Toepassing van vloeistofmodel in wachtrijtheorie
Promotie Wiskunde
donderdag 9 maart 10.00 uur
In de wachtrijtheorie worden systemen bestudeerd waar klanten aankomen, eventueel wachten op hun bediening en weggaan nadat ze zijn geholpen. Bij sommige toepassingen van deze theorie, bijvoorbeeld in moderne communicatienetwerken, zijn de pakketjes data per individuele klant zo klein dat het eenvoudiger is om het binnengebrachte werk als een vloeistofstroom op te vatten. De inputstroom bij een vloeistofmodel is aan een kansmechanisme onderhevig, vergelijkbaar met dat in een systeem met klanten. Bij het standaard-vloeistofmodel komt vloeistof in een buffer terecht, waar het tijdelijk wordt opgeslagen als er meer vloeistof de buffer instroomt dan kan worden verwerkt. Dit roept de vraag op of we de kans dat de bufferinhoud een bepaalde drempelwaarde overschrijdt kunnen uitrekenen. Inzichten in deze kans zijn nuttig bij het ontwerpen van systemen waarin wachtrijen een rol spelen, aangezien er vaak kosten verbonden zijn aan buffercapaciteit. De bufferinhoud wordt bepaald door het kansmechanisme waaraan de inputstroom onderhevig is. Ton Dieker bestudeerde een aantal types inputstromen. Ook besteedt hij aandacht aan simulatie en netwerkmodellen. Het onderzoek is uitgevoerd op het Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI) te Amsterdam.
A.B. Dieker: Extremes and fluid queues. Promotor is prof. dr. M. Mandjes.
Meer informatie over de items in deze agenda kunt u krijgen bij de afdeling Persvoorlichting, tel. 020 - 525 2695, e-mail:
Universiteit van Amsterdam