Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Heemskerk, Van Dijken en Arib over miljoenenfroude bij het minsterie van VWS

Kamerstuk, 1-3-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

DBO-K-U-2658484

Antwoorden van de minister op kamervragen van de Kamerleden Heemskerk, Van Dijken en Arib over miljoenenfraude bij het ministerie van VWS (2050607440).

Vraag 1

Hebt u kennis genomen van het persbericht "Onderzoek naar fraude bij ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport" van het openbaar ministerie?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is de impact van deze fraude op de desbetreffende stichting?

Antwoord 2

Het gerechtelijke onderzoek is nog niet afgerond, maar het betreft, naar het zich laat aanzien, een fake-stichting die uitsluitend is opgericht om deze frauduleuze handelingen mogelijk te maken.

Vraag 3

Wat is de impact van deze fraude op de projecten voor gehandicapten van deze stichting?

Antwoord 3

Er is verder geen impact op projecten van deze stichting (zie ook antwoord 2).

Vraag 4

Op welke manier heeft u toezicht gehouden op de juiste besteding van deze middelen door de stichting in kwestie?

Antwoord 4

Normaal gesproken is er in de zorg bij dit soort projecten sprake van een gunningsbrief die op basis van een aantal externe adviezen wordt afgegeven. De realisatie van de daarin vervatte projecten wordt gecontroleerd. Voor de financiering daarvan kon (de regelingen op grond waarvan garantie kon worden verkregen zijn per 1 juli 2001 beëindigd, dus voordat deze fraude aan het licht kwam) vervolgens op basis van die gunningsbrief een lening met garantie van het rijk worden aangevraagd. De behandeling van enerzijds de aanvragen om een gunningsbrief en anderzijds een garantie werden op het ministerie door verschillende ambtenaren gedaan. In dit specifieke geval is -naar blijkt- voor de garantietoezegging door de betrokken, van onder meer valsheid in geschrifte verdachte vroegere ambtenaar gebruik gemaakt van gefingeerde projectaanvragen en gunningsbrieven. Daardoor kwam het gebruikelijke controleproces niet op gang, en werd pas bij het uitblijven van betaling van rente en aflossing geconstateeerd dat er iets mis was.

Vraag 5

Waarom is deze zaak, die al in de loop van 2005 bekend was op het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, pas nu bekend gemaakt?

Antwoord 5

Nadat deze zaak aan het licht kwam is door het ministerie van VWS onmiddellijk aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie. De rijksrecherche is daarna gestart met een diepgaand onderzoek en heeft mij verzocht in het belang van het onderzoek volstrekte vertrouwelijkheid te betrachten. De zaak is pas op 1 februari 2006 bekend gemaakt omdat op 3 februari 2006 bij de rechtbank een openbare pro-forma zitting zou plaatsvinden. Overigens is de Tweede Kamer op 8 juli 2005 hiervan op de hoogte gesteld middels een vertrouwelijke brief. Voorts heb ik deze leden bij brief van 1 november 2005, eveneens vertrouwelijk, nader geïnformeerd over de voortgang in deze zaak.

Vraag 6

Welke lessen voor de interne controle op het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport trekt u uit deze fraudezaak?

Antwoord 6

Reeds in 2002, dus lang voordat deze fraude aan het licht kwam, is besloten de uitvoering van deze garantieregelingen uit te besteden. Bovendien was in 2001 besloten dat er per 1 juli 2001 geen nieuwe garanties meer konden worden aangevraagd. Nieuwe gelijksoortige gevallen zijn daarmee vrijwel uitgesloten.

De fraude heeft overigens plaats kunnen vinden door, zoals het er nu naar uitziet, welbewuste misleiding juist door een uitvoerende en controlerende ambtenaar. Zodanige schending van de ambtelijke integriteit is met een nog sterker controlesysteem niet te ondervangen.

De afgelopen jaren heb ik overigens los van deze zaak veel aandacht besteed aan het beheersen van de risico's in de bedrijfsvoering van het ministerie. Het Audit Committee, onder leiding van de secretaris-generaal, heeft maatregelen vastgesteld om de belangrijkste risico's te beheersen. Dit systeem van risicomanagement wordt dit jaar in het ministerie geïmplementeerd.

Vraag 7

Heeft deze fraudezaak tot interne personele consequenties geleid?

Antwoord 7

Deze zaak heeft niet tot interne personele consequenties geleid. Aan de betrokken medewerker was voordat deze kwestie aan het licht kwam, ontslag verleend.

Vraag 8

Uit welk begrotingsartikel heeft u het bedrag van EUR 22 miljoen aan de Bank Nederlandse Gemeenten betaald?

Antwoord 8

Uit begrotingsartikel 22 Curatieve Zorg van de begroting van VWS. Deze middelen vormen in dit geval een onderdeel van de onderuitputting in het jaar 2005 van het ministerie (zie ook antwoord 9).

Vraag 9

Kunt u garanderen dat de financiële schade van deze fraudezaak niet wordt afgewenteld op andere stichtingen en organisaties die zich inzetten voor patiënten en gehandicapten?

Antwoord 9

Ja, dat kan ik garanderen. Het bedrag dat aan de Bank Nederlandse Gemeenten is betaald maakt geen deel uit van het budgettaire kader voor de zorg. Het rijk staat garant en loopt dus risico aangesproken te worden. Het is echter vooraf nooit duidelijk óf en voor welk bedrag het ministerie zal worden aangesproken. Het is derhalve onmogelijk een bedrag te ramen, deze post staat als PM in de begroting en in dit geval is het bedrag betaald uit de onderuitputting van de begroting van VWS (zie ook antwoord 8).

Vraag 10

Zijn er nog meer garantstellingen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport? Zijn die allemaal gecontroleerd op de mogelijkheid van vergelijkbare (frauduleuze) constructies?

Antwoord 10

Er zijn vele garantstellingen door het ministerie van VWS afgegeven. Vergelijkbare constructies zijn niet meer mogelijk omdat er geen nieuwe garanties meer worden verstrekt. Voorts is per 1 januari 2004 de uitvoering van de regelingen, wat de reeds afgegeven borgstellingen betreft, overgedragen aan het Waarborgfonds voor de Zorgsector. De overdracht heeft juist aan dit fonds plaatsgevonden vanwege de expertise op het gebied van garantieverlening en de controlemethodieken die daarbij gehanteerd worden. Het fonds is gevraagd additionele controles te verrichten. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat met betrekking tot de reeds afgegeven garanties sprake is van vergelijkbare situaties.

1) http://www.om.nl/?s=3&p=pg&id=5444 woensdag 1 februari 2006

Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Azough (GroenLinks), ingezonden 2 februari 2006 (vraagnummer 2050607370)