Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

WOB-verzoeken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : INH. 2006/141
datum : 06-03-2006
onderwerp : Agrologistiek in uitvoering: de derde rapportage bijlagen : 1

Geachte Voorzitter,

Hierbij ontvangt u onze jaarlijkse rapportage over de voortgang van de implementatie van de Visie Agrologistiek (2002). Deze rapportage doe ik u toekomen mede namens de minister van Verkeer en Waterstaat. U heeft twee eerdere voortgangsrapportages gekregen, te weten op 24 juni 2003 en 11 november 2004.

Het doel van de Visie Agrologistiek is een bijdrage te leveren aan het verder ontwikkelen van een duurzame, innoverende en vervoersefficiënte agrologistiek ten behoeve van behoud en versterking van economisch krachtige en maatschappelijk verantwoorde agroketens. In deze brief ga ik in op een aantal leerervaringen van het Platform Agrologistiek bij het faciliteren van de projecten met name op het gebied van de samenwerking met andere overheden, de relatie tussen agrologistiek en greenports en het 'massamaken', dat wil zeggen een bredere toepassing door ondernemers en overheid van de Visie Agrologistiek.

Samenwerken met andere overheden

In het kader van het programma Andere Overheid is LNV onder meer bezig met het voorbeeldproject Ruimte voor Ondernemers. Dit project komt voort uit de rijksbrede commissie Werkwijze en Cultuur. Centraal staan hierbij ondernemers die (innovatief) willen ondernemen, maar die tegen allerlei problemen aanlopen als ze bij de overheid (Rijk, provincie of gemeente) aankloppen. Deze problemen hebben vaak te maken met de werkwijze van de overheid. Door aard en opzet van de werkzaamheden van het Platform Agrologistiek is een logische samenwerking met dit project totstandgekomen, waarbij geprofiteerd wordt van elkaars ervaringen.

Een van de belangrijkste leerpunten bij het verwezenlijken van innovaties is dat intensieve samenwerking nodig is op zowel bestuurlijk als ambtelijk niveau met het desbetreffende project (bedrijfsleven). Dit kunnen we nu weer constateren naar aanleiding van het voorbeeld van het Zuivelpark DOC Kaas in Hoogeveen, waar ik op 18 januari het startschot voor de tweede fase heb gegeven. Het feit dat ik die handeling heb mogen en kunnen verrichten is vooral aan deze manier van samenwerking te danken. Dit leerpunt werd al eerder opgemerkt in twee door het Platform Agrologistiek geëntameerde studies.1
Randvoorwaarden hierbij zijn dat de samenwerkende partijen begrip hebben voor elkaars positie, (bijvoorbeeld procedureaspecten versus economische aspecten), in 'kansen' denken en een open communicatie onderhouden, ook richting de burger. Dit alles kost bij ieder project tijd, inzet en bovenal enthousiasme van de betrokkenen en vertrouwen in elkaar.
Bij een groot deel van de pilotprojecten blijkt dat de rol van provincie en gemeenten cruciaal is. Immers zij gaan over de ruimte en moeten de benodigde vergunningen verlenen.
Samen met V&W ben ik van plan om een aantal acties te starten om gemeenten en provincies kennis te laten maken met de mogelijkheden die Agrologistiek en Transportbesparing2 bieden op het gebied van milieuvoordelen (zoals verbetering van de luchtkwaliteit), tegengaan van versnippering van het landschap en dierenwelzijn. Waar mogelijk worden hierbij ook de VNG en de Verenigde Kamers van Koophandel betrokken. Deze acties hebben onder meer betrekking op het 'massamaken' waarover ik u hieronder verder informeer. Punt van aandacht is dat agrologistiek en transportbesparing meerdere afdelingen van gemeenten en provincies betreffen. Dit betekent ook dat een nauwe samenwerking tussen bijvoorbeeld gemeentelijke afdelingen plaats moet vinden, wil een project kans van slagen hebben.

Greenports en agrologistiek

De greenports zijn een voorbeeld van een geslaagd agrologistiek concept avant la lettre. Alle schakels in de keten zijn fysiek gesproken dicht bij elkaar aanwezig en versterken elkaar. Het Platform Agrologistiek heeft opdracht gegeven om te onderzoeken hoe zij in de toekomst zo optimaal mogelijk kunnen blijven functioneren. Bij deze studie wordt in kaart gebracht welke infrastructurele knelpunten er zijn en welke in de toekomst zullen gaan spelen. De studie moet bijdragen aan een door overheid en bedrijfsleven gedeelde agenda voor infrastuctuur en agrologistiek.
Bijzonder interessant zijn de ontwikkelingen binnen greenport Venlo. Het project combineert investeringen in een spoorweg- en bargeterminal met de ontwikkeling van een fresh food park waar producten worden verhandeld en verwerkt. Tussen ondernemers en de diverse gemeenten bestaat een nauwe samenwerking. In het kader van het rijksprogramma Brabant/Limburg werken de departementen constructief samen. Ook een ander aspect van greenports heeft mijn aandacht, namelijk de architectonische kant. Ik heb opdracht gegeven voor het organiseren van gesprekken in de regio over de mogelijkheden die landschappelijke inpassing en architectuur bieden. Om bij het hierboven aangehaalde voorbeeld van DOC Kaas te blijven: hier was een goed landschappelijk ingepast ontwerp belangrijk om voor draagvlak te zorgen. Omdat voor het hele zuivelpark een goedgekeurd masterplan is ontworpen, kan de gemeente sneller werken.
In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur zijn ontwerpateliers rond greenports aangekondigd.

Massamaken

De opdracht aan het Platform Agrologistiek was om te kijken hoe de drie pijlers van de Visie Agrologistiek (clusteren, verbinden en regisseren) in de praktijk werkten. Doel is te zorgen dat er minder vrachtverkeer op de weg komt. Voor de ondernemer is het voordeel dat hij lagere kosten heeft (zeker met de huidige hoge olieprijzen) en dat zijn verse producten op tijd op hun bestemming zijn. Voor de samenleving is het voordeel dat er minder CO2-uitstoot, fijnstof, versnippering van het landschap en gesleep met dieren is. Het Platform faciliteert een aantal pilotprojecten, die als voorbeeldproject kunnen dienen. Echter, wil de Visie echt zoden aan de dijk zetten dan zal het niet bij de elf pilotprojecten moeten blijven. En zal er 'massa' gemaakt moeten worden. Het Platform heeft daarop de volgende acties in gang gezet, die meer innovaties moeten aanjagen. De acties zijn gebaseerd op de ervaring die het Platform de afgelopen paar jaar heeft opgedaan.

Financiële middelen om innovaties te faciliteren

Het introduceren van een Financiële Wegwijzer Agrologistiek op de bestaande website www.agrologistiek.nl is een manier om ondernemers te attenderen op financiële mogelijkheden. Op de Financiële Wegwijzer Agrologistiek staan Europese, nationale en provinciale subsidies, borgstellingen en kredietverleningen op het gebied van agrologistiek. Hierbij is gebruik gemaakt van bestaande subsidiedatabanken. Doelgroepen zijn bedrijven en overheden die te maken hebben of te maken krijgen met agrologistiek. Het (financiële) steuntje in de rug om meer massa te verkrijgen is volgens het 'veld ' hard nodig. Het in de markt zetten van innovaties kost het nodige kapitaal. Waar vooral behoefte aan is, zijn instrumenten als budgetten voor marketingondersteuning en risicodragende leningen: venture capital. In het Platform is afgesproken om na te gaan welke mogelijkheden er zijn voor agrologistiek met betrekking tot venture capital. Aansluiting met bestaande initiatieven lijkt in de rede te liggen. Evaluaties van LNV-regelingen gericht op samenwerking in ketens (AKK) laten zien dat er behoefte is aan een instrument dat kleinere groepen ondernemers in de keten ondersteunt in innovatieve keten- en clustersamenwerking. De focus ligt hierbij op betere benutting van bestaande kennis.
Het kabinet wil in het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP2) 2007-2013 het thema samenwerking bij innovatie in de keten als prioriteit aanmerken. Bij de ontwikkeling van dit programma zal dit nader worden uitgewerkt.

Netwerk gebruiken

Initiatieven en innovaties zijn vaak goed bedoeld, maar het ontbreekt aan een clustering van initiatieven waarmee echte veranderingen tot stand kunnen worden gebracht.
Leden van het Platform Agrologistiek hebben het op zich genomen om te kijken hoe een aantal initiatieven kunnen worden gebundeld, bijvoorbeeld door een eventuele koppeling van het project UnitNet (zie bijlage) met geconditioneerd containervervoer (Coolboxx).

Communicatie

Communicatie blijft een belangrijk speerpunt. Op verzoek van de voorzitter van de Nationale Logistiek Week trad ook het Platform Agrologistiek in die week nadrukkelijk naar voren. Het Platform deed dat met een tweetal gebeurtenissen, namelijk een internationaal seminar op 3 november 2005 en het tv-programma Nederland in Bedrijf met dit keer agrologistiek in de hoofdrol. Het kijkcijfer bedroeg 660.000 (een uitzending en twee herhalingen). Het seminar was erop gericht om te kijken hoe agrologistiek internationaal vorm wordt gegeven, waarbij van elkaar leren voorop stond. In dit kader is een Engelstalige brochure over agrologistiek uitgegeven en is een inventarisatie gedaan naar buitenlandse voorbeelden: [Agribusiness complexes: a world wide scan].
Het komende jaar zal de communicatie van het Platform zich vooral richten op het ontsluiten van kennis en kennisoverdracht. Een voorbeeld: ondernemers in de agrarische sectoren zijn over het algemeen bereid een bijdrage te leveren aan de afname van transportkilometers over de openbare weg. Zeker als er daarbij een voordeel, in welke vorm dan ook, voor het eigen bedrijf te verwezenlijken is. Door middel van een koppeling van ervaringen en praktijkvoorbeelden zullen de agrarisch ondernemers via de website Agrologistiek verder op de hoogte worden gebracht van de mogelijkheden, resultaten en processen om te komen tot verwezenlijking van plannen die uiteindelijk óók leiden tot minder kilometers op de weg. Hierbij wordt in eerste instantie gewerkt aan gezamenlijke mestverwerking en biologische melkveehouderij.

Onderwijs en onderzoek

WUR, INHolland en TNO willen starten met het formuleren van vijf praktijkcases met projecten die momenteel in het kader van het Platform Agrologistiek lopen en vijf nieuwe bedrijfssituaties. De cases worden toegankelijk gemaakt via modellen voor gebruik in het onderwijs.
Het project beantwoordt volledig aan de doelstellingen van de Groene Kenniscoöperatie en het Groene Kennisnet. Het netwerk van laatstgenoemde zal eveneens gebruikt worden om de in dit project ontwikkelde methodieken voor de hele groene kenniskolom te ontsluiten.

Met de Hogere Agrarische school (HAS) in Den Bosch wordt een project gestart om met behulp van het netwerk van de HAS een aantal projecten agrologistiek op te starten. Studenten kunnen voor de begeleiding zorgen en daarmee de nodige praktijkervaring opdoen.

Stand van zaken projecten

Momenteel zijn er elf pilotprojecten waarvan twee verwezenlijkt zijn. Het betreft Agriport A7 in de Wieringermeer en DOC Kaas bij Hoogeveen. Het project Check Trade is afgerond in de vorm van een rapport met aanbevelingen. Deze kunnen toegepast worden in de greenports. De rest van de projecten is nog in de planfase. Bij de vorige gelegenheden heb ik u hierover uitgebreid ingelicht. Daarom wordt hier volstaan met een overzicht, zie bijlage 1.
Ik geef u hierbij ter illustratie enkele feiten en cijfers: Het project Wieringermeer levert in 2006 76 voltijdsbanen op. Verwacht wordt dat in 2012 gegroeid zal zijn naar 3500. Het aantal transportbewegingen vermindert met 20%.
Momenteel is het Platform in overleg met de gemeente Stadskanaal over een mogelijk nieuw project op het bedrijvenpark Zuid Groningen, rond de vetsmelterij Ten Kate. Door de daar al aanwezige samenwerking van bedrijven en gebruik van elkaars reststoffen wordt er nu al niet alleen jaarlijks 935 ton CO2 bespaard, maar vindt er ook minder transport plaats, hetgeen weer 300.000 liter brandstof per jaar bespaart.

In 2007 licht ik u uitgebreid in over de resultaten van de projecten.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman


1 Agroproductieparken en het vigerende beleid: succesfactoren, knelpunten en oplossingsrichtingen, Ecorys, LEI en Alterra 2003 en Gevraagd: Gids voor wet en regelgeving, Ecory-NEI, 2004.
2 Het programma Transportbesparing is een samenwerkingsproject van het ministerie van Verkeer en Waterstaat met de ministeries LNV, VROM en Economische Zaken en de maatschappelijke organisaties Stichting Natuur en Milieu, EVO en VNO-NCW. Met het project worden ondernemers en overheden ondersteund in het ontwikkelen en in de praktijk brengen van bedrijfsvernieuwingen die nieuwe marktkansen of kostenbesparingen combineren met minder behoefte aan goederenvervoer. Voorbeelden daarvan zijn: activiteiten uit de productieketen bij elkaar brengen en daarmee clusteren, samenwerken in de keten en schakels verbinden en efficiënter vervoer en logistiek, regisseren.

Bijlage 1

Agriport A7 (Wieringermeer)
Het agroproductiepark, Agriport A7, bundelt verschillende activiteiten gericht op verpakking, verwerking en distributie van groenten uit de volle grond. De oprichting van Agriport A7 leidt tot een concentratie van bedrijven die zowel in economische als milieuvriendelijke termen aantrekkelijk is. De bundeling van deze activiteiten zal naar verwachting het transport met 20% doen verminderen. Op 3 november jl. zijn de eerste gebouwen geopend. De in dit kader georganiseerde bezoekersmarkt trok 40.000 bezoekers. Met ZON Fresh Park (Venlo) is een samenwerking aangegaan.

Zuivelpark (DOC Kaas)
In dit project vormt het 'Zuivelpark Hoogeveen' een cluster van bedrijvigheid op het gebied van zuivelproductie. De concentratie van de verschillende schakels in de keten op een bedrijventerrein vermindert de transportbehoefte. Tegelijkertijd is het een voorbeeld van duurzaam ondernemen vanwege de opzet van het bedrijventerrein. De kaas en de weifabriek zijn reeds in bedrijf. Op 18 januari jl. is het startsein voor de tweede fase gegeven.

Greenport Venlo: Klavertje Vier
Het project 'Klavertje Vier' zorgt voor betere afstemming tussen de verschillende schakels in de keten en ruimtelijk concentratie. Op een zestal punten wordt samenwerking gezocht: ruimte, water, energie (co-vergisters, biomassa), afval (biomassa), landschap (minder versnippering) en agrologistiek. Het project combineert investeringen in een spoorweg- en bargeterminal met de ontwikkeling van een fresh food park waar producten worden verhandeld en verwerkt. In januari 2006 hebben de betrokken gemeenten een gezamenlijk raadsvoorstel tot samenwerking behandeld.

Nieuw Gemengd Bedrijf (California Streaming), is onderdeel van greenport Venlo
Nieuw Gemengd Bedrijf is gestart door vijf ondernemers, die samen een in alle opzichten duurzaam gemengd bedrijf willen opzetten. Dit project bestaat uit vier afzonderlijke bedrijven die met elkaar zijn verbonden via water-, energie en stofstromen. Doel is om zoveel mogelijk zelf te gebruiken en wat er over blijft efficiënt en milieuvriendelijk elders te (laten) benutten. Spil hierbij is een biovergistingsinstallatie. Begin 2006 wordt naar verwachting gestart met de MER-procedure.

Pluimvee Keten/Kuipers Kip
De pluimveehouderij kent een sterke specialisatie, waarbij afzonderlijke bedrijven zich bezighouden met verschillende fasen in de productieketen. In dit project, waarbij ook van vier naar é& eacute;n locatie wordt gegaan, staat de integratie van de schakels in de keten voorop. Dit levert een vermindering van transport op en vergroot het welzijn van de dieren. Kuipers Kip maakt nu onderdeel uit van het Nieuw Gemengd Bedrijf. De oorspronkelijk vraag aan het Platform met betrekking tot een locatie in Brabant leverde geen resultaat op.

A1-Eiwitcorridor
De productie en verwerking van dierlijke eiwitten zijn geconcentreerd op diverse locaties langs de A1. Doel van dit project is om transport te minimaliseren en het gebruik van water en energie te optimaliseren. Bundeling biedt bovendien mogelijkheden om reststromen nuttig te gebruiken. Het project bestaat uit negen deelprojecten. De visie 'Make it happen' is in 2005 afgerond. Momenteel wordt met een aantal bedrijven aan deze visie verder gestalte gegeven.

Clustering Varkensbedrijven (ABCTA), is één van de deelprojecten van de A1 eiwitcorridor
Het project 'Clustering Varkensbedrijven' richt zich op het samenbrengen van vier à vijf familiebedrijven op één terrein. Door de verschillende schakels in de keten bijeen te brengen, vermindert de transportbehoefte aanzienlijk. Verder biedt dit project mogelijkheden om gecentraliseerde mestverwerking verder te ontwikkelen. Punt van aandacht zijn hierbij de mestrechten.

Flora Holland Eelde
De veilingorganisatie Flora Holland zoekt naar wegen om het transport van, naar en door Noord-Nederland efficiënter te laten verlopen. Onder meer door een logistieke functie te creëren op de vestiging Eelde. Doel van het project is dat de veiling in Eelde uitgroeit tot een schakel in het web van efficiënte en duurzame logistieke dienstverlening voor de sierteeltsector. Momenteel loopt het project waarbij met langere vrachtwagens wordt gereden van en naar het westen, wat een besparing oplevert van 1-4%. Een ander onderdeel van het project is om te komen tot een efficiënter collectesysteem bij de kwekers.

UnitNet
Weg, water of spoor. Elk soort transport heeft zijn sterke punten. Unitnet probeert een totaalconcept te ontwikkelen, waarbij gebruik wordt gemaakt van de sterke kanten van elke vervoersmodaliteit. Sleutelwoord is centrale coördinatie door het maximaal benutten van moderne informatietechnologie. Momenteel loopt er een proef met vervoer van sinaasappels uit Spanje.

Fresh Logistic Network (was voorheen Mondiaal Sierteelt Netwerk) Het 'Fresh Logistic Network' is bedoeld om de rol van Nederland in de mondiale sierteelt te versterken door de regiefunctie te vergroten. De kern daarvan is het ontkoppelen van fysieke en informatiestromen, waarbij het product- en handelsinformatie nog wel via Nederland gaat, terwijl de fysieke stroom, de bloemen en planten zelf, rechtstreeks van leverancier naar afnemer gaan. Het project bevindt zich nog in de planfase.

Check Trade
Nederland is de grootste importeur en exporteur van agrarische producten wereldwijd. Met die producten komen ook wel eens ongewenste gasten mee: insecten, schimmels of virussen. Om dit te voorkomen richt het project Check Trade zich op het ontwikkelen en introduceren van intelligente inspectiemethoden, waarbij van tevoren een risicoprofiel wordt opgesteld. Het project is afgerond. Van belang is nu om de resultaten binnen de greenports gestalte te geven.