European Union



IP/06/218

Brussel, 23 februari 2006

EU-Commissaris Mandelson van Handel stelt voor geleidelijk een recht in te stellen naar aanleiding van de dumping van leren schoenen uit China en Vietnam

Europees Commissaris Peter Mandelson van Handel heeft vandaag bevestigd dat het onderzoek van de Europese Commissie naar klachten over de dumping van leren schoenen uit China en Vietnam overtuigend bewijs heeft opgeleverd dat er sprake is van staatsinterventie en dumping, en ook van schade. De Commissaris heeft aanbevolen in de loop van vijf maanden geleidelijk een recht in te stellen. Detailhandelaren waarvoor goederen onderweg zijn, worden zo niet plotseling geconfronteerd met een onverwacht volledig tarief aan de grens. Niettemin zal er over vijf maanden een volledig recht gelden en zullen de schadelijke effecten van de dumping worden tegengegaan. Door deze uitgebalanceerde oplossing wordt de schade gecorrigeerd, maar kunnen importeurs zich op de situatie voorbereiden. Er komt geen kwantitatieve beperking voor de invoer van leren schoenen uit Vietnam en China.

Overtuigend bewijs van ernstige staatsinterventie, dumping en schade...

Hoewel het onderzoek van de EU plaatsvond in fabrieken waarover vooraf met de regeringen van Vietnam en China overeenstemming was bereikt, bestaat er overtuigend bewijs dat er sprake is van een ernstige mate van staatsinterventie in de sector leren schoeisel in China en Vietnam
- via goedkope financiering, tijdelijke belastingvrijstellingen, niet-marktconforme grondpacht en onjuiste waardebepaling van de activa. Deze staatsinterventie leidt tot dumping die volgens de WTO-regels onaanvaardbaar is. Het aanzienlijke comparatieve voordeel dat China en Vietnam hoe dan ook hebben, wordt nog eens versterkt door niet-competitief gedrag.

Dat producenten in de EU hierdoor schade lijden, is bewezen. Door de groei van de hoeveelheden invoer met dumping sinds 2001 te volgen, is geconstateerd dat zowel de productie van schoenen in de EU als de prijzen op de markt van de EU met 30% zijn gedaald. In de sector zijn zo'n 40.000 banen verloren gegaan. Dit is niet uitsluitend aan de dumping van goederen te wijten, maar de staatsinterventie en dumping die in China en Vietnam plaatsvinden, hebben de hevige concurrentiestrijd wel verergerd.

In een aanbeveling van de Commissaris van Handel zijn voor China 19,4% en voor Vietnam 16,8% aan voorlopige rechten vastgesteld. De aanbeveling behelst een geleidelijke invoering van de rechten in vijf maanden tijd, te beginnen bij ongeveer 4%.

De Commissie tracht met de Chinezen en de Vietnamezen afspraken te maken om de door het onderzoek van de EU aangekaarte bezwaren aan te pakken. De Commissie is blij met de signalen van China en Vietnam dat zij bereid zijn het probleem aan te pakken.

Met de belangen van de detailhandel en de consument is terdege rekening gehouden...

In dit geval gaat het om negen paar schoenen op elke 100 door Europeanen gekochte paren. Het is aantoonbaar dat, hoewel de prijzen van ingevoerde leren schoenen in de EU de laatste vijf jaar met meer dan 20% zijn gedaald, de consumentenprijzen stabiel zijn gebleven en zelfs licht zijn gestegen. Door de invoering van een recht zou die prijs gemiddeld stijgen met iets meer dan 1,5 euro op de gemiddelde groothandelsprijzen van 8,5 euro voor schoenen met detailhandelsprijzen van 30 tot 100 euro. Er bestaat binnen de bevoorradingsketen ruimte om een klein recht op de invoerkosten te absorberen door de kosten te spreiden over verschillende productassortimenten en de verschillende schakels in de distributieketen.

De Commissaris van Handel beveelt aan om in het belang van de EU kinderschoenen en hightech sportschoenen uit te sluiten van de voorlopige maatregelen, omdat uit het onderzoek van de Commissie blijkt dat er van deze schoenen zo weinig in de EU worden geproduceerd, dat geen schade is opgetreden.

Geen protectionistische maatregel...

Staatsinterventie van dit type in een zeer concurrerende bedrijfstak is strijdig met elke notie van eerlijke handel. De EU neemt geen maatregelen tegen lage kosten en comparatieve voordelen, maar wel tegen niet-competitief gedrag. Door het "beginsel van het laagste recht" dat aan de antidumpingregels van de EU ten grondslag ligt, kunnen antidumpingmaatregelen zeer zeker niet worden gebruikt om de invoer duurder te maken dan het equivalente Europese product. De concurrerende goederen kunnen zo toch veel goedkoper blijven dan het Europese equivalent, en vaak gebeurt dat ook. Dit geldt niet voor de regels die India, de Verenigde Staten en China zelf toepassen. Ook past geen van deze landen een regel inzake "algemeen belang" toe, zoals de EU.