Clown Milko: Geringe lengte geen handicap
Ango
Clown Milko in Aan Zet:
Geringe lengte geen handicap
'Wie zich als een buitenstaander gedraagt, wordt als buitenstaander behandeld en zal
altijd een buitenstaander blijven.' aldus Milko Steijvers, de clown van circus Herman
Renz in het eerste nummer van Aan Zet, het kritisch tijdschrift voor mensen met een
functiebeperking.
Milko heeft als clown niet bepaald een doorsnee leven. Zelf is hij ook niet doorsnee met
zijn 1.40 meter, maar deze geringe lengte is voor hem niet als beperking, laat staan als
handicap. In Aan Zet zegt hij erover: 'Ik kan aan alles meedoen, heb alleen aangepaste
pedalen in mijn auto en als mensen naar me kijken, kijk ik gewoon terug. Ja, zo simpel is
het toch?'
Milko heeft wel andere zaken aan zijn hoofd dan zich druk maken om zijn lengte, want
behalve clown is hij ook licht- en geluidsman én directielid van het circus. 'We
zijn een groot, reizend bedrijf met meer dan tachtig medewerkers en daar komt heel wat
bij kijken. De steeds strengere regelgeving op bijvoorbeeld het gebied van het houden van
dieren en de steeds hogere loonkosten maken het ons niet bepaald gemakkelijk.' Circus Renz
komt tijdens zijn jaarlijkse tournee op ongeveer vijftig verschillende plaatsen. Als het
circus draait, geven de artiesten twaalf voorstellingen per week. 'Het is keihard
werken,' beaamt Milko, 'maar ik zou niet anders willen. Je maakt gewoon elke dag wat
anders mee.'
Zijn positieve instelling heeft Milko net als zijn dwerggroei geërfd van zijn moeder,
die nog eens twaalf centimeter korter is dan haar zoon. Zijn vader was trapezewerker en
toen Milko zes jaar was, besloot ook zijn moeder het burgermansbestaan te verruilen voor
het circusleven. Milko, die clown wilde worden, kon vrijwel meteen aan de slag.
Milko en zijn moeder geven in het interview met het grootste algemene tijdschrift voor
mensen met een beperking aan dat zij de buitenwereld willen laten zien dat klein niet
hetzelfde is als gehandicapt. Wel erkent Milko dát hij buitengewoon klein is. 'Ik
ga er heel gemakkelijk mee om. Misschien heeft de mentaliteit van de circusmensen daar
ook wel aan bijgedragen. Zij zijn wel wat vreemdere dingen gewend dan iemand die niet zo
groot is.'
De grote kleine clown zal niet aarzelen om, als het zo te pas komt, zijn lengte met enige
zelfspot in te zetten bij zijn optreden. 'Het is dan een instrument, meer ook niet. Voor
het circus zitten er wel andere positieve kanten aan mijn klein-zijn. Je wilt natuurlijk
je bedrijf zoveel mogelijk promoten en als ik heb staan praten met bijvoorbeeld de
manager van een circusartiest die wij voor onze show willen contracteren, dan herinnert
die mij waarschijnlijk langer dan een willekeurige andere persoon. En mensen die mij
hebben zien optreden, zullen later misschien wel zeggen: 'Was dat niet die kleine clown?'
Maar intussen herinneren ze me wél!'
--------------