Partij voor de Dieren
06-03-2006
Malafide hondenhandel gebaat bij regelschrappende minister
Amsterdam, 6 maart 2006 - De Partij voor de Dieren roept de Tweede
Kamer op minister Veerman in een Kamerdebat ter verantwoording te
roepen over de gevolgen van zijn regelschrappende beleid voor
duizenden weerloze dieren. De reportage van Tros Radar over de
internationale malafide handel in honden, die vanavond wordt
uitgezonden, maakt pijnlijk duidelijk dat een zich terugtrekkende
overheid op het gebied van wet- en regelgeving ten aanzien van
dierenwelzijn, een regelrechte ramp vormt voor dieren. Opsporing en
vervolging van dierenmishandeling heeft nauwelijks prioriteit.
Eerder al heeft de Partij voor de Dieren er bij minister Veerman op
aangedrongen maatregelen te treffen rond het functioneren van de
inspectiediensten, die belast zijn met het handhaven van
dierenwelzijnswetgeving. De minister antwoordde echter "geen
aanleiding te zien" het functioneren van de Algemene
Inspectiedienst tegen het licht te houden.
Verontrustende berichten over de malafide hondenhandel duiken al
sinds 1995 regelmatig op, maar hebben tot nu toe nog niet geleid
tot maatregelen. Het beleid van LNV-minister Veerman, dat gericht
is op zelfregulering door de sector, het schrappen van regels tot
uitgangspunt heeft en handhaving en controle geen enkele prioriteit
geeft, biedt zelfs een zeer geschikt klimaat voor iedereen die geld
wil verdienen aan het fokken van en handelen in dieren. Daarvan
worden niet alleen honden het slachtoffer. Nederland blijkt een van
de belangrijkste spelers op het gebied van de (illegale) handel in
exotische dieren, die in omvang net zo lucratief en grootschalig is
als de handel in drugs. Een klokkenluider binnen de AID liet in een
interview met dagblad de Telegraaf vorig jaar weten dat er
nauwelijks controle is op deze handel.
In 2004 signaleerde de Dierenbescherming voor het eerst dat
Oost-Europa langzaam maar zeker de positie van Belgie over neemt
als het gaat om de import van honden naar Nederland. Onduidelijk is
op welke schaal deze handel exact plaatsvindt, maar de reportage
van Radar bevestigt het sterke vermoeden dat het om een welig
tierende huisdieren bio-industrie gaat. Pups blijken op de leeftijd
van vier weken al bij hun moeders te worden weggehaald om op de
lokale markt in de vrieskou te worden verkocht vanuit de kofferbak.
Fokteven zijn gedegradeerd tot puppy-producerende machines en
moeten onder erbarmelijke omstandigheden in sterk vervuilde kooien
nest na nest werpen tot de dood er op volgt. De pups zijn veelal
ziek en vertonen vaak erfelijke afwijkingen en gestoord gedrag. De
hondjes worden in Nederland traditioneel via krantenadvertenties
verkocht, maar sinds de opkomst van veiling- en handelsites op
internet vormt dit medium een van de belangrijkste platforms voor
de handel in dieren.
De Partij voor de Dieren vindt dat het parlement de minister ter
verantwoording moet roepen over de gevolgen van het door hem
gevoerde beleid ten aanzien van het welzijn van dieren. Ook de
veiligheidsrisico's met betrekking tot de insleep van dierziekten,
rechtvaardigen strenge maatregelen zoals een importverbod voor niet
geregistreerde honden. De door de minister bij zijn aantreden
uitgesproken doelstelling het aantal regels binnen de LNV-sectoren
met de helft te verminderen, heeft voor dieren onaanvaardbare
consequenties met zich meegebracht. De PvdD roept de Tweede kamer
daarom op naar aanleiding van de nieuwe gegevens die wijzen op
massale internationale malafide hondenfokkerij en handel, het
desastreuze beleid van minister Veerman aan een kritisch debat te
onderwerpen.