Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
16 februari 2006 SV/AL/06/15367
nr. 2050608040
Onderwerp Datum
Kamervragen van het lid Bussemaker over 6 maart 2006
WIA-hiatproducten
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over WIA-
hiaatproducten.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
2050608040
Vragen van het lid Bussemaker (PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over
WIAhiaatproducten. (Ingezonden 15 februari 2006)
Vraag 1
Kent u het artikel van Le-Tjong Ching over WIA-hiaatproducten? 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
2
Deelt u de mening van de auteur dat bij dergelijke producten de prikkel tot werkhervatting in stand dient te
blijven en dat de drempelvrees bij werkgevers om deels arbeidsgeschikte personen in dienst te nemen, dient te
worden verlaagd?
Antwoord 2
Ik acht het belangrijk dat bij aanvullingen op de WIA-uitkering de prikkel tot werkhervatting in stand blijft. Ook
vind ik het belangrijk dat bij werkgevers een eventuele drempelvrees om deels arbeidsgeschikte werknemers in
dienst te nemen, wordt weggenomen. De reïntegratie-instrumenten zijn daar ook op gericht. Waar het gaat om
een gepercipieerde drempel wijs ik op de Beeldvormingscampagne gedeeltelijk arbeidsgeschikten.
Vraag 3
Acht u het wenselijk dat eigenrisicodragers en hun verzekeraars WGA'ers in dienst nemen in plaats van hun
een vervolguitkering uit te betalen, wat ertoe kan leiden dat het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
(UWV) opdraait voor de loonaanvulling als de betreffende WGA'ers hierdoor op papier voldoen aan de
voorwaarde dat zij ten minste 50% van hun resterende verdiencapaciteit gebruiken?
Antwoord 3
Het voorstel van de schrijver houdt in dat een eigenrisicodrager of verzekeraar de gedeeltelijk arbeidsgeschikte
werknemers in dienst neemt en een loon betaalt. Het gevolg hiervan is dat deze werknemers voldoen aan de
inkomenseis en recht op loonaanvulling in plaats van een vervolguitkering krijgen. De schrijver lijkt echter in de
veronderstelling te verkeren dat eigenrisicodragers de kosten van de loonaanvulling niet zelf hoeven te dragen,
maar deze geheel terug krijgen van het UWV. Dit is echter een misverstand. Het deel van de loonaanvulling ter
hoogte van de vervolguitkering (70% van het arbeidsongeschiktheidspercentage maal minimumloon) moeten zij
zelf betalen. Het meerdere kunnen zij declareren bij het UWV. Het door de auteur veronderstelde financieel
voordeel treedt daardoor niet op. Om deze reden acht ik het onwaarschijnlijk dat verzekeraars werknemers in
dienst nemen en een loon betalen als daar geen productieve arbeid tegenover staat.
Als een verzekeraar kiest voor een constructie met een detacheringspool waarbij de gedeeltelijk
arbeidsgeschikten in dienst zijn, heeft hij uiteraard loon- en organisatiekosten. Ervan uitgaande dat de
verzekeraar heeft toegezegd 70% van het oude loon te betalen aan de gedeeltelijk arbeidsgeschikte, treedt
financieel voordeel pas op als het loon tenminste de helft van de resterende verdiencapaciteit bedraagt én de
werknemer productieve arbeid verricht. Is dat laatste niet het geval, dan heeft de verzekeraar geen financieel
voordeel. Een afwenteling op het UWV is daarom in mijn ogen onwaarschijnlijk. Verricht de werknemer wel
productieve arbeid, dan treedt uiteraard wel financieel voordeel op. Dit is echter ook zonder een
detacheringspool per definitie het geval.
Voor de volledigheid wijs ik erop dat het bij de inkomenseis die in de WGA geldt voor de loonaanvulling, gaat
om inkomen uit arbeid in het bedrijfs- en beroepsleven.
Vraag 4
Beschouwt u het instrument van detacheringspools van WGA'ers als een geschikt middel om de prikkel tot
werkhervatting te verbeteren, de drempelvrees bij werkgevers te verlagen en de inkomenszekerheid van
gedeeltelijk arbeidsgeschikten te vergroten? Zo ja, bent u dan bereid dit instrument bij de sociale partners onder
de aandacht te brengen?
Vraag 5
Ziet u juridische of praktische belemmeringen voor de opzet van dergelijke detacheringspools? Zo ja, hoe
kunnen deze worden weggenomen?
Antwoord 4 en 5
Verzekeraars hebben altijd aangegeven goed in staat te zijn gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers te
reïntegreren. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door hen te scholen en te bemiddelen. Verzekeraars hebben tot nu
toe niet aangegeven dat voor het bereiken van deze resultaten detacheringspools waarvoor in het algemeen
gesproken geen belemmeringen zijn- nodig of wenselijk zijn.
1) Pensioenadvies, 31 januari 2006
3
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid