Den Haag, 24 februari 2006
Vragen van de leden Van Dam, Samsom en Verdaas (allen PvdA) aan de minister van EZ en de staatssecretaris van Milieu
m.b.t. regelgeving bij milieuvergunningen
1
Is het correct dat bij de aanvraag voor een milieuvergunning, in verband met de plaatsing van ondermeer zendstations of zendmasten, een norm gehanteerd wordt van 4kW wat betreft het maximaal op te nemen elektrisch vermogen door dergelijke systemen?
2
Kunt u uitleggen waarom deze grens van 4kW, als kritische norm voor het wel of niet hoeven aanvragen van een milieuvergunning, nog steeds gehanteerd wordt als criterium bij een plaatsingsverzoek voor ondermeer zendstations voor radio en TV.
3
Vindt er na de toekenning van een milieuvergunning voor de plaatsing van ondermeer zendstations nog controle plaats om te kijken of er niet meer dan 4kW aan vermogen wordt omgezet in elektromagnetische energie? Zo nee, kunt u uitleggen waarom dat niet gebeurt?
4
Betreft dit een relevante norm of hebben we hier te maken met gedateerde en achterhaalde regelgeving? In geval van het laatste, wat gaat u hier aan doen, mede gelet op de hoeveelheid tijd en capaciteit die deze langdurige vergunningstrajecten in beslag nemen bij bedrijven en overheid?
Inrichtingen- en vergunningenbesluit Wet Milieubeheer, hoofdstuk 2, bijlage 1, categorie 20.3
---
Met vriendelijke groet,
Chantal Linnemann
Secretaresse Voorlichting
Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid
Plein 2
K 109
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Tel: 070 318 2694
Fax: 070 318 2800
c.linnemann@tweedekamer.nl
Partij van de Arbeid