Rechtbank Alkmaar


Geldboetes voor diefstal en vrijheidsberoving advocaat

De rechtbank heeft vandaag zes verdachten veroordeeld tot geldboetes in verband met de gebeurtenissen in het kantoor van een Alkmaarse advocaat op 13 mei 2004.

De verdachten zijn allen veroordeeld voor diefstal onder bedreiging. Twee van de verdachten zijn daarnaast nog veroordeeld voor wederrechtelijke vrijheidsberoving. Deze laatste twee verdachten zijn veroordeeld tot een geldboete van ⬠1.500,= en de andere vier moeten ⬠1.000,= betalen.

De vordering tot schadevergoeding, ingediend door de advocaat, is door de rechtbank te ingewikkeld bevonden om te worden behandeld in het kader van dit strafproces. De advocaat moet zijn vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

De rechtbank acht bewezen dat het zestal op 13 mei 2004 het kantoor van de advocaat is binnengedrongen en goederen heeft meegenomen, terwijl bedreigende woorden zijn geuit en de advocaat zijn kantoor niet mocht verlaten.

Achtergrond van het incident is een geschil tussen de verdachten en de advocaat, dat is ontstaan nadat de verdachten het bedrijf -waarin het advocatenkantoor was ondergebracht- van de advocaat hadden gekocht. Dit geschil heeft bij de beoordeling van deze zaak echter geen rol gespeeld. De rechtbank heeft zich slechts uitgesproken over de ten laste gelegde diefstal en vrijheidsberoving.

De verdachten zeggen niet uit te zijn geweest op de persoonlijke eigendommen van de advocaat maar slechts op goederen die -sinds de overname- aan hen toebehoorden. Volgens de rechtbank hebben zij echter door zo te handelen op zijn minst het risico genomen dat zij ook persoonlijke eigendommen zouden meenemen. Vast staat dat ook daadwerkelijk diverse persoonlijke bezittingen van de advocaat zijn meegenomen.

Eén van de verdachten had ten overstaan van de politie een voor hemzelf en de anderen belastende verklaring afgelegd. Deze verdachte is niet op de zitting verschenen. Op de vorige zitting in augustus was hij ook al niet verschenen, net zo min als bij de rechter-commissaris.

Volgens de andere verdachten zou deze verdachte zijn verklaring destijds onder druk van de politie hebben afgelegd. Daartoe heeft de rechtbank echter geen aanwijzingen gevonden.

De rechtbank heeft dan ook geoordeeld dat de verklaring van deze verdachte, afgelegd bij de politie, kan bijdragen tot het bewijs.

Einde bericht

Bron: Rechtbank Alkmaar
Datum actualiteit: 1 maart 2006 Naar boven