SER verwerpt wetsvoorstel concurrentiebeding
Rik van Steenbergen, jurist en beleidsmedewerker van de FNV, doet zijn
uiterste best om uit te leggen wat er in het wetsvoorstel tot
wijziging van het concurrentiebeding staat en wat dat betekent, maar
weet eigenlijk al van tevoren dat het hem niet zal lukken.
Waarmee het belangrijkste probleem al gegeven is. Het voorstel blinkt
uit in onduidelijkheid en geeft niet de beloofde rechtszekerheid. De
SER heeft de wet in een conceptvoorstel dan ook naar de prullenbak
verwezen.
Een concurrentiebeding beperkt grof samengevat sommige werknemers in
hun vrijheid om na het einde van hun arbeidsovereenkomst bij werkgever
A hetzelfde werk bij concurrerende werkgever B te gaan doen of om
gebruik te maken van opgebouwde contacten bij werkgever A ten behoeve
van werkgever B. Ook de oude wet die dit soort zaken regelde deugde
niet en De Tweede Kamer had daarom een nieuw wetsvoorstel aangenomen.
De Eerste kamer wilde echter eerst nog advies van de SER. Dat die
nieuwe wet geen verbetering is, daarover waren alle SER-leden het snel
eens, zegt Van Steenbergen, Maar over een nieuwe wet verschillen de
meningen. De werkgevers willen het concurrentiebeding uitbreiden, de
FNV wil er het liefst helemaal van af. Op zijn minst willen we dat het
voorstel van een adviescommissie van arbeidsrechtdeskundigen uit 1997
uit 1997, jawel wordt overgenomen. Daarin staat onder meer dat
werknemers met een tijdelijk contract niet met een concurrentiebeding
te maken krijgen, dat er altijd een vergoeding tegenover staat en dat
het nooit langer geldt dan een jaar.
---
FNV KIEM