor een
vergoeding te ontvangen die meer bedraagt dan de kosten, nietig is.
Artikel 32, tweede lid, onderdeel b, stelt het openlijk aanbieden van
zo'n vergoeding voor een te verkrijgen orgaan en het aanbieden van een
orgaan tegen zo'n vergoeding strafbaar. De gedachte hierachter is dat
als winstoogmerk een rol speelt, de vrijwilligheid van de donatie niet
meer gewaarborgd wordt en er zelfs uitbuiting kan dreigen. Juist in
een situatie waarin er een tekort aan donororganen is, zijn voornoemde
bepalingen dus van groot belang voor een rechtvaardige verdeling en
vrijwilligheid van de donatie. Zoals nu weer is gebleken wordt helaas
niet overal het principe aangehangen dat het aanbieden van een orgaan
uit winstoogmerk ontoelaatbaar is.
Vraag 7
Bent u van mening dat er door de ronselaars een strafbaar feit wordt
gepleegd in de zin van artikel 32 van de Wet op de orgaandonatie door
het te koop aanbieden van nieren met winstoogmerk?
Antwoord 7
Artikel 32, eerste lid, van de Wet op de orgaandonatie stelt strafbaar
degene die een orgaan verwijdert zonder de daarvoor in artikel 8 of
artikel 21 van die wet vereiste toestemming. In artikel 32, tweede
lid, zijn verder strafbaar gesteld het aanzetten van een ander tot
orgaanhandel, orgaandonatie met een commercieel belang (het aanbieden
van een vergoeding die meer bedraagt dan de kosten voor het ontvangen
van een orgaan en het zich als donor aanbieden tegen een dergelijke
vergoeding), (het aanbieden te) handelen of (te) bemiddelen in organen
(waarbij een ander er toe aangezet wordt aan een derde toestemming te
verlenen bij leven een orgaan te laten verwijderen tegen een
commerciële vergoeding), en - kort gezegd - het aanzetten tot het
gebruik van bestanddelen van stoffelijke overschotten of personen met
(nagenoeg) geheel geen hersens met het oogmerk om in of aan het
lichaam van een ander ten behoeve van diens geneeskundige behandeling
te worden in- of aangebracht. Ten aanzien van de gedragingen van de
Chinese instituten, die -via internet - met winstoogmerk organen van
anderen aanbieden die reeds overleden zijn, bestaat geen rechtsmacht,
omdat de feiten buiten Nederland door niet-Nederlanders zijn gepleegd.
Een strafrechtelijk onderzoek en daarmee een antwoord op de vraag of
een strafbaar feit wordt gepleegd, is dus niet aan de orde.
Vraag 8
Welke maatregelen bent u van plan te treffen om de handel tegen de
commerciële orgaandonaties tegen te gaan?
Antwoord 8
De Wet op de Orgaandonatie biedt een passend instrumentarium voor de
bestrijding van commerciële handel in organen. Het is van groot belang
dat de betrokken patiëntenorganisaties hun patiënten met klem afraden
om in te gaan op voornoemde aanbiedingen, gelet op de grote
gezondheidsrisico's die dit met zich mee zou kunnen brengen. Dit wordt
ook door genoemde organisaties gedaan.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport