Date : Friday, February 24, 2006
Sender Name: Bureau fédéral du Plan
Economische begroting 2006 (begrotingscontrole) Belgie
Overeenkomstig de wet van 21 december 1994 heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) de cijfers van de economische begroting meegedeeld aan de Minister van Economie. Deze macro-economische vooruitzichten dienen als basis voor de begrotingscontrole voor het jaar 2006. In vergelijking met de vooruitzichten van september vorig jaar (initiële begroting 2006) blijft de groeiraming van het bbp tegen constante prijzen ongewijzigd op 2,2 %. De binnenlandse werkgelegenheid zou in 2006 gemiddeld met 41.000 personen toenemen en de consumptieprijsinflatie zou op 1,8 % uitkomen.
De Belgische economische groei bedroeg vorig jaar 1,5 % (bbp tegen constante prijzen). In het zog van het Europese conjunctuurherstel hernam de Belgische bbp-groei geleidelijk van 0,1 % in het eerste tot 0,6 % in het vierde kwartaal. De kwartaalgroei zou zich in de eerste helft van 2006 stabiliseren op 0,6 % en ook in de tweede jaarhelft meer dan 0,5 % bedragen. Op jaarbasis impliceert dat een bbp-groei tegen constante prijzen van 2,2 % in 2006.
De wereldeconomie schakelt geleidelijk naar een lagere versnelling
Voor de Amerikaanse en de Aziatische economieën wordt een lichte groeivertraging verwacht in 2006, terwijl de bbp-groei in de eurozone zou aantrekken. De Europese herneming, die momenteel zowel door de binnenlandse vraag als door de uitvoer wordt ondersteund, zou in het tweede halfjaar enigszins aan kracht inboeten in navolging van de buitenlandse afzetperspectieven. Het groeitempo van de Belgische uitvoermarkten zou daardoor nog versnellen in het eerste kwartaal, maar vervolgens ietwat verzwakken.
De Belgische groei krijgt een bredere basis in 2006
In 2006 zou de Belgische economie niet alleen sterker, maar ook evenwichtiger groeien. Zowel de netto-uitvoer als de binnenlandse vraag zou een positieve groeibijdrage leveren.
Dankzij de Europese herneming zou de Belgische uitvoergroei aantrekken tot 4,7 % op jaarbasis, na 2,2 % vorig jaar. Toch neemt de uitvoerdynamiek in de tweede jaarhelft licht af in navolging van de internationale conjunctuur. Het overschot van de lopende verrichtingen met het buitenland neemt evenwel nauwelijks toe (tot 2,6 % van het bbp) als gevolg van de hoge olieprijzen, die leiden tot een negatieve ruilvoetontwikkeling.
De binnenlandse vraag zou dit jaar met 1,6 % toenemen, na 2,1 % in 2005. De verzwakking is toe te schrijven aan de
bedrijfsinvesteringen. Die blijven op een hoog niveau, gezien de verhoogde rendabiliteit, de gunstige financieringsvoorwaarden en de verbeterde vraagvooruitzichten, maar groeien aan een gematigder tempo na de aanzienlijke inhaalbeweging met 8,9 % in 2005. Daarbij wordt ook verondersteld dat enkele uitzonderlijke investeringsprojecten van de voorbije twee jaar (maritiem vervoer) zich niet zouden herhalen in 2006. Die uitzonderlijke investeringen hebben geen impact op de economische groei aangezien ze gepaard gaan met een invoertoename. Het reëel beschikbaar inkomen van de gezinnen zou dit jaar met 1,8 % toenemen - na amper 0,8 % in 2005 - onder meer door de belastinghervorming en de werkgelegenheidstoename. De groei van de particuliere consumptie zou versnellen tot 1,6 %, met een lichte herneming van de gezinsspaarquote als gevolg.
De reële groei van de overheidsinvesteringen in 2006 (15 %) wordt onder meer bepaald door de infrastructuurwerken van de lokale overheden, die sterk toenemen in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in oktober.
De nettocreatie van 41.000 banen doet de werkloosheidsgraad afbrokkelen
Het aantal banen nam in 2005 jaargemiddeld met bijna 39.000 eenheden toe. De werkgelegenheidscreatie was net voldoende om de toename van de beroepsbevolking op te vangen, waardoor het aantal werklozen zich stabiliseerde.
Dit jaar zou de kwartaalgroei van de werkgelegenheid versnellen en jaargemiddeld 41.000 bijkomende arbeidsplaatsen opleveren. De werkgelegenheidsgraad zou daardoor licht stijgen van 61,9 % in 2005 tot 62,2 % in 2006. Het aantal jobs neemt sterker toe dan de beroepsbevolking, wat resulteert in een daling van het aantal werklozen (-5.600 eenheden). De geharmoniseerde werkloosheidsgraad neemt af van 8,4 % in 2005 tot 8,3 % in 2006.
De inflatie koelt af tot 1,8 %
De inflatie, gemeten aan de hand van het nationaal indexcijfer van de consumptieprijzen (NICP), zou dit jaar 1,8 % bedragen, na 2,8 % in 2005. Die afkoeling is in belangrijke mate het gevolg van de gematigde ontwikkeling van de loonkosten per product, het nagenoeg stabiele verloop van de olieprijzen in de loop van het jaar en de invoering van het nieuwe indexcijfer. Sinds januari 2006 wordt de inflatie immers gemeten aan de hand van een nieuwe korf van producten. De samenstelling daarvan is gebaseerd op de gezinsbudgetenquête van 2004, terwijl tot december 2005 het bestedingspatroon van de particulieren in 1996 als referentie gold. Een aantal nieuw opgenomen producten hebben een veel gematigder of zelfs dalend prijsverloop, waardoor de gemeten prijstoename volgens het nieuwe indexcijfer (basis 2004) lager uitvalt dan volgens de oude consumptieprijsindex (basis 1996). Door de forse toename van de olieprijzen nam het algemeen indexcijfer in 2005 beduidend sneller toe dan de gezondheidsindex (2,2 %), die niet beïnvloed wordt door de prijsevolutie van motorbrandstoffen, alcoholhoudende dranken en tabaksproducten. In 2006 zou de toename van de gezondheidsindex (1,7 %) nauwer aansluiten bij de stijging van het NICP door de stabielere prijsevolutie van de olieproducten.
In juli 2005 werd de spilindex voor de overheidswedden en sociale uitkeringen overschreden. Overeenkomstig de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex zou de spilindex (die momenteel 104,14 bedraagt) overschreden worden in november 2006. Als gevolg daarvan zouden de sociale uitkeringen in december 2006 en de wedden van het overheidspersoneel in januari 2007 met 2 % aangepast worden aan de toegenomen levensduurte.
Meer informatie:
Filip Vanhorebeek, 02/507.74.12, fvh@plan.be
URL: (None)
Picture: (None)
Attachments: (None)