Kamerbrief inzake verslag werkbezoek Bangladesh 14-16 februari 2006
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Azië en Oceanië
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |
|Datum |24 februari 2006 |Behand|D. Methorst-de Bie | | | |eld | | |Kenmer|DAO-129/06 |Telefo|+31 703485142 | |k | |on | | |Blad |1/6 |Fax | | |Bijlag| |dicky.methorst@minbuza.nl | |e(n) | | | |Betref|Verslag werkbezoek Bangladesh 14-16 | | |t |februari 2006 | |Graag bied ik u hierbij het verslag aan van mijn recente werkbezoek aan Bangladesh.
Inleiding
Het bezoek was gericht op het versterken van de relatie met Bangladesh en het intensiveren van de politieke dialoog. In de dialoog lag de nadruk op goed bestuur en corruptie. Ook de mogelijkheden van economische samenwerking en de private sectorontwikkeling kwamen aan bod. Ik sprak met premier Bedum Khaleda Zia en diverse ministers, onder wie de ministers van Buitenlandse Zaken, Financiën, Justitie en Water. Ook bracht ik een veldbezoek aan projecten in het zuidoosten van het land op het gebied van geïntegreerd waterbeheer, onderwijs en gezondheidszorg. Met het Bangladesh Rural Advance Committee (BRAC), een grote ngo, werd een financieringsovereenkomst getekend voor intensivering van onderwijsactiviteiten. Namens minister Peijs werd een twinningovereenkomst getekend voor uitwisseling van expertise op het gebied van waterbeheer tussen het ministerie van Verkeer en Waterstaat en het Bengaalse ministerie van Water. Verder voerde ik gesprekken met vertegenwoordigers van de private sector en het maatschappelijke middenveld over de bestuurs- en mensenrechtensituatie en bezocht ik de Acid Survivors Foundation, een organisatie die in de bres springt voor vrouwen die met zuur zijn overgoten. Het bezoek was het eerste van een Nederlandse minister sinds 1997.
Bevindingen en uitkomsten
Het ontwikkelingproces in Bangladesh is ambivalent. Enerzijds laten macro-economische indicatoren positieve ontwikkelingen zien en zal het land een aantal Millenium Development Goals (MDG's) bereiken, anderzijds wordt het aanwezige groeipotentieel onderbenut door een tekortschietende bestuurssituatie en wijdverbreide corruptie. Bangladesh geldt nog steeds als een gematigd islamitisch land. Opkomend islamitisch fundamentalisme in combinatie met armoede, toenemend (terroristisch) geweld en wetteloosheid baren evenwel zorgen. De binnenlandse politiek wordt gekenmerkt door voortdurende politieke confrontaties tussen regering en oppositie. Dit is des te zorgelijker aan de vooravond van verkiezingen in januari 2007. Deze zorgen worden gedeeld door de EU en andere internationale spelers. Bangladesh is gebaat bij zowel economische ontwikkeling en samenwerking als politieke dialoog. Het bedrijfslevenprogramma sluit daar goed op aan. Het eerste PSOM-project in Bangladesh is inmiddels getekend voor de bouw van een textielverffabriek met milieuvriendelijke technieken. Het land speelt op internationaal politiek gebied een constructieve rol en samenwerking is mogelijk bij bijvoorbeeld de WTO-onderhandelingen en de VN-hervormingen. Een dialoog over goed bestuur, corruptie en mensenrechten blijft geboden en is ook mogelijk. Het komende jaar zal in het teken staan van verkiezingen die een toetssteen vormen voor de democratische ontwikkeling van het land.
Ngo's spelen een belangrijke rol in het ontwikkelingsproces in Bangladesh. Met de ngo BRAC zal een project worden opgestart dat 17 miljoen mensen zal voorzien van toiletten en 8 miljoen mensen van schoon drinkwater. Daarnaast zal ik de bijdrage aan ICDDRB/Centre for Health and Population Research verhogen ter compensatie van het wegvallen van Amerikaanse fondsen wegens het restrictieve Amerikaanse beleid op het gebied van familieplanning, prostitutie en HIV/Aids.
Algemeen
Bangladesh is voor Nederland een belangrijk partnerland. Het land staat op de 139e plaats van 177 landen op de Human Development Index en is daarmee het armste land in Zuid Azië: 44, 1% van de bevolking van 140 miljoen mensen leeft onder de armoedegrens. De regering van Bangladesh voert een consequent, strak fiscaal en monetair beleid. Ondanks een negatieve externe omgeving (hoge olieprijzen, uitfasering Multi Fibre Akkoord en afgenomen mondiale groei) blijft het economische groeicijfer onverminderd hoog met een gemiddelde over de afgelopen jaren van 5%. De hulpafhankelijkheid van Bangladesh is afgenomen en bedraagt thans minder dan 2% van het BNP. Sinds 1990 is de armoede in Bangladesh gemiddeld met 1 procentpunt per jaar gedaald; dat is sneller dan in de meeste andere ontwikkelingslanden. Op een aantal Millenium Ontwikkelingsdoelen is goede vooruitgang geboekt. Zo loopt Bangladesh voor op de doelstelling voor onderwijs en zal ook de doelstelling voor watervoorziening worden gehaald. 70% van de bevolking heeft toegang tot schoon drinkwater.Toegang tot primair onderwijs is toegenomen tot meer dan 80%. In Bangladesh gaan momenteel 18 miljoen kinderen naar school, 6 miljoen meer dan in 1991. Het aantal meisjes in het basisonderwijs is inmiddels vrijwel gelijk aan het aantal jongens. Bangladesh is het enige land in Zuid Azië waar polio volledig is uitgebannen. 77% van alle kinderen wordt ingeënt voor het 2e levensjaar, dat is beduidend meer dan in India en Pakistan. Ook op het gebied van familieplanning zijn goede resultaten geboekt. Het gemiddeld aantal kinderen per vrouw is gedaald van meer dan 7 in het begin van de jaren 80 tot iets boven de 3 in midden jaren 90. Het percentage vrouwen dat voorbehoedmiddelen gebruikt is gestegen van 40% in 1990 tot 60% in 2004. Sinds de terugkeer van de democratie in 1991 zijn tweemaal vrije en eerlijke verkiezingen gehouden. Evenals in 1996 werd in 2001 regeringsverantwoordelijkheid op vreedzame wijze overgedragen aan de oppositie. Al deze positieve factoren vormen een prestatie waarmee Bangladesh zich gunstig onderscheidt ten opzichte van andere landen in de regio.
Ondanks deze goede prestaties vertoont de bestuurssituatie in Bangladesh over een breed front een neerwaartse spiraal. Het democratiseringsproces verkeert een klein jaar voor de verkiezingen in een impasse doordat regering noch oppositie bereid zijn tot enige dialoog. Het parlement functioneert niet door afwezigheid van de oppositie. Vlak voor mijn bezoek besloot de oppositieleidster terug te keren naar het parlement. Ik heb haar daarmee gecomplimenteerd en het belang van deelname aan het politieke democratische proces benadrukt. Justitieel onderzoek naar de daders van een aanhoudende reeks van moordaanslagen op de oppositie is tot op heden zonder resultaat gebleven en de algemene 'law and order' situatie verslechtert zichtbaar. De invloed van islamitisch fundamentalisme neemt toe. Corruptie is een structureel probleem. In het door de regering in november 2005 gepresenteerde Poverty Reduction Strategy Paper wordt corruptie genoemd als een kernprobleem en worden maatregelen voorzien. Zo is een onafhankelijke Anti Corruptie Commissie ingesteld en worden toezichthoudende instanties op nutsbedrijven en aandelenhandel versterkt. Ook zal de regelgeving met betrekking tot aanbestedingen worden verscherpt en zijn hervormingen inzake benoemingen en salarisverhogingen in de publieke sector voorzien. Nederland draagt bij aan corruptiebestrijding middels het Financial Reform Management Programme dat zich richt op het verbeteren van het begrotings- en verantwoordingsproces, onder andere door versterking van de Auditor General. Waar het gaat om bilaterale financiering via het directe overheidskanaal heb ik evenwel besloten dit niet meer te doen en de drie daarop betrekking hebbende activiteiten in de watersector af te bouwen met inachtneming van contractuele verplichtingen. De boodschap in mijn gesprekken met de regeringsvertegenwoordigers was dat gebrek aan goed bestuur, corruptie en opkomend terrorisme de verdere economische en sociale ontwikkeling van Bangladesh ondermijnen en daarom topprioriteit moeten zijn voor de regering. Ook heb ik er zowel bij de regering als bij de oppositie op aangedrongen met elkaar de dialoog aan te gaan om de spanningen te verminderen. Van cruciaal belang is dat de komende verkiezingen eerlijk en vrij verlopen met deelname van alle politieke partijen. Nederland zal monitoring in EU-verband van de verkiezingen, ook voor de lange termijn, ondersteunen.
Ontwikkelingssamenwerking
Nederland heeft sinds 1973 een bilaterale ontwikkelingsrelatie met Bangladesh en heeft daarmee bijgedragen aan de resultaten die Bangladesh heeft geboekt op het terrein van armoedebestrijding. Nederland is met een jaarbudget van circa E 47 miljoen een middelgrote bilaterale donor. Het programma concentreert zich in de sectoren water (E 13,7 miljoen), onderwijs (E 17 miljoen) en gezondheidszorg (E 8 miljoen). Daarnaast wordt speciale aandacht gegeven aan aspecten van goed bestuur en corruptiebestrijding (E 4,7 miljoen) en private sector ontwikkeling (E 4,6 miljoen). De middelen worden gekanaliseerd via multilaterale instellingen, ngo's en voor een beperkt deel rechtstreeks via de overheid. Dit laatste kanaal wordt afgebouwd, zoals hierboven aangegeven. In de watersector zal worden ingezet op het multilaterale kanaal en andere uitvoeringskanalen. Vooral de Nederlandse bijdrage aan de watersector wordt door de Bengaalse autoriteiten als belangrijk ervaren. Zo helpt Nederland bij het realiseren van nieuwe landaanwinning in de zogenaamde char's, waarvan ik er één bezocht, en het bewoonbaar maken van deze eilanden. Samen met de Bengaalse minister van Water reikte ik landeigendomsbewijzen uit aan landlozen die dankzij het project een eigen stukje land kregen. Zowel de financiële steun als de Nederlandse kennis op het gebied van waterbeheer levert een belangrijke bijdrage aan het verbeteren van de levensomstandigheden op de char's. In de gezondheidszorg wordt in Bangladesh belangrijk en baanbrekend werk verricht op het terrein van moeder- en kindzorg, familieplanning en aidsbestrijding. In de onderwijssector wordt de samenwerking met de ngo BRAC geïntensiveerd en zal 14,3 miljoen extra worden bijgedragen in de komende 3,5 jaar voor uitbreiding van het succesvolle onderwijsprogramma voor gehandicapte en achtergestelde kinderen die in het reguliere onderwijs geen kans hebben.
Donorcoördinatie en harmonisatie
Er is sprake van effectieve donorcoördinatie en harmonisatie in Bangladesh. Het Poverty Reduction Strategy Paper en het National Harmonisation Action Plan vormen het raamwerk voor harmonisatie. In de sectoren gezondheidszorg en onderwijs is sprake van een programmatische benadering en gezamenlijke financiering via respectievelijk de Wereldbank en de Asian Development Bank. Vanwege de bestuurssituatie is budgetfinanciering niet aan de orde. De vier grootste donoren (Wereldbank, Asian Development Bank, DFID en Japan) hebben een Joint Country Strategy opgesteld. De harmonisatie agenda richt zich vooral op Public Finance Management, aanbestedingen en monitoring van de uitvoering van het Poverty Reduction Strategy Paper. Alle donoren zijn het er over eens dat goed bestuur en corruptiebestrijding cruciaal zijn voor de verdere ontwikkeling van Bangladesh. Met name de Wereldbank was daar zeer uitgesproken over en gaf aan dat verbetering van de bestuurssituatie centraal staat in alle programma's en projecten. Wereldbank, IMF en ADB wezen erop dat de bestuurshervormingen weliswaar traag verlopen, maar dat er wel vooruitgang wordt geboekt. Tijdens het Poverty Reduction Strategy Programme Implementation Forum in november 2005 is met de overheid een actieprogramma van elf punten overeengekomen, waarvan negen zich direct of indirect mede richten op corruptiebestrijding.
Private sector ontwikkeling
Naast hulp wil Bangladesh ook vooral toegang tot markten en buitenlandse investeringen, zo werd mij door zowel de regeringsvertegenwoordigers als de private sector duidelijk gemaakt. In mijn gesprekken met de private sector kwam naar voren dat er geweldige economische potentie is in Bangladesh. Vooral de energiesector, farmacie, ICT en agro-business bieden veel mogelijkheden. Corruptie en bureaucratie vormen wel belemmeringen. Ik heb aangegeven dat goed bestuur en effectieve corruptiebestrijding noodzakelijke voorwaarden zijn om de aanwezige potentie te realiseren. Beide partijen, zowel de overheid als de private sector zelf, hebben daarin een rol te spelen. Publiekprivate partnerschappen bieden mogelijkheden, hoewel de publieke sector hier de zwakste schakel blijft. Hervormingen en capaciteitsopbouw in de publieke sector zijn daarom noodzakelijk. Nederland levert hieraan ook een bijdrage middels het Financial Management Reform Programme (FMRP), dat zich o.a. richt op training van ambtenaren in financieel beheer en planning.
Mensenrechten en goed bestuur
Uit gesprekken met vertegenwoordigers van het maatschappelijke middenveld en bij mijn bezoek aan het Acid Survivors Foundation (ASF) kwam naar voren dat de mensenrechtensituatie in Bangladesh zorgen baart. Het gaat met name om de mensenrechten van kwetsbare groepen, zoals vrouwen, minderheden en vluchtelingen. De Acid Survivors Foundation heeft met een holistische benadering veel slachtoffers van geweld kunnen helpen, zowel op medisch als juridisch terrein en met het vinden van werk. Het voorlichtingswerk en de lobby van ASF voor betere wetten hebben succes gehad: het aantal slachtoffers loopt terug. Momenteel worden de mogelijkheden voor toepassing van dit model in andere landen in de regio zoals Cambodja en Pakistan onderzocht. Discriminatie van religieuze en etnische minderheden zoals Amadiyya's, christenen, hindus, Rohingyas en Bihari komt veel voor. Zij worden gediscrimineerd bij het vinden van werk, hebben minder toegang tot het rechtssysteem en zijn vaker het slachtoffer van "landgrabbing". In mijn gesprekken met de regeringsvertegenwoordigers heb ik herhaaldelijk gewezen op het belang van mensenrechten en goed bestuur voor de verdere ontwikkeling van Bangladesh.
Internationale agenda
Bangladesh speelt een belangrijke positieve rol in de regio. Het land is op dit moment een actieve voorzitter van de South Asian Association for Regional Cooperation (SAARC). Ook levert Bangladesh 10.000 soldaten aan VN-vredesmissies, het grootste aantal ter wereld. Bangladesh wil een mondiale speler zijn, wat de mogelijkheden voor samenwerking ten aanzien van bijvoorbeeld de VN-hervormingen en de WTO-onderhandelingen vergroot.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
---- --