Gemeente Breukelen


Breukelen wint rechtzaak Centrumplan

De Voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht heeft uitspraak gedaan in de rechtzaak rond het Centrumplan die juwelier Van t Hof tegen de gemeente had aangespannen. De bezwaren van eiser Van t Hof zijn door de rechtbank ongegrond verklaard. De gemeente Breukelen is op alle punten in het gelijk gesteld, heeft wethouder Van der Horst vandaag bekendgemaakt. De uitspraak is onherroepelijk. Ahold Vastgoed gaat nu zo snel mogelijk met de bouw van een supermarkt, aanvullende winkelvoorzieningen en bovenwoningen aan de Markt/Dannestraat beginnen.

De belangrijkste vraag die de rechter moest beantwoorden was of in redelijkheid vrijstelling kon worden verleend voor het bouwplan van AHOLD en of in de belangafweging het parkeerbelang voldoende is meegewogen. De Voorzieningenrechter oordeelde dat het besluit tot verlening van de bouwvergunning door de gemeente zorgvuldig genoeg is voorbereid. De gevolgde procedure en het verrichte parkeeronderzoek rechtvaardigen deze conclusie ondanks hetgeen wat door de eiser Van 't Hof hiertegen is aangevoerd.

De eis van Van 't Hof dat er parkeerbalans had moeten worden opgemaakt erkent de rechter niet. Uit de toelichting van de Grontmij en van TNO die een second-opinion uitvoerde, kan worden opgemaakt dat een parkeerbalans het aangwezen instrument is in de situatie van een geheel nieuwe ontwikkeling. Niet in een bestaande situatie zoals waarvan bij dit bouwplan sprake is. Het argument dat het rapport van de Grontmij onnauwkeurigheden bevat en daarom niet te grondslag kan dienen voor het bestreden besluit wordt ook niet overgenomen. Mede op basis van de toelichting ter zitting is de rechter van oordeel dat het rapport niet dusdanige gebreken danwel leemten bevat, dat het niet bruikbaar zou zijn en niet mocht worden gebruikt. In tegendeel, de rechter oordeelde dat het parkeerbelang voldoende heeft meegewogen in de besluitvorming.

Het advies van de Commissie Bezwaarschriften Abcoude & Breukelen waarbij wordt geadviseerd aan de bouwvergunning een financiële voorwaarde te verbinden teneinde een gebouwde parkeervoorziening te kunnen realiseren, is in het collegebesluit afdoende gemotiveerd afgewezen. Het gaat te ver hier een nadere onderbouwing voor te verlangen als geëist door de eiser. Omdat alleen het bouwplan van AHOLD ter discussie staat, hoeft niet te worden ingegaan op de eis om aan te geven op welke andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte kan worden voorzien. Ook de wijze van politieke besluitvorming die de eiser aanvoerde, blijft buiten de beoordeling.

De gemeente heeft altijd het volste vertrouwen in een goede afloop van de procedure gehad maar betreurt het dat de voortgang van de plannen vertraging heeft opgelopen door het vasthouden aan een standpunt van een enkele ondernemer. Ahold gaat nu zo snel mogelijk met de bouw starten.