Resultaten onderzoek extramuralisering mensen met een verstandelijke
beperking of psychiatrische problemen
Kamerstuk, 9-3-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DMO/SFI-2653980
9 maart 2006
U heeft mij per brief (05-VWS-B-077) verzocht om de resultaten van het
onderzoek naar extramuralisering in de verstandelijk
gehandicaptensector te doen toekomen. Bijgaand treft u de gegevens
aan. Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) heeft dit onderzoek
uitgevoerd en is in januari 2006 verschenen. Het heeft als titel `Een
eigen huis.....ervaringen van mensen met verstandelijke beperkingen of
psychiatrische problemen met zelfstandig wonen en deelname aan de
samenleving'. Er zijn exemplaren aan de fractievoorzitters van de
Tweede Kamer en de leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid,
Welzijn en Sport toegestuurd. Deze studie is ook gratis te downloaden
via www.scp.nl
De conclusie van het onderzoek luidt: Eigen woonruimte verhoogt de
kwaliteit van leven van mensen met een verstandelijke beperking of
psychiatrische problemen, maar `Wonen in de Wijk' draagt niet zonder
meer bij aan een grotere maatschappelijke participatie van mensen met
beperkingen. De studie is gebaseerd op vraaggesprekken met in totaal
40 personen.
Zoals U weet streef ik in mijn beleid naar een zo hoog mogelijke mate
van zelfstandig of ondersteund wonen voor mensen met een beperking. In
mijn beleid schep ik hiervoor de randvoorwaarden. Ik ben dan ook
verheugd met de conclusie van het SCP dat eigen woonruimte bijdraagt
aan de kwaliteit van leven en een groter gevoel van autonomie geeft
voor deze doelgroep. Wat betreft het tweede deel van de conclusie valt
nog een wereld te winnen: Ik ben van mening dat de ontwikkelingen rond
de Wmo en de activiteiten rond inclusief beleid hieraan zullen
bijdragen.
Ik ben van mening dat ik met dit onderzoek antwoord heb gegeven op uw
brief van 23 juni 2005 (kenmerk 05-VWS-B-077) en op de vragen van de
Kamer, zoals deze gesteld zijn tijdens het Algemeen Overleg
Gehandicaptenbeleid d.d. 9 september 2005.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport