Milieu beter beschermd met vergunningen dan met algemene regels
Promotie mr. drs. Petri Houweling
Wie een bedrijf wil oprichten, dat (grote) gevolgen heeft voor het
milieu, heeft daarvoor een vergunning nodig. Maar er zijn ook
'algemene maatregelen van bestuur' vastgesteld die vergunningen
vervangen. In haar proefschrift onderzoekt Petri Houweling welk
instrument het beste kan worden ingezet.
Het is niet zo maar toegestaan een 'inrichting', zoals een
stortplaats, een varkenshouderij of een discotheek te beginnen.
Daarvoor is een vergunning vereist. Een vergunning is echter een
ingrijpend en duur instrument. Per geval moet worden bekeken of de
activiteit is toegestaan, of er speciale voorschriften moeten worden
opgesteld en er moet worden gecontroleerd of hieraan wordt voldaan.
Als alternatief gebruikt de overheid ook algemene regels om gedrag
van burgers te sturen. Met name op het terrein van het milieurecht
gelden voor de meerderheid van de bedrijven algemene maatregelen van
bestuur (amvb's), ter vervanging van de vergunning. Deze amvb's zijn
gericht tot specifieke categorieën bedrijven, zoals de detailhandel,
de horecabedrijven en de glastuinbouw. Zij bevatten de
milieutechnische voorschriften die voorheen aan de individuele
vergunning waren verbonden.
Maar welk instrument de vergunning of de algemene regel is eigenlijk
het 'beste'? In haar proefschrift onderzoekt Petri Houweling of de
algemene regels voldoende kwaliteit en rechtsbescherming bieden. De
regels die worden vastgesteld moeten namelijk voldoen aan de eisen die
horen bij democratische en rechtsstatelijke beginselen, zoals
rechtszekerheid, rechtsgelijkheid, handhaving en de invloed van de
burger. Een belangrijk aspect daarbij betreft de vraag of algemene
regels overeenkomen met het internationale en Europese recht. Ook
toetst Houweling welke van de twee instrumenten de laagste lasten
(voor de burger en de overheid) opleveren.
Volgens Houweling is de amvb geen optimaal instrument en het verdient
vanuit de kwaliteit van de normstelling en de rechtsbescherming geen
aanbeveling dit instrument nog meer in te zetten op het terrein van
het milieurecht. De vergunning kent echter ook diverse nadelen.
Houweling heeft daarom een voorkeur voor een geheel nieuw systeem voor
het milieurecht. Omdat in de praktijk behoefte blijft bestaan aan een
individuele beslissing en een contactmoment, ligt een combinatie van
de beide instrumenten (amvb en vergunning) voor de hand. In het nieuwe
systeem wordt aan de voordelen van de beide instrumenten zoveel
mogelijk recht gedaan. Het boek besluit met een checklist, die tevens
bruikbaar is voor de instrumentkeuze op andere terreinen dan het
milieurecht.
Mr.drs. Petri Houweling (1969, Spijkenisse) studeerde Nederlands recht
(afstudeerrichtingen publiekrecht en privaatrecht) en juridische
bestuurswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na haar
afstuderen in 1995 was zij o.a. assistent-in-opleiding (Vrije
Universiteit Amsterdam), universitair docent (Universiteit van
Amsterdam) en later wetgevingsjurist (ministerie van VROM). Momenteel
werkt Houweling als wetgevingsjurist bij de Raad van State.
Noot voor de pers
Petri Houweling promoveert vrijdag 24 februari 2006 om 14.00 uur in de
aula van de Universiteit van Tilburg (Warandelaan 2, Tilburg) op het
proefschrift Van vergunning naar algemene regel. Een onderzoek naar de
wenselijkheid van de vergunningvervangende amvbs op het terrein van
het milieurecht. Promotor is prof.mr.drs. F.C.M.A Michiels. Het boek
wordt uitgegeven door Boom Juridische uitgevers (ISBN 90-5454-635-2).
Journalisten kunnen een exemplaar van het proefschrift opvragen bij de
afdeling Voorlichting en Externe Betrekkingen van de UvT, tel: 013 466
2000, e-mail: persberichtuvt@uvt.nl. Petri Houweling is bereikbaar op
06 4984 7646, e-mail p.houweling@raadvanstate.nl . Persberichten van
de UvT staan ook op internet: www.uvt.nl/persberichten/. Informatie
over deskundigen van de UvT, zie: www.uvt.nl/webwijs/
UvT Persbericht
Universiteit van Tilburg