Toespraak staatssecretaris Van Geel op het symposium 'Toekomstscenario
Duurzaam Den Haag' op 23 februari 2006 met als titel "Samen sterk voor
duurzaamheid"
Inleiding
Dames en heren,
De afgelopen weken heb ik in Den Haag vaker gesproken over de noodzaak
van een transitie naar een duurzame energiehuishouding. Steeds ging de
aandacht uit naar kernenergie. Ik wil het vandaag echter vooral met u
hebben over energiebesparing en natuurlijk over hernieuwbare energie.
Andere opties, zoals de ondergrondse opslag van CO en kernenergie,
zijn voor deze regio niet echt van belang.
De dreigende klimaatverandering en de luchtverontreiniging dwingen ons
tot een transitie naar een duurzame energievoorziening. Ons klimaat
verandert ingrijpend - bovendien in een tempo dat veel hoger ligt dan
verwacht.
Aan ons de zware taak die verandering te beteugelen en ons te
beschermen tegen de effecten ervan. Die taak moet mondiaal worden
aangepakt. Maar daarbij zijn wel trekkers en koplopers nodig. Passief
afwachten getuigt niet van goed wereldburgerschap.
U kent bovendien de problemen met de luchtkwaliteit, met alle
gezondheidsrisico's van dien. Zeker een dichtbevolkte stadstaat als
Nederland worstelt hiermee. En hoewel luchtverontreiniging zich lokaal
voordoet, is de oorzaak ervan zeker bovenlokaal.
Een groot deel van de vervuiling komt immers van over de grens. Daarom
moet ook de oplossing internationaal worden gezocht, met name in
Europa. De eisen aan vervuilingsbronnen als auto's worden in Brussel
geformuleerd. Zonder Europese rugdekking staan we op lokaal niveau met
tamelijk lege handen.
Omgekeerd kan de transitie naar een duurzame energiehuishouding
evenmin zonder lokale uitvoering. Uw initiatief is dan ook bijzonder
waardevol. Op lokaal niveau slaan overheden en private partijen de
handen ineen voor duurzaamheid.
Landelijke aanpak
Uw initiatief sluit goed aan bij de landelijke aanpak. Zo hebben
recentelijk zes departementen hun krachten gebundeld in een
gezamenlijke programmadirectie voor duurzame energie. Op dit punt geen
verkokering meer in Den Haag, maar juist samenwerking - tussen
overheden en private partijen. Kennis en ideeën worden bij elkaar
gebracht, ambities geformuleerd. Dit alles onder het toeziend oog van
de Task Force Energietransitie onder leiding van Rein Willems, de
volgende spreker.
Ik verwacht veel van deze broodnodige aanpak.
De inzet van de EU na Kyoto is waarschijnlijk bekend: 15 tot 30%
reductie van CO2 emissies in 2020 ten opzichte van 1990. De stap van
15 naar 30% kan via maatregelen in het buitenland worden ingevuld,
maar de binnenlandse emissies moeten dan over 15 jaar met 15% zijn
gedaald. Recent hebben het ECN en MNP de keuzemogelijkheden in beeld
gebracht.
De aanbevelingen van de Task Force zullen hopelijk bouwstenen
aandragen om keuzes te maken.
Publiek-private duurzaamheid
Ik sprak net over de samenwerking tussen publieke en private partijen.
Het gaat om situaties waarbij er een publieke verantwoordelijkheid
ligt, maar de inbreng van private partijen noodzakelijk is om de
ambities waar te maken. Samenwerking dus is meer dan de som van losse
plannen. Samenwerking inspireert, spreidt risico's maar ook successen
en stelt beide kanten in staat randvoorwaarden te formuleren.
Zo wil het kabinet dat Nederland duurzaam gaat ondernemen. Enerzijds
voor het milieu, anderzijds omdat het kansen biedt voor het
Nederlandse bedrijfsleven. Dat kan innovatieve en duurzame oplossingen
en producten internationaal aan de man brengen. De overheid geeft zelf
het goede voorbeeld en stuurt en passant de private sector bij. In
2010 moet het Rijk voor 100% duurzaam inkopen en aanbesteden. Van de
inkoop van koffie en dienstauto's tot het aanbesteden van openbaar
vervoer. In totaal gaat om een bedrag van 30 miljard euro per jaar.
Lagere overheden worden gestimuleerd om hierin zoveel mogelijk mee te
gaan.
Een meer ondubbelzinnig voorbeeld van publiek-private samenwerking is
de onlangs voltooide renovatie van het ministerie van Financiën in
deze stad. Bij dit eerste PPS-project is de hele keten - ontwerp,
bouw, financiering, exploitatie - in een geïntegreerd contract
aanbesteed. Inclusief ambitieuze eisen aan de duurzaamheid ervan.
Zo scoort dit project op de milieu-index van de Rijksgebouwendienst
1/3 hoger dan vereist. Bijzondere aandacht ging uit naar het
gebouwgebonden energiegebruik. De elektriciteit bijvoorbeeld is voor
100% afkomstig uit hernieuwbare bronnen. Bij het ontwerp is de
drie-stappen-strategie gebruikt, de zogenaamde trias ecologica:
1. beperken van onnodig gebruik;
2. gebruik van hernieuwbare bronnen;
3. eindige bronnen zo efficiënt mogelijk gebruiken.
Publiek-private samenwerking kan dus een belangrijke bijdrage leveren
aan de verduurzaming van onze samenleving - direct en indirect. Het
Convenant Duurzaam Den Haag is daarvan eveneens een bewijs.
Rol lokale spelers
Om bij het lokale te blijven - hoe besparen we energie en hoe maken we
de omslag naar hernieuwbare bronnen op lokaal niveau? Wat kunnen het
rijk en het Platform Duurzaam Den Haag voor elkaar betekenen? In de
eerste plaats moet de landelijke aanpak van de energietransitie naar
het lokale en regionale niveau worden vertaald.
Dat gebeurt al volop. Denk aan de aanpak in de Energy Valley in het
Noorden, en in de Rijnmond. Maar de Rijnmond is een uniek gebied. Van
groot belang voor klimaat en luchtkwaliteit, maar met kenmerken die je
elders in Nederland niet aantreft. Daarom is het Platform Duurzaam Den
Haag zo waardevol. Uw aanpak kan in heel het land worden toegepast. Ik
zal dan ook zoeken naar de middelen om dat te doen.
In de eerste plaats zou ik het Klimaatverbond van Nederlandse
gemeenten willen uitnodigen dit concept onder haar leden te promoten.
Een titel voor de aanpak is snel gevonden: 'Om de gemeente'.
Daarnaast zal ik zo'n gemeentelijke aanpak zo veel mogelijk
ondersteunen. Zoals u wellicht weet hebben rijk, provincies en
gemeenten enkele jaren geleden in het BANS-convenant klimaatafspraken
gemaakt.
Zo'n 250 gemeenten maken gebruik van de bijbehorende subsidieregeling
voor apparaatskosten. De mogelijkheden voor een BANS-II worden nu
verkend. De Haagse aanpak past daar mijns inziens prima bij.
Beleid Rijksoverheid
Nu al ondersteunt het rijk op verschillende manieren de
energietransitie. Wanneer de Tweede Kamer binnenkort instemt met het
langer in bedrijf houden van de kerncentrale in Borssele, stelt het
kabinet
250 miljoen beschikbaar voor duurzaamheid. Dit zal gelijkelijk worden
verdeeld over energiebesparing, hernieuwbare energie en schoon
fossiel. Het pakket aan maatregelen bevat tenderregelingen die kansen
bieden voor projecten in uw regio.
Mijn eigen departement is verantwoordelijk voor de nationale
klimaat-doelen en voor energiebesparing in de gebouwde omgeving. Dat
laatste betreft zowel toekomstgerichte nieuwbouw als het verbeteren
van de energiekwaliteit van de bestaande voorraad.
Energieprestatienorm
Eerder vandaag overlegde ik in de Tweede Kamer over de aanscherping
van de energieprestatienorm voor nieuwbouw. De recente aanscherping
van 1,0 naar 0,8 heeft heel wat voeten in de aarde gehad.
De vraag is of we onze ambities ook weten te vertalen in instrumenten
en concreet beleid, in actie. Ik verwacht dat 'Om Den Haag' aan dat
laatste bijdraagt. Ga dus op zoek naar de uitdaging en maak het
verschil. Bijvoorbeeld door nieuwbouwprojecten te stimuleren die beter
scoren dan de wettelijke norm.
Want de wettelijke norm legt weliswaar de basis, maar koplopers maken
het verschil. Zij zetten de norm voor de toekomst.
U begrijpt dan ook dat ik gemeenten, die projectontwikkelaars vragen
een strengere norm te hanteren dan de 0,8, zeker niet op het matje zal
roepen. Alle kritiek ten spijt.
Maar hoe belangrijk nieuwbouw met een hoge energiekwaliteit ook is,
bestaande bebouwing zal nog lang het beeld blijven bepalen. In de
binnenkort te verschijnen Toekomstagenda Milieubeleid zal ik daarom
voorstellen om bestaande woningen in te delen naar hun
energiekwaliteit. Een label-systeem dat we al kennen van auto's en
huishoudelijke apparaten.
De introductie van zo'n systeem wordt mogelijk gemaakt door de nieuwe
Europese EPBD-richtlijn voor energiebesparing in woningen en gebouwen.
Overigens plaatst het kabinet kanttekeningen bij de extra kosten van
de richtlijn. Zonder af te doen aan het doel ervan uiteraard. Daarom
proberen we nu de kosten van de richtlijn te beperken en de baten
juist te vergroten.
De voorgenomen labelling kan de basis vormen voor meer initiatieven om
energiebesparing te stimuleren. Bijvoorbeeld door het te koppelen aan
financiële prikkels, aan het huurwaardesysteem of aan de
energiebesparingscertificaten die door de minister van Economische
Zaken worden voorbereid. Het past allemaal in onze zoektocht naar
instrumenten waarmee we onze ambities op het terrein van klimaat en
luchtkwaliteit kunnen invullen. Wie weet kan ook op dit vlak worden
samengewerkt met 'Om Den Haag'. Waarom niet juist hier het eerste
experiment met energielabelling van woningen?
Alledaagse zaken
Dames en heren,
Veel transitieprojecten richten zich op het bijzondere, op de
voorhoede. Ik juich dat toe. Tegelijkertijd is er juist met alledaagse
maatregelen nog een wereld te winnen. Mijn beleid richt zich daar dan
ook op. Eigenaren van gebouwen worden juridisch verplicht tot de
implementatie van maatregelen die in minder dan 5 jaar kunnen worden
terugverdiend.
En bij de huidige hoge energieprijzen vallen steeds meer maatregelen
in die categorie. Een wereld te winnen dus, zoals ik net al zei.
Het schrappen van overbodige milieuregelgeving zal dan ook aan deze
regel voor energiebesparing voorbijgaan. Wel wil ik de focus richten
op de prestaties van de wat grotere gebouwen.
Aan de partijen die deelnemen aan "Om Den Haag" zou ik willen vragen:
pas deze regel ook toe op uw eigen gebouwen. Heeft u wel alle
maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar genomen? Een vraag die
ik ook aan de deelnemende Rijksgebouwendienst stel.
Sommige gemeenten pakken hier de draad op, Amsterdam voorop. In een
speciaal project neemt men in de hoofdstad de koel- en vriesapparatuur
in de supermarktketen onder de loep. Winkeliers worden aangesproken op
hun verantwoordelijkheid en voorgelicht over besparingsmogelijkheden
en kosten.
Maar het sluitstuk is wel dat de gemeentelijke overheid de Wet
milieubeheer en onderliggende AmvB's uitvoert. Dat is misschien niet
altijd een populaire boodschap, maar het dient wel een doel.
We hebben immers een ambitie. Het is de ambitie om de transitie te
maken naar een duurzame energiehuishouding. Het is de ambitie om
klimaatverandering en luchtverontreiniging tegen te gaan. Het is de
ambitie, tenslotte, om serieus werk te maken van duurzaamheid.
Slot
Dames en heren,
Ik rond af. Mijn waardering voor uw initiatief ' Om Den Haag' is
oprecht groot. Ik heb zojuist geprobeerd verbanden te tonen tussen uw
project en het bredere rijksbeleid. Wellicht dat mijn suggesties u
kunnen helpen in uw zoektocht naar synergie en samenwerking.
Ga dus door met uw goede werk en - dat vooral - ' Probeer het verschil
te maken'. Alleen dan komen onze ambities binnen handbereik.
Ik dank u wel.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer