Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake Geannoteerde agenda van de Informele Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen ('Gymnich') van 10 en 11 maart 2006

Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |6 maart 2006                        |Behand|GJ Bijl de Vroe      |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DIE-331/06                          |Telefo|070 - 348 5005       |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/1                                 |Fax   |070 - 348 6381       |
|Bijlag|2                                   |gj.bijl-de-vroe@minbuza.nl   |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Geannoteerde agenda van de Informele|                             |
|t     |Raad Algemene Zaken en Externe      |                             |
|      |Betrekkingen ('Gymnich') van 10 en  |                             |
|      |11 maart 2006                       |                             |
Graag bied ik u hierbij de geannoteerde agenda aan van de Informele Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen ('Gymnich') van 10 en 11 maart 2006, alsmede het BNC-fiche over de mededeling inzake "De Westelijke Balkan op weg naar de EU".

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Geannoteerde agenda van de Informele Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen ('Gymnich') van 10 en 11 maart 2006

Westelijke Balkan
De informele Raad zal spreken over actuele ontwikkelingen in de regio. Hierbij zal met name aandacht worden gegeven aan de besprekingen over de toekomstige status van Kosovo, en de rol die de EU in de toekomst in Kosovo zal gaan spelen. Nederland zal hierbij vooral aandacht vragen voor het belang van een adequate regeling voor de bescherming van minderheden in Kosovo. Een dergelijke regeling zal een belangrijke voorwaarde vormen voor het bereiken van een duurzame regeling van de statuskwestie. De Raad zal mogelijk ook aandacht besteden aan het referendum over onafhankelijkheid dat op 21 mei 2006 in Montenegro zal worden gehouden. Nederland verwelkomt de inspanningen van de Speciale Vertegenwoordiger van HV Solana die hebben geleid tot overeenstemming tussen de regering en oppositie in Montenegro over de modaliteiten van het referendum. Er is tevens een ontmoeting voorzien met de landen van de Westelijke Balkan, die zal worden afgesloten met een gezamenlijke verklaring. In deze ontmoeting zal vooral aandacht worden besteed aan de Mededeling inzake de Westelijke Balkan die Commissaris Rehn presenteerde in de Raad van 31 januari. In deze zg. "Salzburg Communication" worden voorstellen gedaan om het EU-perspectief van de landen in de Westelijke Balkan verder te concretiseren met praktische maatregelen op terreinen als visafacilitatie, economie en regionale samenwerking (BNC-fiche terzake is bijgevoegd, vooruitlopend op reguliere toezending van de recente BNC-fiches). Nederland kan de voorstellen van de Commissie in beginsel steunen.

Midden Oosten
De Raad zal zich buigen over de modaliteiten van EU-assistentie aan de Palestijnse Gebieden. Een definitief besluit over de hulp zal pas mogelijk zijn na het aantreden van de nieuwe Palestijnse regering. Voor voortzetting van de hulp zal immers bepalend zijn de wijze waarop en de mate waarin die nieuwe regering recht doet aan de eisen van de EU en het Kwartet inzake erkenning van Israël, het afzweren van geweld en aanvaarding van bestaande overeenkomsten en verplichtingen tussen de Palestijnse Autoriteit en Israël.

Iran
De Raad bespreekt de Iraanse nucleaire kwestie tegen de achtergrond van de bijeenkomst van de IAEA Bestuursraad van 6 t/m 10 maart in Wenen. De Raad zal zich met name buigen over het rapport van DG IAEA van 27 februari jl. In zijn conclusie stelt de DG het te betreuren dat onzekerheden over de omvang en de aard van het nucleaire programma van Iran, na drie jaar intensieve IAEA verificatie, niet zijn weggenomen. Het is nog niet duidelijk of aan de Bestuursraad een concept-resolutie zal worden voorgelegd. Conform de IAEA-resolutie van 4 februari jl. zal de DG zijn rapport, alsmede een eventueel door de Bestuursraad aangenomen resolutie, onmiddellijk na de zitting aan de VN-Veiligheidsraad overdragen. Een diplomatieke oplossing van de kwestie wordt onverminderd nagestreefd. De jongste besprekingen tussen Iran en de Russische Federatie over samenwerking bij verrijking van Iraans uranium in de Russische Federatie hebben vooralsnog niets opgeleverd.

Oekraïne
De informele Raad zal de situatie in Oekraïne bespreken, waaronder de aanstaande parlementsverkiezingen op 26 maart. Aan de orde komen voorts de stand van zaken van de Oekraïense hervormingsagenda in het kader van de toenadering van Oekraïne tot de NAVO, EU en de WTO. Nederland verwacht dat de parlementsverkiezingen vrij en eerlijk zullen verlopen en stuurt 3 lange termijn waarnemers en 30 korte termijn waarnemers naar de verkiezingen. Nederland zal tevens uitdragen dat de politieke en economische hervormingen moeten doorgaan, wat de uitkomst van de parlementsverkiezingen en de samenstelling van een nieuwe regeringscoalitie ook is. Nederland is tevens van mening dat de ontwikkeling van betrekkingen tussen EU, respectievelijk NAVO, en Oekraïne afhankelijk is van de Oekraïense inspanningen en concrete resultaten bij de interne hervormingen

Wit-Rusland
De informele Raad zal eveneens spreken over de situatie in Wit-Rusland, in het bijzonder bij de aanstaande presidentsverkiezingen op 19 maart. Aan de orde komen de waarneming van het verkiezingsproces, de moeilijke positie van de oppositie, het belang van de goede onderlinge samenwerking tussen de verschillende oppositiepartijen en ondersteuning door de EU van het maatschappelijke middenveld en media. Ook zal worden ingegaan op de eventuele reacties van de EU op de mogelijke uitkomsten van de verkiezingen. Nederland draagt bij aan de voorgenomen ODHIR verkiezingswaarnemingsmissie middels 2 lange termijn waarnemers en 10 korte termijn waarnemers. Voorts zal naar verwachting gesproken worden over de relaties van de EU met de Wit-Russische autoriteiten, en de relaties van Wit-Rusland met Rusland.

Dialoog tussen de beschavingen
Voor de ontmoeting van de EU-ministers met de ministers van Buitenlandse Zaken van de 5 landen van de Westelijke Balkan en de kandidaat-lidstaten, heeft het Oostenrijkse Voorzitterschap de Turkse Minister van Buitenlandse Zaken, Abdullah Gül, uitgenodigd om zijn ideeën te presenteren over de dialoog met islamitische landen. Dit zal geschieden in het kader van het Spaans-Turkse initiatief voor een 'Dialoog der Beschavingen'. Nederland acht - mede in het licht van de cartoonkwestie - samenwerking en dialoog van groot belang. De EU dient de dialoog met de islamitische wereld te zoeken om gezamenlijk vooruit te kijken. In de Nederlandse optiek zal de discussie met de islamitische wereld vooral op het niveau van het maatschappelijk middenveld moeten worden gevoerd.


---- --