Productschap Diervoeder

09/03/2006

Uitvoering van het Protocol Monitoring zware metalen in voedermiddelen en toevoegingsmiddelen uitgesteld

Bestemd voor: alle GMP+ gecertificeerde ondernemingen en de certificatie-instellingen

Het onlangs vastgestelde Protocol P13 Monitoring zware metalen in voedermiddelen en toevoegingsmiddelen blijkt in de praktijk op een aantal uitvoeringsproblemen te stuiten. Van verschillende kanten is aangedrongen om deze problemen eerst op te lossen en dan het protocol pas van kracht te verklaren. Binnenkort zal een werkgroep met deskundigen zich over de uitvoeringsproblemen buigen.

Op 16 februari jongstleden is het Protocol Monitoring zware metalen in voedermiddelen en toevoegingsmiddelen gepubliceerd. Dit protocol verplicht GMP+ - gecertificeerde ondernemingen tot het analyseren van de zware metalen in iedere partij van bepaalde voedermiddelen en toevoegingsmiddelen.

Gebleken is dat de uitvoering van het protocol op een aantal praktische problemen stuit. Deze problemen hebben onder meer te maken met de definitie van een partij (bijv. als er sprake is van continuproductie), welke producten nu precies onder de reikwijdte van dit protocol vallen, de normen, de onderzoeksmethoden en de vraag wie de eerst verantwoordelijke is voor de analyses. Een werkgroep zal zich binnenkort over de vragen buigen en oplossingen bedenken.

Bovenstaande betekent overigens niet dat de eisen en voorwaarden, die GMP+ stelt aan de beheersing van de niveaus van zware metalen, komen te vervallen. Deze blijven onverminderd van kracht en deelnemende bedrijven dienen aan te tonen dat zij de risico's van dit soort producten beheersen.