Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
ARBO/A&V/2006/14009
Onderwerp Datum
Vrijstelling arboregels voor vrijwilligers 6 maart 2006
Tijdens het Algemeen Overleg over de nationale kop arbeidsomstandigheden, dat ik op 25 januari
jl. voerde met de Vaste commissie voor Sociale zaken en Werkgelegenheid van uw Kamer, is het
thema vrijwilligers en arboregelgeving aan de orde gesteld. Naar aanleiding van dit overleg is een
motie ingediend door het lid Rambocus met het verzoek aan de regering om de afschaffing van
belastende arboregels voor vrijwilligersorganisaties met de gewijzigde Arbowet, zoveel mogelijk
naar voren te halen (Kamerstukken II 2005/06, 25883 nr. 69). Deze motie is op 31 januari jl. met
een meerderheid van stemmen aangenomen. Op de hierna volgende wijze geef ik invulling aan deze
motie.
In mijn brief van 4 oktober 2005 (Kamerstukken II 2005/06, 25 883 nr. 55) heb ik aangekondigd
dat mijn beleidsvoornemen is om met de herziening van de Arbowet 1998 dezelfde wettelijke
systematiek voor vrijwilligers te hanteren als momenteel voor zelfstandigen geldt. Hierbij geldt als
uitgangspunt dat de situatie waarin gewerkt wordt veilig is voor een ieder die aan het werk is en
een ieder die zich al dan niet toevalligerwijs in een werksituatie bevindt waar het gaat om zeer
ernstige (levensbedreigende) risico's. Dit uitgangspunt is ook door de SER-commissie
Arbeidsomstandigheden erkend in haar advies over het toepassingsgebied van de
arbeidsomstandighedenregelgeving op zelfstandigen (Kamerstukken II 2003/04, 25 883 nr. 24).
Ik heb geconstateerd dat de beleidslijn om vrijwilligers niet onnodig te belasten met arboregels,
maar wel te beschermen tegen zeer ernstige risico's, breed wordt gesteund. Ook de Nationale
Bond EHBO heeft mijn aandacht gevraagd voor de positie van vrijwilligers. Om het
maatschappelijk draagvlak voor een vrijstelling te toetsen is er contact gezocht met CIVIQ, het
nationale kenniscentrum op het gebied van vrijwillige inzet. CIVIQ ondersteunt de gedachte van de
EHBO bond om vrijwilligers niet onnodig te belasten met verplichtingen die weldra weer zullen
vervallen.
Vooruitlopend op het wetsvoorstel tot herziening van de Arbowet 1998, heb ik daarom besloten
om werkgevers met betrekking tot arbeid die door vrijwilligers wordt verricht, vrij te stellen van
2 ARBO/A&V/2006/14009
enkele verplichtingen van de Arbowet, alsmede het gehele Arbobesluit met uitzondering van
verplichtingen die betrekking hebben op zeer ernstige risico's, zoals het werken met gevaarlijke
stoffen en biologische agentia. De verplichtingen die voortvloeien uit het werken met gevaarlijke
stoffen en biologische agentia blijven daarom integraal van toepassing. Het mag immers niet zo zijn
dat vrijwilligers, anders dan alle andere werkenden, grote gevaren lopen door blootstelling aan zeer
ernstige risico's.
Voor jeugdige vrijwilligers beneden de 18 jaar wordt een beperkt aantal aanvullende voorschriften
uitgezonderd van de vrijstelling. Jeugdige vrijwilligers vormen een kwetsbare groep en dienen
daarom extra beschermd te worden. Voor hen is, gezien hun leeftijd en beperkte ervaring, sneller
sprake van een zeer ernstig risico. Ook ten aanzien van zwangere vrijwilligers en vrijwilligerswerk
tijdens de lactatie blijven aanvullende beschermende verplichtingen van kracht.
Ik ben ervan overtuigd dat deze vrijstelling een juiste balans aanbrengt tussen lastenverlichting
enerzijds en bescherming anderzijds. Dit komt ten goede aan het vrijwilligerswerk in zijn geheel. De
vrijstellingsregeling wordt in de Staatscourant gepubliceerd en is als bijlage bij deze brief gevoegd.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)
Bijlage: vrijstellingsregeling inclusief toelichting
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid