Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

WOB-verzoeken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : VD. 2006/590
datum : 23-02-2006
onderwerp : Vogelgriep
bijlagen :

Geachte Voorzitter,

In deze brief wil ik u informeren over de stand van zaken met betrekking tot de vaccinatieplannen en een tweetal algemene beschikkingen van de Europese Commissie (EC) voor besmettingen bij wilde vogels en gehouden vogels.

Vaccinatieplannen
Op 22 februari is er in Brussel akkoord bereikt over het preventief vaccineren van hobbydieren en buitenuitloopkippen. Daags daarvoor heeft een delegatie van mijn ministerie de vaccinatieplannen van Nederland gepresenteerd. Vervolgens hebben de lidstaten ingestemd met een beschikking van de EC. Ook het Franse plan voor verplichte vaccinatie van eenden en ganzen in de departementen Loire-Atlantique, Landes en Vendée is overigens goedgekeurd.

Aan het vaccineren zijn vanzelfsprekend voorwaarden verbonden. Zo moeten gevaccineerde bedrijven gemonitord worden en mogen er geen gevaccineerde levende kippen of eendagskuikens en broedeieren van gevaccineerde kippen over de grens worden gebracht. Gevaccineerd pluimvee moet in Nederland worden geslacht. Eieren en vlees van gevaccineerde dieren mogen wel geëxporteerd worden. De Nederlandse bedrijven met pluimvee met buitenuitloop produceren overigens alleen consumptie-eieren en pluimvevlees. Het is dus materieel een beperkt probleem dat levende dieren niet in het handelsverkeer mogen worden gebracht.

Aan geënte hobbydieren wordt de eis gesteld, dat ze niet mee mogen doen aan tentoonstellingen etc. De EC heeft echter toegezegd dit punt over enkele maanden te herzien. Ik ben dan ook tevreden met het besluit van de Europese Unie (EU). Ik ben een grote voorstander van het gebruik van het instrument vaccinatie waar het nodig en nuttig is en heb me daar dan ook diverse malen sterk voor gemaakt. Ik zie het vaccineren van pluimvee als een duurzaam alternatief voor het afschermen van pluimvee. Door de dieren te vaccineren hoeven ze tijdens de trekperiode van de wilde (water)vogels niet meer naar binnen.

Vanuit het bedrijfsleven hebben mij indringende signalen bereikt met betrekking tot de handelsrisico's juist (ook) voor producten van ongevaccineerde dieren als Nederland preventief commercieel gehouden pluimvee tegen AI gaat vaccineren. Gegeven de huidige situatie, het feit dat ook Frankrijk tot preventief vaccineren over gaat en de belangrijke positie van uitloopbedrijven in Nederland, ben ik van mening dat de voordelen opwegen tegen de nadelen. Ik zal vaccinatie van pluimvee met buiten uitloop dan ook mogelijk maken.

Binnen enkele weken kunnen eigenaren van pluimvee hun dieren daadwerkelijk vaccineren. Er moet onder andere nog een vrijstellingsregeling gemaakt worden voor het toelaten van een vaccin, waarin tevens de voorwaarden worden opgenomen waaronder vaccinatie moet plaatsvinden, en de daadwerkelijke logistieke uitvoering moet nog in gang gezet worden. De vaccinatie is overigens niet verplicht, de individuele pluimveehouder kan zelf kiezen voor vaccinatie. De kosten van de vaccinatie en monitoring zijn ook voor rekening van de pluimveehouder. We hebben pas gisteren vernomen dat we toestemming krijgen om met een bivalent vaccin (dus zowel tegen H5 als H7) te vaccineren, dus er wordt nog uitgezocht wat de voor- en nadelen van de diverse vaccins zijn en wat de voor- en nadelen zijn van het voorschrijven van een bepaald vaccin versus de pluimveehouder de keus laten tussen beschikbare, geschikte, vaccins.

Beschikkingen
Nu het virus door migrerende vogels ook in een aantal lidstaten binnen de EU is vastgesteld heeft de EC als reactie hierop, zowel voor een uitbraak onder wilde watervogels als onder commercieel gehouden pluimvee, communautaire maatregelen vastgelegd.

Op grond van de beschikkingen moet rond het gebied waar de besmette wilde vogel is gevonden een beschermingsgebied en een toezichtgebied ingesteld worden. Het beschermingsgebied heeft een straal van tenminste 3 km en het toezichtgebied heeft een straal van tenminste 10 km. In beide gebieden gelden beperkende maatregelen ten aanzien van het vervoer van pluimvee, pluimveeproducten en vogels. Op deze beperkende maatregelen zijn vervolgens versoepelingen mogelijk.

Nederland heeft erop gewezen dat het aanwijzen van dergelijke gebieden als nadeel heeft dat de vindplaats van een besmette wilde vogel grotendeels afhankelijk is van het toeval. We hebben echter aangegeven er in de Europese context begrip voor te hebben. Voor een mogelijke besmetting bij wilde vogels in Nederland betekent dit dat we de gebieden vanzelfsprekend instellen, maar dat waar mogelijk, dat wil zeggen als dat blijkt uit een risicobeoordeling, er soepel zal worden omgegaan met de ingevolge de beschikking toegestane uitzonderingen.

De beschikking omtrent maatregelen bij een besmetting bij gehouden pluimvee komt sterk overeen met de door Nederland voorgestane handelwijze bij een uitbraak zoals deze is opgenomen in het concept beleidsdraaiboek dat volgende week openbaar gemaakt zal worden.

Toezeggingen
Naar aanleiding van het Algemeen Overleg van 9 februari jl. waarin we gesproken hebben over alle te nemen preventieve maatregelen tegen Aviaire Influenza (AI), wil ik u nader informeren over een aantal door mij gedane toezeggingen.

Ik heb een bureau ingeschakeld dat een onderzoek uitvoert naar de mate van bewustwording van de risico's van AI onder luchtreizigers naar risicogebieden. Op basis van de bevindingen zal ik bezien of aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.

In nauw overleg met de douane heb ik de inzet voor douanecontroles geëvalueerd.
Voor alle landen waar vogelgriep onder pluimvee heerst, wordt momenteel intensief op reizigersbagage gecontroleerd op alle vluchten uit deze landen. Verder worden de mogelijkheden verkend om speurhonden in te zetten bij de opsporing van risicoproducten. Ik hoop dat deze honden binnen afzienbare tijd kunnen worden ingezet.

Door de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) is een medewerker op Schiphol gestationeerd, die elke dag zal controleren of er voldoende flyers en posters zijn en of de maatregelen correct worden uitgevoerd. Deze medewerker zal ook als intermediair fungeren voor de overige nationale luchthavens.

Zowel in de Landbouw- en Visserijraad als in het Permanent Comité voor de Voedselketen en Diergezondheid (PCVD) heeft Nederland het voorstel van de commissie ondersteund om reizigers die vanuit risicolanden de EU binnenkomen te verplichten een verklaring te laten invullen. Ook dit draagt immers bij aan de verdere verhoging van het risicobewustzijn onder burgers.

Ik zal tot slot op korte termijn een gesprek voeren met het Algemeen Nederlands Verbond van Reisondernemingen (ANVR) over het belang van goede informatieverstrekking aan de reizigers.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman