Ministerie van Algemene Zaken


1red16616
24-02-2006, Met het oog op morgen, Nos, R1, 23.07 uur

MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE MINISTERRAAD, OVER DE

CAMPAGNE VOOR DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN EN DE ROL VAN MINISTERS DAARIN


VAN SLOOTEN:
Meneer Balkenende zijn er recentelijk nog bijbanen bij u aangemeld, want dat moet als minister. Als je een bijbaan hebt moet je die aanmelden.


BALKENENDE:
U heeft gelijk dat moet worden aangemeld. Ik heb de laatste weken in ieder geval niets gehoord.


VAN SLOOTEN:
Want er is een campagne leider bijgekomen in het kabinet, meneer Rutte. Mag dat zo maar?


BALKENENDE:
Ja dit kan. Kijk de heer Rutte is en blijft staatssecretaris. Het is iemand die ook al eerder in VVD kringen dingen heeft gedaan als zaken als ondersteunen van campagnes en dit staat hem vrij.


VAN SLOOTEN:
Dat gaat niet ten koste van zijn werk?


BALKENENDE:
Ik begreep dat hij heeft gezegd dan slaap ik wat korter.


VAN SLOOTEN:
Dan is er nog iemand, mevrouw Peijs, die wordt lijstduwer. Kan dat zomaar?


BALKENENDE:
Ook dat kan.


VAN SLOOTEN:
Maar je bent ook minister.


BALKENENDE:
Dat blijft ook zo maar dat heeft te maken met een ondersteuning van de campagne. Ze blijft wel minister dan. Maakt u zich geen zorgen.


VAN SLOOTEN:
Er zijn ook een hoop ministers die aan het campaignen zijn. Meneer Kamp, minister van Defensie heeft opeens een opvatting over krakers.


BALKENENDE:
Ja we weten in deze tijd van campagne voeren dat er dan wat meer ruimte is voor het doen van uitlatingen die te maken hebben met het politiek profiel. Ik vind overigens wel dat je goed onderscheid moet maken in welke hoedanigheid je spreekt.


VAN SLOOTEN:
Hoe weet ik dat als kiezer?


BALKENENDE:
De heer Kamp heeft bijvoorbeeld een keer een column geschreven. Dat deed hij niet als minister van Defensie maar dat was iets wat liep via een website van de VVD. Dan wordt ook helder dit zijn uitlatingen die te maken hebben met het zijn van VVDer op dit moment.


VAN SLOOTEN:
Maar hoe kan je dit onderscheid verder maken?


BALKENENDE:
Dat is niet zo geweldig ingewikkeld. Ik ben zelf ook de afgelopen weken verder het land in geweest. Dan was ik bij regionale CDA manifestaties. Daar sprak ik niet als premier. Ik sprak daar als politiek leider van het CDA.


VAN SLOOTEN:
Maar ik heb u ook in Groningen gezien en daar sprak u enerzijds als CDA- aanvoerder, en aan de andere kant als premier. Toen ging het over Afghanistan.


BALKENENDE:
Dat klopt. Op dat moment was natuurlijk duidelijk wat ik zei over Uruzgan dat het te maken had met mijn rol als premier. Dat weet dan ook iedereen wel op zo'n moment. Want als je zegt ik vind dat dan doe je dat niet als politiek leider van het CDA. Daar heeft u gelijk in. Meestal is het wel zo dat het heel helder is van je bent bij een campagne. Je bent actief bij het verspreiden van folders, je spreekt met mensen op straat. Je ziet het ook vaak aan de outfit van bewindslieden. Dan hebben ze een groene sjaal of een oranje sjaal. Er wordt alles aan gedaan om duidelijk te maken in welke hoedanigheid het is.


VAN SLOOTEN:
U heeft een wit overhemd aan en een blauwe stropdas dus u bent hier als premier.


BALKENENDE:
Misschien dat die foto ook op uw website kan worden opgenomen maar u geeft een goede beschrijving.


VAN SLOOTEN:
Goed we kunnen de ministers daar aan herkennen maar toch gaat het soms mis want de heer Zalm kwam met informatie die eigenlijk uit het kabinet kwam. Het was een brief van het kabinet, kwam hij naar buiten en daar ging hij campagne mee bedrijven. Kan dat of kan dat niet?


BALKENENDE:
In de eerste plaats heeft minister Zalm gesproken als minister van Financiën. Vorige week hoorde ik dat de heer Zalm in Buitenhof zou optreden. Toen heb ik uiteraard gevraag van goh Gerrit je gaat in Buitenhof zitten. Wat ga je daar doen? Hij zei ik ga het hebben over de OZB. Hij heeft ook aangegeven er zijn een aantal gemeenten die hebben te hoge tarieven vastgesteld. Dat leek mij normale informatie. Naderhand bleek overigens wel dat het wat anders lag wat betreft de aantallen gemeenten die te hoog zaten. Maar ik wist niet dat er een opmerking zou komen over het niet betalen van de OZB door burgers. In zo'n geval kun je zeggen: het thema OZB is iets wat kabinetsbeleid raakt. Misschien dat op de achtergrond heeft meegespeeld van het is een thema dat voor de VVD interessant is. Ik vind wel op zo'n moment dat je moet blijven aanspreken, de heer Zalm, op zijn rol als minister van Financiën. En dat heeft hij ook gedaan. We hebben maandag gezien dat de minister heeft gezegd wat ik heb gedaan was gewoon niet goed.


VAN SLOOTEN:
Ben je dan in eerste instantie minister of partijman?


BALKENENDE:
Het kan best dat er bepaalde motieven een rol hebben gespeeld over de campagne maar op zo'n moment moet je iemand als minister blijven aanspreken. Omdat iemand mededelingen doet die ook een beetje te maken hebben met dat eigen werkterrein. Die ook te maken hebben met kabinetsbeleid want we hebben we een deel van de OZB afgeschaft en de gemeenten worden dan gecompenseerd. Dat betekent dus ook dat je je bewust moet zijn van het feit dat je minister van Financiën bent en blijft.


VAN SLOOTEN:
Je zou ook kunnen zeggen het zijn gemeenteraadsverkiezingen. Wat doen landelijke politici daar allemaal?


BALKENENDE:
Wat ze doen is het ondersteunen van lokale kandidaten. Laat ik iets zeggen over mijn eigen ervaring. Ik heb in nogal wat delen van het land inleidingen gehouden. En een van de boodschappen die je hebt is dat er tal van thema's zijn die zowel het landelijk beleid als het plaatselijk beleid verbinden.


VAN SLOOTEN:
Ondersteunend?


BALKENENDE:
Ja je bent ondersteunend bezig want zaken als veiligheid of leefbaarheid of sneller werken met procedures in de sfeer van ruimtelijke ordening dat zijn zaken die raken en de gemeente en het landelijke bestuur. Je bet daar om de lokale kandidaten, de lokale afdelingen te ondersteunen. Dat is je rol.


VAN SLOOTEN:
Wat deze week ook speelde was de kinderbijslag. Dat komt wel uit die campagne voort. Verhagen zegt eigenlijk moet de kinderbijslag met 10% omhoog. Is dat nou een campagnethema?


BALKENENDE:
Het is niet zomaar een thema voor de gemeenteraadsverkiezing. U weet dat ook die dag een debat was in de Kamer.


VAN SLOOTEN:
Hij zegt dat in een praatje dat bedoeld is voor de gemeenteraadsverkiezingen.


BALKENENDE
Dan zou ik een wedervraag aan u kunnen stellen. Stel dat het geen keek op de dag geweest was want zo heet dat, als los van die keek op de dag ook in een ander geval dan zou de CDA-fractie hebben gezegd we vinden dat er iets met de kinderbijslag moet gebeuren. Er was die dag een debat in de Kamer.


VAN SLOOTEN:
Maar dat is een theoretisch geval want Verhagen heeft die gebeurtenis aangegrepen om dit punt neer te zetten.


BALKENENDE
Daarom zeg ik of er nu wel of geen keek van de de dag was, ik denk dat het onderwerp toch wel aan de orde zou zijn gesteld.


VAN SLOOTEN:
Is het niet verwarrend dan. Want u moet als premier zeggen daar ben ik eigenlijk niet voor.


BALKENENDE
In dit geval was het niet eens een kwestie van wel of niet voor zijn. Het was een kwestie van er was een idee gekomen van de kant van de CDA, overigens was het een drukke dag want ook de VVD kwam met een voorstel en de PvdA. Vervolgens komt er een debat in de Kamer en uiteindelijk wordt de zaak besloten. Er zijn moties ingediend en de motie van het CDA heeft het toen niet gehaald. Met die uitkomst heb je te maken.


VAN SLOOTEN:
U gaat carnaval vieren?


BALKENENDE
Ja, u kijkt er een beetje verschrikt bij.


VAN SLOOTEN:
Ik vind u niet echt het type dat carnaval gaat vieren. Ik zeg het netjes.


BALKENENDE
Zeg het eens niet netjes.


VAN SLOOTEN:
Een goede gereformeerde jongen gaat toch geen katholiek feest vieren?


BALKENENDE
Terug naar mijn studententijd. Mijn broer had een hele goede studievriend die kwam uit Maastricht en toen ben ik destijds met een grote groep Maastrichtenaren daar geweest om carnaval te vieren. En een paar jaar geleden was ik politiek leider van het CDA geworden en toen ben ik ook op een paar plaatsen geweest om carnaval te vieren. Bijvoorbeeld in Den Bosch. Nog een mis meegemaakt op zondagochtend in de Sint Jan en daarna de optocht. Ik moet zeggen ik heb een hele leuke dag gehad. Zelfs een gereformeerde jongen kan plezier hebben met carnaval. Alleen ik doe het niet elk jaar. Dat is zo.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, jw)