Het college van B&W van Den Haag wil dat de gemeente ook in de
toekomst eigenaar blijft van de infrastructuur en de gebouwen van HTM
personenvervoer NV. Op voorstel van de Haagse wethouder van financiën
en cultuur drs. Else L.van Dijk-Staats wil het college daarom de
gebouwen en infrastructuur (rails etc.) onderbrengen in een aparte
vennootschap waarvan de aandelen voor 100% in handen van de gemeente
blijven.
Om de door het Kabinet opgelegde marktwerking in het openbaar vervoer
mogelijk te maken zal na de oprichting van deze aparte vennootschap
een meerderheidsbelang van 55 % van de aandelen van het
vervoersbedrijf worden verkocht. HTM kan daarna volgens de gestelde
voorwaarden van het ministerie vanaf 1 maart 2007 meedingen naar
vervoersconcessies.
Dit voorstel van het college is een direct gevolg van de Wet
Personenvervoer 2000. Volgens deze wet is er sprake van onverenigbare
belangen indien een gemeente zowel eigenaar is van een bedrijf dat
meedingt naar een concessie en tegelijkertijd ook een belangrijke stem
heeft in de aanbesteding van die concessie.
De gemeente Den Haag kiest met dit voorstel voor beïnvloeding van de
kwaliteit van het openbaar vervoer via het opdrachtgeverschap
(aanbesteding van de concessie).
Het voorstel van het college dient nog te worden besproken en
goedgekeurd door de Haagse gemeenteraad.
Gemeente Den Haag