Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Brinkel over de besteding van de Pariteitsmiddelen door Suriname. Deze vragen werden ingezonden op 13 februari 2006 met kenmerk 2050607890.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Antwoorden van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Brinkel (CDA) over de besteding van de Pariteitsmiddelen door Suriname.
Vraag 1
Bent u bekend met de verbeterde schuldpositie van Suriname ten opzichte van buitenlandse schuldeisers? 1)
Antwoord op vraag 1
Ja. De schuldpositie van Suriname is de laatste jaren verbeterd. De voornaamste oorzaak zijn de gestegen inkomsten uit de van oudsher belangrijke export van mineralen (bauxiet, goud) en andere grondstoffen (olie), waarvan de prijzen op de wereldmarkt aanmerkelijk zijn gestegen.
Voorts is sprake van efficiënter schuldbeheer door de Surinaamse overheid. Omdat Suriname op een deel van de buitenlandse schuld echter nog steeds betalingsachterstanden heeft, met name op enkele tientallen jaren oude leningen van Braziliaanse en Amerikaanse oorsprong, blijft de kredietstatus (credit rating) van Suriname in internationale ogen beperkt.
In het laatste kredietrapport van Standard & Poor's (januari 2006) is de positie van Suriname verbeterd van B naar B-plus. De waardering door Standard & Poor's loopt van zeer zwak (CCC) tot extreem sterk (AAA).
Vraag 2
Kunt u de Kamer een beeld en een analyse geven van de bredere sociaal-economische ontwikkeling van Suriname?
Antwoord op vraag 2
Suriname heeft de laatste jaren een stringente monetaire stabilisatiepolitiek gevoerd. Het land wordt daarbij geholpen door een aanzienlijke economische groei vanaf 2003, die voornamelijk wordt veroorzaakt door de gunstige ontwikkelingen in de exportsector. De staatsfinanciën staan er dan ook aanmerkelijk beter voor dan enige jaren geleden. Deze gunstige ontwikkeling is echter voor een deel eenzijdig afhankelijk van de internationale prijzen voor grondstoffen, waarop Suriname geen invloed kan uitoefenen.
Met een inkomen per hoofd van de bevolking van USD 2250 per jaar (rapport Wereldbank 2004) behoort Suriname inmiddels tot de midden inkomens landen.
In de Human Development Index (HDI) van het UNDP voor het jaar 2005 bezet Suriname de 86ste plaats, achter China op 85. Het is aannemelijk dat de waarde van de HDI in Suriname zal toenemen nu de sectorplannen voor Gezondheid, Onderwijs en Huisvesting in uitvoering zijn genomen. Dat kan vervolgens leiden tot een betere positie in de Human Development Index.
Voor duurzame ontwikkeling van Suriname zijn tevens structurele hervormingen van overheid (Public Sector Reform) en economie (Private Sector Development) noodzakelijk. In dit kader wordt uitgekeken naar het Meerjaren Ontwikkelingsplan (MOP) van de in augustus 2005 aangetreden nieuwe Surinaamse regering. Het MOP zal naar verwachting in de maand maart gepresenteerd worden. Ook zal de Inter-American Development Bank medio 2006 een stappenplan voor Public Sector Reform afronden (de zogenaamde 'road map'), die in opdracht van de Surinaamse regering wordt vervaardigd.
Vraag 3
Hoe wil de Surinaamse regering uitvoering geven aan de in 2005 door de Nationale Assemblee aangenomen resolutie die vroeg om besteding van de resterende Verdragsmiddelen binnen vijf jaar?
Vraag 4
Welke behoefte bestaat er in Suriname nog aan de besteding van de Pariteitsmiddelen en hoe staat het met het overleg tussen Suriname en Nederland terzake?
Antwoord vraag 3 en 4
Van de Verdragsmiddelen resteren een deel van de schenkingsmiddelen en alle pariteitsmiddelen.
In het beleidsoverleg van 2005 is met Suriname een verdeling van de resterende schenkingsmiddelen overeengekomen, waarin deze in het tijdsbestek van vijf jaar voor zes sectoren en capaciteitsopbouw zullen worden aangewend. Vier sectoren zijn in uitvoering: Gezondheidszorg, Onderwijs, Landbouw en Huisvesting. Het sectorplan Rechtsbescherming en Veiligheid is thans in de goedkeuringsfase. Het sectorplan Milieu is nog in ontwikkeling.
De zes sectoren worden in het MOP van Suriname opgenomen. De tijdshorizon valt samen met de regeerperiode van vijf jaar van de huidige Surinaamse regering.
Tijdens het beleidsoverleg van 2005 is eveneens overeenstemming bereikt met Suriname over de besteding van de pariteitsmiddelen. Deze zullen parallel aan de resterende schenkingsmiddelen in de komende vijf jaar worden bestemd voor de noodzakelijke Public Sector Reform en Private Sector Development.
Wanneer aan Public Sector Reform en Private Sector Development uitvoering wordt gegeven en op voorwaarde van goed beheer van de openbare financiën, is lastens de pariteitsmiddelen begrotingssteun ter ondersteuning van Public Sector Reform en Private Sector Development een optie.
Aanstaand voorjaar is beleidsoverleg voorzien met de nieuwe minister voor Planning en Ontwikkelingssamenwerking van Suriname, de heer Van Ravenswaay. Het MOP, de voortgang in de sectoren, Public Sector Reform en Private Sector Development staan dan onder meer op de agenda.
1) http://www.waterkant.net
---- --
Ministerie van Buitenlandse Zaken