Unicef
Topdelegatie ziet hoop en wanhoop in Grote Merengebied
07 maart 2006, Nairobi, Kenia - Een van de gewelddadigste conflicten
sinds de Tweede Wereldoorlog. Zo kun je de (burger)oorlogen in het
Grote Merengebied gerust omschrijven. De landen in Midden-Afrika
hebben stuk voor stuk veel te lijden gehad. Alleen in de DR Congo zijn
al vier miljoen doden geteld. De algemeen directeuren van drie
VN-hulporganisaties, waaronder Unicef, trokken gezamenlijk door het
gebied waar hoop en wanhoop elkaar voortdurend afwisselen.
Ann M. Veneman, directeur Unicef Internationaal, met een groep
studenten in de provincie Zuid-Kivu in de DR Congo. Foto:
Unicef/Raymond
Ann M. Veneman, directeur Unicef Internationaal, met een groep
studenten in de provincie Zuid-Kivu in de DR Congo. Foto:
Unicef/Raymond
James Morris van het Wereldvoedselprogramma (WFP), Antonio Guterres
van vluchtelingenorganisatie UNHCR en Ann M. Veneman van Unicef
bezochten afgelopen week de DR Congo, Burundi, Rwanda, Kenia en
Tanzania.
Uitzicht op betere tijden
"Verlies ons niet uit het oog! Sluit ons niet buiten in deze cruciale
periode. Anders riskeren we een nieuwe nachtmerrie." Het was een veel
gehoorde opmerking die de drie directeuren te horen kregen van de vele
vluchtelingen. Zij doelden op de broze vrede die er sinds enige tijd
heerst in het Grote Merengebied. Morris: "Er is uitzicht op de
beëindiging van de regionale crisis."
Het drietal directeuren heeft de boodschap begrepen, bleek uit een
gezamenlijke verklaring aan het eind van hun reis. "Om daadwerkelijk
vrede te krijgen en de levens van de mensen weer op te bouwen, is
steun van onze kant cruciaal. We moeten nu onze inspanningen
verdubbelen." Daarom vragen alledrie de organisaties om extra
financiële middelen.
Gezamenlijke inspanningen
En die inspanningen moeten in de toekomst samen worden gedaan. Zoals
Morris, Guterres en Veneman gezamenlijk optrokken, zo moet er ook
samen worden gewerkt om de duizenden vluchtelingen en ontheemden te
helpen en bescherming te bieden. "De hoop die al deze mensen hebben om
weer een leven op te bouwen moet beantwoord worden door meer
internationale samenwerking en inspanning", aldus de 'trojka'.
In de haven van Baraka in het noordoosten van de DR Congo worden
vluchtelingen begroet die terugkeren uit Tanzania. Foto:
Unicef/Raymond
In de haven van Baraka in het noordoosten van de DR Congo worden
vluchtelingen begroet die terugkeren uit Tanzania. Foto:
Unicef/Raymond
(Wan)hoop
De honderdduizenden vluchtelingen helpen is van essentieel belang,
want dagelijks gebeuren er nog steeds dramatische dingen. Vol
afgrijzen hoorden de drie de verklaring aan van een twaalfjarig meisje
uit de DR Congo dat door vier mannen was verkracht. Veneman:
"Dramatisch en onacceptabel. Kinderen en vrouwen moeten beschermd
worden." Verschrikkelijke gebeurtenissen, maar er zijn ook kleine
lichtpuntjes. De verkiezingen in de DR Congo bijvoorbeeld. Miljoenen
mensen hebben zich als kiezer laten registreren voor de eerste vrije
verkiezingen in 45 jaar.
Project aan de basis
Het drietal bezocht ook verschillende projecten, waaronder de Maman
Yemo-school in Zuid-Congo. Samen met AVSI, een lokale partner,
ondersteunt Unicef deze school op veel terreinen. Van het verbeteren
van de sanitaire voorzieningen in het schoolgebouw tot aan training
van docenten en het leveren van nieuw schoolmateriaal. Vooral jonge
meisjes moeten (weer) naar school. Daar ligt de toekomst, maar nog
steeds gaan zij minder naar school dan jongens. Deze kleinschalige
projecten zijn de basis voor een normaal leven. Een leven dat niet
wordt overschaduwd door geweld.