Gemeente Rotterdam

Persbericht Nr. 79

6 maart 2006

Nieuwe huisvestingsvergunning naar minister Vrom

Het voorstel van het college van burgemeester en wethouders om de Tarwewijk, Hillesluis, Carnisse, Oud-Charlois en de hotspotgebieden aan te wijzen voor de nieuwe huisvestingsvergunning, ligt ter goedkeuring bij minister S. Dekker (Vrom). De maatregel werd eerder deze maand goedgekeurd door de Commissie Fysieke Infrastructuur en de gemeenteraad. Door deze maatregel kunnen in die wijken alleen mensen in een huurwoning gaan wonen die een inkomen hebben uit werk, of langer dan zes jaar in Rotterdam of de Stadsregio wonen.

Het voorstel voor de gebiedsaanwijzing werd op 7 februari behandeld door de Commissie Fysieke Infrastructuur. Donderdag 16 februari heeft de gemeenteraad ingestemd met het voorstel. Er zijn daarbij twee moties van de PvdA aangenomen. De eerste heeft betrekking op een jaarlijkse evaluatie van de maatregel en de tweede op het extra monitoren van de kansen van woningzoekenden op de woningmarkt in de regio Rotterdam, die niet in aanmerking komen voor een huisvestingsvergunning.

Maatregel van kracht

Het besluit van de minister van Vrom over de gebiedsaanwijzing neemt maximaal dertien weken in beslag. Dat betekent dat de huisvestingsvergunning met de nieuwe voorwaarden in mei of juni van kracht zal worden in de aangewezen wijken en straten.

Het doel van de nieuwe huisvestingsvergunning is het beperken van de instroom van kansarmen van buiten de stadsregio. Door de wijken tijdelijk te ontzien kunnen bewoners, ondernemers en (deel)gemeente zich richten op het verbeteren van het sociale en economische klimaat. De maatregel maakt deel uit van een heel pakket aan maatregelen waarmee Rotterdam de problemen in de wijken aanpakt. Zo zijn de Tarwewijk, Hillesluis, Carnisse en Oud-Charlois ook aangewezen als economische kansenzone, zijn in de wijken interventieteams actief, worden huisjesmelkers aangepakt en worden door herstructurering de woningen en buitenruimte verbeterd.

De nieuwe huisvestingsvergunning wordt ingevoerd op basis van de wet Bijzondere Maatregelen Grootstedelijke Problematiek, de zogenoemde Rotterdamwet , die op 1 januari 2006 in werking is getreden.

noot voor de redactie/