Antwoorden op kamervragen van Smits en Van Miltenburg over de
keuzemogelijkheid om een persoonsgebonden budget in te zetten voor de inkoop
van zorg zonder verblijf bij de intramurale zorgverlener
Kamerstuk, 24-2-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-K-U-2656201
24 februari 2006
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Smits
(PvdA) en Van Miltenburg (VVD) over de keuzemogelijkheid om een
persoonsgebonden budget in te zetten voor de inkoop van zorg zonder
verblijf bij de intramurale zorgverlener (2050606930).
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Smits (PvdA) en Van
Miltenburg (VVD) over de keuzemogelijkheid om een persoonsgebonden
budget in te zetten voor de inkoop van zorg zonder verblijf bij de
intramurale zorgverlener (2050606930).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de problemen die kunnen ontstaan bij de inkoop
van zorg met middelen uit het PGB zonder verblijf bij de intramurale
zorgverlener?
Antwoord 1
Ja, deze problemen zijn mij bekend via de mij beschikbaar gestelde
geanomiseerde e-mail aan mevrouw Smits.
Vraag 2
Hoe kan het dat deze moeder het door het Centrum Indicatiestelling
Zorg (CIZ) geïndiceerde Persoonsgebonden Budget (PGB) voor 24 uur zorg
niet kan inkopen bij een zorgaanbieder naar keuze?
Vraag 3
Waarom mag het zorgkantoor Zwolle geen PGB uitkeren wanneer een deel
van het PGB voor 24 uur zorg wordt ingezet bij Philadelphia terwijl er
sprake is van scheiding tussen wonen en zorg, omdat de moeder de
verblijfskosten bij Philadelphia uit eigen middelen financiert en dus
geen aanspraak doet op het PGB voor de functie van langdurig verblijf?
Vraag 4
Klopt het dat in dit geval een intramurale zorgaanbieder geen
extramurale zorg mag
aanbieden? Zo ja, hoe verklaart u dat?
Antwoord 2, 3 en 4
Navraag bij het zorgkantoor en de zorgaanbieder maakt duidelijk dat er
in dit geval sprake was van een communicatieprobleem tussen
zorgkantoor en zorgaanbieder. Het zorgkantoor verkeerde in de
veronderstelling dat het om een cliënt ging die een toegelaten
verblijfsplaats bezet hield en dan is het niet mogelijk om de
benodigde zorg met een pgb in te kopen. De aanbieder heeft bevestigd
dat de cliënt niet op de gecontracteerde verblijfslocatie woont en dat
hij zelf zijn woonkosten betaalt. Dan is het vervolgens wél mogelijk
om met een pgb de zorg in te kopen bij de aanbieder van eigen keuze.
Vraag 5
Waarom zijn de regels zo, of worden ze zodanig toegepast, dat mensen
met een PGB soms niet de zorg kunnen kiezen die bij hen past?
Vraag 6
Bent u bereid aanwijzingen te geven of de regels zo te veranderen, dat
de zorgvrager met een PGB de vrijheid heeft de zorgaanbieder te kiezen
die het beste past?
Antwoord 5 en 6
Er is hier geen sprake van slecht passende regels, maar van een
communicatieprobleem tussen zorgkantoor en zorgaanbieder. De
zorgaanbieder heeft inmiddels de moeder van de cliënt op de hoogte
gesteld en bevestigd dat datgene wat zij wenst gewoon mogelijk is.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport