Onderwijsraad
27 februari 2006
Scholen krijgen tijd voor regelen opvang kinderen
nassaulaan 6
Basisscholen moeten binnen vier jaar in staat zijn goede voor- en 2514 JS DEN HAAG
naschoolse opvang te regelen voor hun leerlingen van vier tot twaalf TELEFOON 070 310 00 00
jaar. Zij kunnen daarbij kinderopvangorganisaties inschakelen. Scho- FAX 070 356 14 74
len bepalen zelf of ze de kinderopvang dichtbij het onderwijs willen E-MAIL SECRETARIAAT@ONDERWIJSRAAD.NL
opzetten en hoe ze deze samenwerking willen vormgeven. Belangrijk WEBSITE WWW.ONDERWIJSRAAD.NL
is dat een doorlopende ontwikkelingslijn bij kinderen gerealiseerd
wordt. In het advies Een vlechtwerk van opvang en onderwijs dat
vandaag verschijnt geeft de Onderwijsraad vier manieren aan waar-
op onderwijs en opvang kunnen samenwerken.
Met het advies doet de raad aanbevelingen aan minister Van der Hoeven van
Onderwijs over de uitvoering van de motie-Van Aartsen-Bos. Die wil dat alle
ouders de mogelijkheid krijgen om de school van hun kind te verzoeken
voor- en naschoolse opvang te regelen. De Onderwijsraad is positief over de
mogelijkheden van scholen om deze extra taak aan te kunnen. Scholen zijn
wat de raad betreft zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop zij de opvang
willen organiseren en de keuzes die zij daarbij maken. Er is geen `blauwdruk'
die voor elke situatie geldt. Wel vindt de raad het belangrijk dat scholen niet
opnieuw zelf het wiel gaan uitvinden, maar zoveel mogelijk gebruikmaken
van de aanpakken en vormen die al succesvol gebleken zijn.
De Onderwijsraad geeft in zijn advies vier modellen als voorbeeld aan voor
de wijze waarop scholen deze taak kunnen vormgeven. De modellen kunnen
heel goed worden aangepast aan de individuele situaties van scholen en de
keuzes die zij willen maken. De Wet kinderopvang is voor wat betreft de
kwaliteit van de opvang in alle modellen leidend.
Samengaan opvang en onderwijs: vier manieren van samenwerken
De eenvoudigste manier van samenwerken die in de praktijk al geregeld
voorkomt is `de school als makelaar', waarbij scholen met geregistreerde
aanbieders van buitenschoolse opvang een overeenkomst sluiten. Dit is een
`instapmodel' voor scholen die nog weinig ervaring hebben met kinderop-
vang. Een andere mogelijkheid is het onderbrengen van onderwijs en opvang
in één hand: een schoolbestuur vormt ook een stichting voor kinderopvang.
Bij de derde vorm gaan basisscholen ook onderwijsgebonden opvang verzor-
gen. Deze vorm van opvang draagt bij aan de kerndoelen van het onderwijs.
Een verder weg liggende optie is een vorm waarbij opvoeding, opvang en
onderwijs onder één dak worden aangeboden: een afdeling voor de basis-
school, een afdeling voor zorg en pedagogiek voor nul- tot vierjarigen en een
afdeling voor zorg en educatie in buitenschoolse tijd voor vier- tot twaalfjari-
gen (inclusief tussenschoolse opvang).
Kinderopvang: recht voor ouders, plicht voor scholen
De raad is van mening dat het organiseren van voor- en naschoolse opvang
een resultaatverplichting voor scholen moet zijn. Dit kan echter nog niet per
1 januari 2007 ingaan, zoals de motie voorstelt, omdat randvoorwaarden
KENMERK
Pagina 2
zoals voldoende bekwaam personeel nog niet overal kunnen worden gereali-
seerd. De raad stelt daarom voor om scholen om te beginnen vanaf 1 augus-
tus 2007 een inspanningsverplichting op te leggen. Dat wil zeggen dat scho-
len aantoonbaar hun best moeten doen aan verzoeken van ouders voor op-
vang van hun kinderen tegemoet te komen. Na vier jaar kan een resultaatver-
plichting in de onderwijswet worden opgenomen.
De raad verwacht dat kinderopvang zich in de toekomst steeds verder zal
ontwikkelen. Onderwijs en opvang zullen sterker vervlochten zijn. De finan-
ciering kan eenvoudiger worden ingericht en zal moeten worden uitgebreid.
Op termijn zal een combinatie van onderwijs en opvang in ieder geval voor
een deel als basisvoorziening gaan gelden.