Raad voor de Journalistiek

Uitspraak vastgesteld d.d. 20 februari 2006
door mw. mr. M.E. Leijten, voorzitter, dr. M.J. Broersma, mw. A.C. Diamand, mw. C.J.E.M. Joosten en mr. drs. M.M.P.M. Kreyns, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris. S.K.A. Brown / B. Middelburg en Het Parool
Uitspraak: deels gegrond
Klager maakt bezwaar tegen het artikel Hasjbaas doelwit Angels met de onderkop Conflict over drugsdeal leidde tot plannen voor liquidatie van Steve Brown. Bij het artikel is een foto van klager geplaatst met het onderschrift Brown na de aanslag in 1999.
Klager heeft voorafgaand aan de publicatie gesproken met Middelburg, maar wilde niet on the record praten. Na de publicatie heeft Middelburg aan klager meegedeeld dat hij pas na het gesprek met klager informatie heeft ontvangen over de achtergrond van de voorgenomen liquidatie, maar klager niet meer om commentaar heeft gevraagd omdat deze toch niet on the record wilde reageren. Gezien klagers opstelling in het gesprek met Middelburg acht de Raad dat niet onbegrijpelijk. Uit de overgelegde e-mailberichten blijkt echter dat Middelburg klager heeft toegezegd hem het artikel voorafgaand aan de publicatie te sturen. Indien een journalist een dergelijke afspraak maakt, behoort hij deze na te komen. Uit de e-mailberichten blijkt dat Middelburg de afspraak niet is nagekomen. Zou Middelburg het artikel met daarin verwerkt de na het gesprek met klager ontvangen informatie vooraf aan klager hebben toegestuurd, dan had klager er alsnog voor kunnen kiezen daarop commentaar te geven. Deze mogelijkheid is klager nu onthouden. Dit onderdeel van de klacht is gegrond.
Verder overweegt de Raad dat de journalistieke verantwoordelijkheid met zich meebrengt dat de persoonlijke levenssfeer over wie wordt gepubliceerd niet verder mag worden aangetast dan in het kader van een open berichtgeving nodig is. (vgl. RvdJ 2005/67) Bezien in de context van het artikel en in aanmerking genomen dat klager ten tijde van de aanslag in 1999 ruime bekendheid genoot, maakt de publicatie geen disproportionele inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van klager. Ook het gebruik van de term hasjbaas zonder de vermelding voormalig is niet van zodanige aard dat daarmee grenzen van journalistieke zorgvuldigheid zijn overschreden.
Ten slotte is de Raad van oordeel dat verweerder zijn anonieme bronnen voldoende specifiek heeft gemaakt. Gelet op de aard van de kwestie acht de Raad het begrijpelijk dat verweerder bepaalde informatie in deze zaak alleen onder toezegging van geheimhouding kon verkrijgen. In het artikel wordt voldoende duidelijk aangegeven dat het gaat om vermoedens die justitie heeft. De grenzen van zorgvuldige journalistiek zijn daarmee niet overschreden. Ook op dit punt is de klacht ongegrond. (vgl. RvdJ 2005/71)
Journalistieke werkwijze: afspraken, bronnen, hoor en wederhoor Feitenweergave: tendentieuze berichtgeving
Privacy: bekende persoonlijkheden, fotos, portretten Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2006/12
Uitspraak vastgesteld d.d. 20 februari 2006
door mw. mr. M.E. Leijten, voorzitter, mw. A.C. Diamand, mw. C.J.E.M. Joosten en mr. drs. M.M.P.M. Kreyns, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris.
J. Brander / Leeuwarder Courant
De klacht betreft het artikel Weer bv van Brander failliet: 18 ontslagen en is gericht tegen de zin Hij rekent wel op een overboeking van 110.000 door Jouke Brander privé, een bedrag dat hij in het zicht van het faillissement van een van de bvs aan zijn vrouw had overgemaakt.
De Raad overweegt dat met de gewraakte zin de indruk wordt gewekt dat klager een handeling heeft verricht waardoor zijn echtgenote de beschikking heeft gekregen over een bedrag van 110.000,--, teneinde dat bedrag te onttrekken aan een BV die op het punt stond failliet te gaan en daarmee crediteuren te benadelen en zijn echtgenote onrechtmatig te bevoordelen. Deze ernstige beschuldiging werpt een zodanige smet op klager en zijn echtgenote dat deze niet zonder deugdelijke feitelijke grondslag gepubliceerd had mogen worden. Een dergelijke grondslag ontbreekt echter.
Verder dient een journalist bij het publiceren van ernstige beschuldigingen met bijzondere zorgvuldigheid te werk te gaan, hetgeen in het algemeen onder meer meebrengt dat wederhoor moet worden toegepast. Dat is niet gebeurd. Verweerder heeft verband aangevoerd dat hij klager in het verleden herhaaldelijk de gelegenheid heeft geboden te reageren. Echter, als een eerdere reactie van klager al mede betrekking had op de vermeende bevoordeling van zijn echtgenote, dan had verweerder die reactie ook in het onderhavige artikel dienen te verwerken. En indien verweerder die beschuldiging niet eerder voor commentaar aan klager had voorgelegd, had hij dat nu behoren te doen. (vgl. RvdJ 2005/60 en RvdJ 2005/61)
Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
Feitenweergave: tendentieuze berichtgeving
Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2006/11
Uitspraak vastgesteld d.d. 9 februari 2006
H.W. Buitendijk c.s./M. Veerman, Nieuwe Revu, L. Mulder en Algemeen Dagblad
Klager maakt bezwaar tegen het artikel Stofzuiger van GOD van de hand van Veerman, dat in Nieuwe Revu is gepubliceerd. In het artikel worden beschuldigingen geuit, die erop neer komen dat klager c.q. zijn dochter c.q. zijn woongroep zich zouden hebben schuldig gemaakt aan kindermishandeling. De Raad overweegt dat de lezer voldoende ruimte wordt gelaten voor een andere conclusie dan dat in de woongroep van klager sprake zou zijn geweest van kindermishandeling. De beweringen zijn gedeeltelijk gebaseerd op uitlatingen van ex-leden van de woongroep die ten tijde van de interviews met (leden van) de woongroep in dispuut waren. Er kunnen vraagtekens worden geplaatst bij de betrouwbaarheid van een dergelijke bron als brenger van objectieve feiten. Daarnaast zijn echter ook andere bronnen geraadpleegd en is uitdrukkelijk vermeld dat een onderzoek van Bureau Jeugdzorg te Groningen geen bewijs heeft opgeleverd voor misstanden in de woongroep. Voorts is de dochter van klager uitvoerig aan het woord gelaten. Bovendien is het artikel vooraf ter inzage aan de familie Buitendijk gestuurd. Dat de familie geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid feitelijke onjuistheden te corrigeren, omdat zij het met het gehele artikel niet eens was, kan Nieuwe Revu niet worden verweten. Niet is gebleken dat partijen ter zake zijn overeengekomen dat de publicatie afhankelijk zou zijn van autorisatie. Overigens is er geen norm van journalistieke zorgvuldigheid die meebrengt dat een journalist toe- of instemming behoeft te hebben van degene over wie hij publiceert. (vgl. RvdJ 2005/58)
Verder is de klacht gericht tegen het artikel Misbruikte kinderen moeten weg uit woongroep van de hand van Mulder, dat in het Algemeen Dagblad is verschenen.
De Raad stelt voorop dat een journalist vrij is in zijn selectie van nieuws. Het artikel is verschenen naar aanleiding van een nieuwsuitzending van RTV Noord, waarin werd gesteld dat na eerdere berichtgeving over de woongemeenschap weinig is veranderd. Het stond het Algemeen Dagblad vrij hierop volgend een nieuwsitem te publiceren. Dat daarin een deel van eerder geuite beschuldigingen zijn herhaald, is in dit geval niet onzorgvuldig. De kern van het artikel is juist, dat na het brengen van het eerdere nieuws niets zou zijn veranderd in de woongemeenschap. Verder is gemotiveerd aangevoerd dat Mulder verscheidene bronnen heeft geraadpleegd en diverse pogingen heeft ondernomen om in contact te komen met klager c.q. leden van zijn woongemeenschap. Niet is gebleken dat het artikel relevante feitelijke onjuistheden bevat. (vgl. RvdJ 2004/87)
Nieuwe Revu noch het Algemeen Dagblad heeft grenzen overschreden. Trefwoorden:
Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor, inzage vooraf, selectie van nieuws
Feitenweergave: tendentieuze berichtgeving
Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2006/10

---

Uitspraken vastgesteld d.d. 8 februari 2006
door mw. mr. W.M.E. Thomassen, voorzitter, T.G.G. Bouwman, mw. drs. M.G.N. Mathot, drs. P. Sijpersma en prof. drs. E. van Thijn, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. P. Blok, plaatsvervangend secretaris.

X/NOS-Journaal en X/www.nu.nl
Uitspraken: ongegrond
Klager, die een terbeschikkingstelling (TBS) ondergaat, heeft zich onttrokken aan zijn begeleid verlof. Naar aanleiding daarvan zijn op last van de Officier van Justitie de volledige naam en herkenbare foto van klager vrijgegeven voor publicatie in de landelijke media, met het doel om informatie te verkrijgen teneinde klager te kunnen aanhouden. Vervolgens is klager aangehouden op verdenking van een nieuw strafbaar feit. Na klagers aanhouding is in een uitzending van het NOS-Journaal aandacht besteed aan de beslissing van de Minister van Justitie om de intrekking van alle verloven van TBS-ers op te heffen. In die uitzending is vermeld dat de afgelopen periode een zevental TBS-ers is ontsnapt tijdens hun verlof, in welk verband de volledige naam van klager is vermeld. Verder is na de aanhouding van klager op www.nu.nl een artikel verschenen over de verlenging van klagers voorarrest, waarin zijn volledige naam is vermeld. Bij dat artikel is een foto van klager geplaatst.
De Raad overweegt dat de foto en persoonsgegevens van klager door het Openbaar Ministerie aan de landelijke media zijn verstrekt met het verzoek deze te publiceren teneinde de opsporing en aanhouding van klager te bevorderen. Het doel van het publiceren van de foto en de persoonsgegevens van klager was op de datum van de aanhouding van klager bereikt. Of met de publicatie van die gegevens daarna grenzen zijn overschreden van hetgeen gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid maatschappelijk aanvaardbaar is, hangt af van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt enerzijds belang toe aan het maatschappelijk belang dat met de publicatie is gediend en anderzijds aan de mate waarin de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene is aangetast.
De Raad acht het van belang dat de uitzending van het NOS-Journaal betrekking had op het opheffen van de intrekking van de TBS-verloven, welke maatregel zijn oorsprong vond in de ontsnapping van klager uit een TBS-kliniek. De beslissing dat in deze omstandigheden de vermelding van de persoonsgegevens van klager een relevant onderdeel van de berichtgeving vormde, is genomen na serieuze afweging van het belang van de privacy van klager aan de ene kant en het belang van een verantwoorde en volledige berichtgeving aan de andere kant. De uitzending diende de bekendmaking van de beslissingen die na de aanhouding van klager genomen waren met betrekking tot de TBS-verloven. Daarmee leverde de uitzending een bijdrage aan het voortgaande debat over de TBS, dat met de ontsnapping van klager actueel was geworden en waarin hij in zekere zin een sleutelrol vervulde. Het belang van een volledige berichtgeving is op een verantwoorde wijze gediend, aldus de Raad.
Met betrekking tot de berichtgeving op www.nu.nl is van belang dat die publicatie betrekking had op de beslissingen die ten aanzien van klager waren genomen na zijn ontsnapping uit de TBS-kliniek en zijn kort daarop volgende aanhouding wegens de verdenking van een ernstig strafbaar feit. Het betreft serieuze berichtgeving aan het publiek van maatschappelijk relevant nieuws. De verlenging van klagers voorarrest hing immers samen met klagers ontsnapping uit de TBS-kliniek, waarover uitvoerig was bericht, en waarover het publiek diende te worden geïnformeerd. De herhaalde vermelding van klagers persoonsgegevens was in het belang van een volledige berichtgeving en kan dus worden beschouwd als essentieel voor de waarde van het bericht. Voorts is in beide zaken in aanmerking genomen dat de gegevens van klager nog maar zeer kort tevoren op grote schaal bekend waren geworden en de aantasting van zijn privacy daarom van beperkte aard was.
Gelet op de bijzondere omstandigheden kan niet worden gezegd dat verweerders hun journalistieke verantwoordelijkheid hebben miskend door de persoonsgegevens van klagers te noemen c.q. te tonen. Trefwoorden:
Privacy: verdachten/veroordeelden
Publicaties op www.rvdj.nl onder nr. 2006/08 en 2006/09
---

Uitspraken vastgesteld d.d. 8 februari 2006
door mw. mr. H. Troostwijk, voorzitter, mw. F.W. Dresselhuys, mw. drs. M.G.N. Mathot, mw. mr. H.M.A. van Meurs en mw. drs. P.C.J. van Schaveren, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.M.S. van den Berg, secretaris, en mw. mr. L.F. Egmond, plaatsvervangend secretaris.

X/BNR Nieuwsradio en X/RTL FM Radio
Uitspraken: gegrond
Klager, die een terbeschikkingstelling (TBS) ondergaat, heeft zich onttrokken aan zijn begeleid verlof. Naar aanleiding daarvan zijn op last van de Officier van Justitie de volledige naam en herkenbare foto van klager vrijgegeven voor publicatie in de landelijke media, met het doel om informatie te verkrijgen teneinde klager te kunnen aanhouden. Vervolgens is klager aangehouden op verdenking van een nieuw strafbaar feit. Na die aanhouding is in een radio-uitzending van BNR Nieuwsradio aandacht besteed aan de onthulling van een kunstwerk door de Prof. Dr. W.P.J. Pompekliniek te Nijmegen. In de uitzending is de volledige naam van klager vermeld. Voorts is na klagers aanhouding in een radio-uitzending van RTL FM Radio tijdens het journaal de volledige naam van klager vermeld.
De Raad overweegt dat de foto en persoonsgegevens van klager door het Openbaar Ministerie aan de landelijke media zijn verstrekt met het verzoek deze te publiceren teneinde de opsporing en aanhouding van klager te bevorderen. Het doel van het publiceren van de foto en de persoonsgegevens van klager was op de datum van de aanhouding van klager bereikt. Of met de publicatie van die gegevens daarna grenzen zijn overschreden van hetgeen gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid maatschappelijk aanvaardbaar is, hangt af van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt enerzijds belang toe aan het maatschappelijk belang dat met de publicatie is gediend en anderzijds aan de mate waarin de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene is aangetast.
De uitzending van BNR Nieuwsradio had betrekking op een onderwerp waarvoor het noemen van de volledige naam van klager geen enkele maatschappelijke relevantie had, aldus de Raad. Het enkele feit dat het koddig zou zijn klager met initialen aan te duiden nu zijn gegevens al eerder waren gepubliceerd, zoals door de hoofdredacteur van BNR Nieuwsradio is gesteld, is in dit verband onvoldoende en geeft geen blijk van de ter zake vereiste belangenafweging. Ten aanzien van de uitzending van RTL FM Radio is niet gebleken dat die uitzending betrekking had op een onderwerp waarvoor het noemen van de volledige naam van klager enige maatschappelijke relevantie had. Evenmin is gebleken van de ter zake vereiste belangenafweging. De Raad is van oordeel dat onder deze omstandigheden het vermelden van klagers naam in de uitzendingen van BNR Nieuwsradio en RTL FM Radio een ongerechtvaardigde aantasting van klagers privé-leven vormde. Privacy: verdachten/veroordeelden
Publicaties op www.rvdj.nl onder nr. 2006/06 en 2006/07