ChristenUnie
Vragen over Kinderhandel Somalië donderdag 23 februari 2006 - 16:35
Interpellatievragen van het lid Huizinga-Heringa ChristenUnie) aan de
ministers van Buitenlandse Zaken, Vreemdelingenzaken en Integratie, en
Justitie inzake kinderhandel Somalië
Vragen aan de minister van Buitenlandse Zaken
1. Wat wordt precies verstaan onder de toezegging dat zal worden
bezien of onder bepaalde omstandigheden aanleiding bestaat het
vergaren van bewijsdocumenten te faciliteren. Wordt hieronder
bijvoorbeeld verstaan: het leggen van contacten met personen en/of
instellingen die de persoon in kwestie zeggen of denken te
herkennen? Wordt hieronder verstaan andere vormen van
identiteitsvaststelling zoals het afnemen en vergelijken van
vingerafdrukken en eventueel DNA? Wordt hieronder tevens verstaan
het verschaffen van faciliteiten om te kunnen communiceren, zoals
een postadres?
2. Kunt u aangeven op grond van welke criteria de
ambassademedewerkers de toegang tot de ambassade al dan niet
weigeren? Hoe beoordeelt u de berichten dat het ook voorkomt dat
kinderen simpelweg de toegang wordt geweigerd, zelfs in gevallen
waarin uiteindelijk is gebleken dat betrokkene recht had op
toegang tot Nederland?
3. Acht u het gewenst, zoals de Nationaal Rapporteur Mensenhandel
heeft gesuggereerd, op korte termijn een richtlijn op te stellen
voor ambassades om dergelijke gevallen, waarin reden is om
mensenhandel te vermoeden, adequaat te kunnen behandelen?
4. Hoe beoordeelt u het vermoeden, uitgesproken door Nederlanders die
woonachtig zijn in de regio, dat er nog veel meer mensen zijn, die
kennelijk onder soortgelijke omstandigheden verkeren als de mensen
die wel toegang hebben verkregen?
5. Indien redelijkerwijs het vermoeden aanwezig is dat betrokkene
toegang tot Nederland zou moeten worden verleend, is de ambassade
vervolgens behulpzaam bij de bemachtiging van een laissez-passer
of paspoort, bijvoorbeeld door een voorschot te verstrekken?
6. Hebt u de indruk dat de ambassade onzorgvuldig dan wel
onbehoorlijk heeft gehandeld, mede gelet op het feit dat de
nationale ombudsman voldoende reden ziet om een voorbereidend
onderzoek te starten?
Vragen aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie
7. Kunt u aangeven hoe het mogelijk is dat hoewel het vermoeden van
kinderhandel- en smokkel en fraude met documenten al langere tijd
bestaat, kennelijk tot dusverre geen afdoende maatregelen zijn
getroffen om dit verschijnsel tegen te gaan? Wordt bijvoorbeeld
structureel gebruik gemaakt van de mogelijkheid van
vingerafdrukkenvergelijking, nu immers mag worden aangenomen dat
deze doorgaans bij de IND bekend zullen zijn?
8. Wilt u overwegen om in twijfelgevallen over te gaan tot
DNA-onderzoek?
9. Hoe geeft u vorm aan de verantwoordelijkheid voor Nederlanders in
den vreemde, in gevallen waarin mensen kennelijk toegang tot
Nederland hebben, omdat redelijkerwijs vermoed kan worden dat zij
de Nederlandse nationaliteit hebben of hen waarschijnlijk een
verblijfsvergunning is verstrekt?
10. Hebt u overwogen ook in deze gevallen, waarin aangenomen kan
worden dat sprake is van mensenhandel, de B9-regeling toe te
passen. Zo nee, waarom niet?
11. Hoe beoordeelt u de omstandigheid die zich voordoet indien
minderjarige kinderen kennelijk het Nederlanderschap hebben
verkregen door fraude en/of mensenhandel?
12. Wilt u overwegen betrokkenen een verblijfsvergunning toe te
kennen, indien sprake is van een schrijnende situatie, zoals in
het bijzonder de omstandigheid dat het aannemelijk is dat de
minderjarige slachtoffer is van mensenhandel, en uit feiten en
omstandigheden blijkt dat een minderjarige langdurig in Nederland
heeft verbleven?
Vragen aan de minister van Justitie
13. Hebt u naar aanleiding van de Netwerkuitzending van vorige week,
aanleiding om te veronderstellen dat daadwerkelijk sprake is van
mensenhandel, of (alleen) van mensensmokkel?
14. Mag worden aangenomen dat indien kinderen tegen hun wil naar of
uit Somalië door anderen dan de ouders zijn verzonden, zonder meer
sprake is van mensenhandel?
15. Welke stappen zijn gezet om tot vervolging over te gaan in relatie
tot de gegevens die de Netwerk-uitzending naar voren heeft
gebracht?
16. Wilt u bevorderen dat zo snel mogelijk opvang en voogdij worden
geregeld ten behoeve van die minderjarigen die slachtoffer zijn
van deze mensenhandel en terugkomen naar Nederland of al in
Nederland verblijven?
Zie ook:
* Dossier: Kindersmokkel Somalië 24-02-2006
---