Toezeggingen aan de tijdelijke Kamercommissie Onderzoek TBS
Kamerstuk, 1-3-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ/GGZ-2662165
Zoals tijdens het gesprek met uw tijdelijke commissie onderzoek TBS op
15 februari 2006 door mijn ambtenaren ( de heer drs. F.H. Clabbers en
mevrouw mr. M.C.C. Hueber) is toegezegd, zou u nog over twee
onderwerpen schriftelijk nadere toelichting ontvangen.
Allereerst zou u informatie krijgen over de uitvoering van de
aanbeveling uit TBS IBO II betreffende de gedragsstructurering. Ook
zou u het rapport toegezonden krijgen, indien er met het oog op de
verruiming van de mogelijkheden tot dwangtoepassing onderzoek zou zijn
gedaan naar de toepassing van dwang in de psychiatrische ziekenhuizen.
* Aanbeveling over gedragsstructurering
In het Kabinetsstandpunt op het rapport TBS IBO II van 25 mei 1999
heeft de Minister van Justitie aangegeven dat de gedragsstructurering
een apart aandachtspunt zal zijn bij de evaluatie van de Wet
bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) en de
Wet inzake de overeenkomst tot geneeskundige behandeling (WGBO). Zie
Kamerstukken II 1998/99, 26 562, nr. 1, blz. 10, laatste
gedachtestreep onder punt 6.5. Dit heeft de Minister van Justitie nog
eens bevestigd in antwoord op vragen van uw Kamer (Kamerstukken II
1998/99, 26 562, nr. 2, blz. 4, punt 10).
Tijdens de tweede evaluatie van de Wet Bopz is een apart deelonderzoek
gewijd aan de forensische psychiatrie. In het Kabinetsstandpunt zijn
naar aanleiding van de aanbevelingen van dit deelonderzoek bepaalde
toezeggingen gedaan (Kamerstukken II 2003/04, 25 763 en 28 950, nr. 4,
blz. 34 - 36). De interdepartementale werkgroep Wet Bopz bepaalt
binnenkort hoe en op welke termijn deze toezeggingen worden
uitgevoerd.
Bij de evaluatie van de WGBO is het onderwerp gedragsstructurering
niet meegenomen, omdat het niet onder het bereik van deze wet valt.
* Onderzoek naar toepassing van dwang in psychiatrische ziekenhuizen
Een specifiek onderzoek naar de toepassing van dwang in de
psychiatrische ziekenhuizen is niet gedaan. Wel is het onderwerp aan
de orde geweest tijdens de tweede evaluatie van de Wet Bopz. In het
Kabinetsstandpunt wordt uitgebreid hierop ingegaan. Ik verwijs u naar
Kamerstukken II 2003/04, 25 763 en 28 950, nr. 4, blz. 4, 5 en 24.
Ik hoop u zo voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport