WOB-verzoeken
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : VD. 2006/182
datum : 06-03-2006
onderwerp : EU-markttoelating ggo's
bijlagen :
Geachte Voorzitter,
Bij brief van 1 november 2005 heb ik antwoord gegeven op schriftelijke
vragen van enkele fracties naar aanleiding van de geannoteerde agenda
van de Landbouw- en Visserijraad van 24 en 25 oktober 2005 (Kamerstuk
II, 21 501-32, nr. 143). In deze brief heb ik aangegeven in welke
gevallen het kabinet de Kamer informeert over nieuwe procedures voor
toelating van genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) op de markt
van de Europese Unie, en aangegeven dat het kabinet zich beraadt over
de vraag hoe de Kamer in overige gevallen geïnformeerd kan worden. In
deze brief informeer ik u mede namens de staatssecretarissen van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) en
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over de uitkomst van dit
beraad. Deze uitkomst bevestigt op hoofdlijnen de afspraken uit de
brief van 1 november 2005.
In de brief van 1 november 2005 heb ik het beleid van het kabinet over
markttoelatingen van ggo's toegelicht. In de Europese Verordening
1829/2003/EG inzake de markttoelatingen van ggo-levensmiddelen en
diervoeders en Richtlijn 2001/18 is de procedure vastgelegd voor
markttoelating van ggo's. De European Food Safety Authority (EFSA)
speelt in deze procedure een centrale rol bij de wetenschappelijke
beoordeling van de milieu- en voedselveiligheid van ggo's. Nederland
is in principe voor toelating van een ggo als na een zorgvuldige
beoordeling door de EFSA vast is komen te staan dat er geen
onaanvaardbare risico's zijn voor mens, dier en milieu. De adviezen
van de EFSA zijn openbaar en staan op de website van de EFSA
(http://www.efsa.eu.int). De EFSA plaatst op deze website ook haar
reactie op bezwaren die lidstaten hebben geuit naar aanleiding van
adviezen van de EFSA over veiligheidsbeoordeling van ggo's.
Via de fiches voor de Beoordeling van Nieuwe Commissievoorstellen
(BNC-fiches) wordt de Kamer geïnformeerd over het Nederlandse
standpunt over nieuw EU-beleid. Mede gelet op het heldere Nederlandse
standpunt ten aanzien van markttoelatingen van ggo's en het
beleidsuitvoerend en openbare karakter van de beoordeling van
aanvragen voor markttoelatingen, ziet het kabinet geen zwaarwegende
reden om de wijze waarop de Kamer wordt geïnformeerd over nieuwe
markttoelatingen te wijzigen.
Zoals reeds toegelicht in mijn brief van 1 november 2005 betekent dit
dat het kabinet de Kamer in alle gevallen informeert over nieuwe
marktaanvragen via de geannoteerde agenda van de Landbouw- en
Visserijraad of de Milieuraad. Conform het verzoek uit de Kamer zal
daarin ook een indicatie van de stemverhoudingen binnen de EU worden
opgenomen. Het kabinet zal alleen in die gevallen een fiche opstellen
als blijkt dat voor specifieke aspecten van het dossier een politieke
afweging nodig is. Daarnaast zal de staatssecretaris van VROM, zoals
is toegezegd in het algemeen overleg van 26 januari 2005, fiches
opstellen voor marktaanvragen onder Richtlijn 2001/18 (milieutoelating
levensvatbare ggo's) waarbij Nederland de behandelende lidstaat is.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit