VVD



1-3-2006

"Bezorgd over financiering vaccinatie"

Europarlementariër Jan Mulder heeft vandaag vragen gesteld aan de Europese Commissie over de bijdrage van de Europese Unie aan de kosten die gepaard gaan met vaccinatie van pluimvee. Zoals het er nu uitziet zullen pluimveehouders in Nederland zelf voor de kosten moeten opdraaien.

Mulder: "Dat we toestemming gekregen hebben voor de vaccinatie van ons hobby- en vrije uitloop pluimvee is natuurlijk een zeer goede ontwikkeling in het Europese veterinaire beleid, maar ik ben wel bezorgd over de manier waarop dit financieel is geregeld."

Lidstaten zijn vrij om zelf in te vullen hoe ze de vaccinatiekosten dekken. Zoals gezegd zullen in Nederland de boeren zelf voor de kosten opdraaien, terwijl in Frankrijk de nationale overheid de kosten voor haar rekening neemt. Dit kan leiden tot concurrentieverstoring.

Verder is het zo dat de Europese Unie alleen bijdraagt aan de vaccinatiekosten wanneer de dreiging erg groot is, waardoor de kans bestaat dat andere Europese landen pas te laat over zullen gaan tot vaccinatie. Tegen die tijd is het mogelijk te laat voor vaccinatie, omdat we er rekening mee moeten houden dat het enige tijd duurt voordat het vaccin bescherming biedt.

Hier onder vindt u de tekst van de schriftelijke vragen.

Vergoeding van kosten die gepaard gaan met vaccinatie van pluimvee tegen vogelgriep

Het vogelgriep virus lijkt zich momenteel in hoog tempo over Europa te verspreiden. Nederland en Frankrijk zijn van plan om verdere verspreiding tegen te gaan door middel van vaccinatie van bepaalde categorieën pluimvee. Zij zullen zelf echter de kosten daarvan dragen, wat betekent voor Nederland dat houders zelf voor de kosten zullen opdraaien. In Frankrijk zal de nationale overheid deze kosten voor haar rekening nemen.


1. In artikel 53 van richtlijn 2005/94/EG van de raad van 20 december 2005 wordt de mogelijkheid tot noodvaccinatie geboden, wanneer er sprake is van een significant en onmiddellijk risico voor de verspreiding van aviaire influenza en er zich een uitbraak voordoet in een lidstaat, een nabij gelegen lidstaat of een derde land. In artikel
1, paragraaf 2 van Raadsbesluit 2006/53/EC is bepaald dat in geval van noodvaccinatie, de EU 100 procent van kosten van het vaccin en 50 procent van uitvoeringskosten vergoed aan de lidstaat. Komen, gezien de recente uitbraak van vogelgriep in een kalkoenenhouderij in Frankrijk, de Nederlandse en Franse (preventieve) vaccinatieplannen in aanmerking voor Europese (co)financiering, en zo niet, waarom niet?


2. Is de Commissie, ondanks dat dit niet vastgelegd is in Raadsbesluit
2006/53/EC, van mening dat preventieve vaccinatie ook voor Europese compensatie in aanmerking zou moeten komen, in acht nemende dat vaccinatie een belangrijke bijdrage kan leveren aan het beperken van de verdere verspreiding van vogelgriep op het grondgebied van de Europese Unie en financiële compensatie van de Unie lidstaten daartoe zou kunnen aanzetten? Is de Commissie van mening dat tijdige vaccinatie verspreiding van de ziekte binnen de Europese Unie zou kunnen beperken en dat kosten voor klassieke bestrijdingsmaatregelen, zoals het ruimen van bedrijven, die daarmee bespaard worden, opwegen tegen kosten van een Europese bijdrage aan preventieve vaccinatie? Zou de huidige situatie, waarin lidstaten pas recht hebben op Europese (co)financiering, wanneer voldaan wordt aan de voorwaarden voor noodvaccinatie, er toe kunnen leiden dat lidstaten langer wachten met vaccineren en dat de bescherming die deze vaccinatie moet bieden daardoor te laat optreedt? Zo ja, hoe is de Commissie van plan hiermee om te gaan, gezien de doelstelling van het beleid om de verspreiding van de ziekte te bestrijden?


3. Is de Commissie van mening dat verschillen tussen lidstaten in de verdeling van de kosten die gepaard gaan met vaccinatie (al dan niet medegefinancierd door de Europese Unie), tussen sector en overheid, kan leiden tot concurrentieverstoringen? Zo ja, welke maatregelen is de Commissie van plan te nemen om deze concurrentieverstoringen te beperken?