Leger neemt steeds meer politietaken op zich
Promotie politicoloog en organisatieadviseur Michiel de Weger
Het leger heeft steeds meer binnenlandse veiligheidstaken, denk
bijvoorbeeld aan de bijzondere bijstandseenheden. De belangrijkste
redenen hiervoor zijn dat bij politie vaak de benodigde capaciteit
ontbreekt en de regering de politie niet direct kan aansturen, aldus
politicoloog Michiel de Weger. De Weger promoveert op dinsdag 28
februari 2006.
Waarom maakten mariniers en militaire scherpschutters een eind aan de
gijzelingen in de jaren zeventig? En waarom ruimt de militaire
explosievenopruimingsdienst verdachte pakketjes op? Over dit
schemergebied tussen leger- en politietaken handelt het proefschrift
van politicoloog en organisatieadviseur Michiel de Weger. Hij
beschrijft twaalf gevallen sinds de Tweede Wereldoorlog waarin het
leger taken toegewezen heeft gekregen die ook door politie, brandweer
of een andere civiele organisatie hadden kunnen worden uitgevoerd.
Naar de vijf belangrijkste beslissingen deed De Weger uitgebreider
onderzoek. Hij ploos archieven en parlementaire stukken uit en
interviewde betrokken bewindslieden, ambtenaren en militairen om de
overwegingen achter de besluiten te achterhalen. Deze vijf zaken zijn:
* de oprichting van de Nationale Reserve (1948)
* civiele taken voor de militaire Explosievenopruimingsdienst
(1970)
* de oprichting van de Bijzondere Bijstandseenheden (1972/1973)
* politietaken van de Koninklijke Marechaussee op Schiphol (1993)
* mobiele vreemdelingencontrole door de Koninklijke Marechaussee
(1994)
De belangrijkste reden besloten werd het leger in te schakelen terwijl
er civiele alternatieven waren is capaciteit, aldus De Weger. De
Nationale Reserve werd opgericht bij de Landmacht, als aanvulling op
een reservepolitie. De Bijzondere Bijstandsteams ontstonden omdat
indertijd alleen de krijgsmacht snel voldoende en geschikte mankracht
wilde en kon leveren om zware, gewelddadige criminaliteit te
bestrijden. De Marechaussee werd op Schiphol ingezet omdat zij anders
zouden afvloeien en niet meer beschikbaar waren als strategische
reserve voor bijstand aan de politie.
Snel inzetbaar
Maar ook het feit dat in Nederland de regering of een minister de
politie niet direct kan aansturen, speelt een belangrijke rol. Bij het
besluit om de Koninklijke Marechaussee mobiel vreemdelingen te laten
controleren, speelde de vrees dat bij inschakeling van de civiele
politie de regering te afhankelijk zou worden van burgemeesters. Bij
de oprichting van de Nationale Reserve heerste angst voor een
communistische coupe. En het was een expliciete wens van de regering
dat de Bijzondere Bijstandseenheden direct onder de minister van
Justitie zouden vallen en niet onder gezag van de burgemeester van de
plaats waar zij zouden worden ingezet. Ook de Marechaussee op Schiphol
werkt onder aansturing van Justitie.
Concurrentiestrijd
De groei in civiele taken van het leger heeft implicaties, met name
voor de Koninklijke Marechaussee, stelt De Weger. Haar militaire taken
zijn inmiddels zelfs niet meer van dezelfde orde grootte als de
civiele taken. Het Korps heeft zich hierdoor vervreemd van de andere
delen van de krijgsmacht, wat het waarschijnlijker maakt dat een
(volgende) regering besluit haar met de civiele politie te integreren.
Het proefschrift laat ook zien welke concurrentiestrijd om invloed op
de politie zich afspeelt tussen de ministeries van Binnenlandse Zaken
en Justitie een argument om deze samen te voegen tot een 'Ministerie
van Veiligheid' (commissie Brinkman).
Eindconclusie is dat de politie als het gaat om grote
veiligheidsproblemen (rampen, maatschappelijke polarisatie,
illegaliteit, terrorisme) capaciteiten mist. De regering besluit
daarom, met name in crisissituaties, vrij gemakkelijk, pragmatisch en
zonder veel oog voor de consequenties op lange termijn, het leger een
extra taak te geven. Wanneer de politie geen extra capaciteiten voor
deze actuele problemen krijgt, zal de binnenlandse taak van de
krijgsmacht langzaam en schoksgewijs blijven groeien. M. J. (Michiel)
de Weger (1970, Gouda) studeerde politicologie aan de
Rijksuniversiteit Leiden. Zijn afstudeerscriptie handelde over de
veranderende taken van de Navo. In 1995 en 1996 was hij
reserveofficier bij de Koninklijke Marine, waar hij ook in 1997 les
gaf over nationale en internationale veiligheidspolitiek. Vanaf 1998
werkt De Weger als (management)consultant bij Capgemini. Daarnaast
kwam het bovenbeschreven onderzoek tot stand. Hij publiceert
regelmatig in vak- en dagbladen over veiligheidsonderwerpen.
Noot voor de pers
De promotiezitting van Michiel de Weger vindt plaats op dinsdag 28
februari de Aula van de Universiteit van Tilburg, Warandelaan 2. De
zitting start om 14.00 uur. Promotor is prof.dr. C.J.C.F. Fijnaut.
Titel proefschrift: De binnenlandse veiligheidstaken van de
Nederlandse krijgsmacht. Een handelseditie verschijnt bij Uitgeverij
Van Gorcum in Assen (ISBN: 90 232 4163 0, 25 euro, www.vangorcum.nl).
Voor journalisten is een exemplaar van het proefschrift beschikbaar
via de Afdeling Voorlichting & Externe Betrekkingen, tel: 013 466
2000, e-mail: persberichtuvt@uvt.nl. Michiel de Weger is bereikbaar
via tel: 06 456 90497, e-mail: michiel.de.weger@capgemini.com.
Persberichten van de UvT vindt u op www.uvt.nl/persberichten/.
UvT Persbericht
Universiteit van Tilburg