WOB-verzoeken
Toespraak bij de opening van het Holland Flowers Festival
Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman, bij de opening van het Holland Flowers Festival op
22 februari 2006 in Zwaagdijk (Wervershoof).
Ik vind dat u dit jaar een mooie titel voor het Holland Flowers
Festival hebt gekozen, 'Bruisende lente'.
Want alhoewel het nog niet eens echt lente is, bruist het inderdaad in
Wervershoof en omgeving. Het bruist namelijk van de ondernemerszin. Of
het nu gaat om de bloembollenteelt of om de glastuinbouw,
West-Friesland is druk bezig om z'n plaats veilig te stellen in de
toekomst van de Nederlandse agrarische sector. Dat is niet zo gek.
Want ik ken de West-Friezen als aanpakkers, als doeners. Misschien
ligt dat een beetje in uw aard. Als je al eeuwenlang de strijd aan
moet met het water, dan word je vanzelf creatief en daadkrachtig. En
dat zijn precies de eigenschappen die ondernemers in de agrarische
sector op het moment nodig hebben. Alhoewel het nu niet zozeer het
water is dat stijgt, maar wel het concurrentiepeil. Ik kom daar straks
nog op terug.
Dames en heren, het bruist hier vandaag nog een beetje meer dan
anders. Niet alleen vanwege de opening van het Holland Flowers
Festival. Maar ook vanwege het bezoek van de prinses, een geweldig
bruisende persoonlijkheid kun je je nauwelijks voorstellen. Ik ben
blij dat zij met haar bezoek uw festival nog eens extra onder de
aandacht heeft kunnen brengen.
Dames en heren, ik wil nog één ding kwijt over die titel 'Bruisende
lente'. Ik zie er namelijk ook een verwijzing in naar de
ontwikkelingen in de tuinbouw van dit moment. En dat in positieve zin.
Een wijs man zei het eens zo: We zijn vernieuwers in de lente en de
zomer, maar in de herfst houden we vast aan het oude. Het voorjaar
nodigt uit tot nieuwe initiatieven.
Als je het zo bekijkt, is het in de tuinbouw een bruisende lente, want
er is volop vernieuwing. En dat is ook broodnodig. Want het gaat goed
met de Nederlandse tuinbouw, maar de internationale concurrentie
groeit gestaag en de energieprijzen stijgen. Willen we onze koppositie
behouden, dan moeten we continu blijven vernieuwen en kunnen we geen
moment onze aandacht laten verslappen.
Ik heb er alle vertrouwen in dat de Nederlandse agrarische sector
voldoende kwaliteiten heeft om de toekomst aan te kunnen. De kwaliteit
van de tuinbouwsector is zonder weerga. Dat is ook de visie die ik heb
neergelegd in 'Kiezen voor Landbouw', namelijk dat de agrosector sterk
is en dat dit zo blijft. Maar ik heb er ook bij gezegd dat dit niet
vanzelf gaat. Om die toekomst veilig te stellen, moeten we keuzes
maken. Dat geldt vooral voor ondernemers om daar vorm aan te geven,
maar ook voor de overheid om daarbij te helpen. Dit kabinet is zich
daarvan bewust en kiest duidelijk voor een toekomst van dit land mét
een sterke agrarische sector. En de tuinbouw is daarbij het
vlaggenschip.
Dat betekent niet dat wij als overheid ongelimiteerd geld gaan pompen
in de agrarische sector, wel dat we ondernemers ondersteunen en
faciliteren. De overheid ondersteunt, bijvoorbeeld door duurzaamheid
en innovatie te stimuleren.
En vooral doordat we ondernemers de ruimte geven om te doen waar zij
goed in zijn, namelijk ondernemen.
Niet voor niets krijgt het concept Greenport Nederland veel aandacht.
Het kabinet ziet de noodzaak van clustering van tuinbouwketens en
gerelateerde bedrijvigheid. En daarmee zijn we vanuit een algemene
visie op de toekomst van de agrarische sector in Nederland weer terug
bij het hier en nu in Wervershoof. Zoals de heer Boon zegt, wil deze
streek zich graag positioneren als Greenport. Ik vind dat een
ambitieuze doelstelling. Maar ik moet daar wel bij zeggen dat er voor
mij vooralsnog 5 greenports zijn; die zijn in de Nota Ruimte van het
kabinet genoemd.
Dat betekent niet dat er voor u geen ontwikkelingsruimte is. Anders
dan sommigen denken, betekent Greenport Nederland niet simpelweg dat
we het glas willen beperken tot bepaalde locaties. Het is veeleer een
netwerkconcept, met plekken waar we sterke bedrijven uit de keten en
gerelateerde bedrijvigheid willen concentreren - de greenports- , maar
ook met een grote rol voor satellieten. Hoe die satellieten zich in de
loop van de tijd kunnen ontwikkelen, daar wil ik graag met u over
verder spreken.
Hoe dan ook, of het nu gaat om Wervershoof, Venlo of over Aalsmeer,
het is aan de ondernemers zelf om van hun deel van het concept
Greenport Nederland een succes te maken.
Ik twijfel er niet aan dat West-Friesland zijn plek zal weten te
vinden in het tuinbouwnetwerk Greenport Nederland. Vernieuwing zit in
uw bloed, getuige ook de ontwikkelingen van de afgelopen dertig jaar.
In die tijd transformeerde u de kleinschalige tuinbouw in dit gebied
tot een rationele, grootschalige agrosector.
Als u in de komende jaren evenveel daadkracht aan de dag weet te
leggen, komt het wel goed met deze regio. Het bruist van de
ontwikkelingen die erop duidt dat de vernieuwingskracht er zeker is.
De heer Boon noemde de belangrijkste net al.
Ik wil twee projecten graag nog even met name noemen. Ten eerste de
glasconcentratie in Het Grootslag. Een belangrijke ontwikkeling om de
regio als snelle sierteeltleverancier van dagvoorraad aan Greenport
Aalsmeer neer te zetten. Ik ben blij dat er nieuw elan is om hier
voortgang mee te maken. Ik ondersteun dan ook graag door middel van de
toegezegde STIDUG-bijdrage, in de vorm van bijna 6 miljoen euro
subsidie via de gemeenten Wervershoof en Andijk. Ik kijk wat dit
betreft ook nog even hoe we soepeler om kunnen gaan met de termijnen
in de subsidievoorwaarden; ik zal de betrokkenen daarover op
afzienbare termijn duidelijkheid geven.
Het tweede initiatief dat ik wil noemen is Agriport A7 voor de
voedingstuinbouw, het samenwerkingsverband met veiling ZON. Ook voor
dit project zie ik een zonnige toekomst. Ik ondersteun het dan ook via
het Platform Agrologistiek. Het is één van de meest succesvolle
pilotprojecten agrologistiek. We moeten het immers hebben van de
voorlopers die het lef hebben om te kiezen voor onorthodoxe
oplossingen en samenwerkingsverbanden aangaan. Zulke ondernemers
kunnen als voorbeeld dienen voor anderen.
Tot zover mijn inzet voor de tuinbouw in dit gebied. Verder is nog van
belang dat we op dit moment samen met alle regio's werken aan nieuwe
bestuurlijke afspraken over Greenport Nederland. Deze zomer, tijdens
de tweede greenport-conferentie in Aalsmeer, hoop ik u daarover te
informeren.
Ik verwacht dat dan het kabinet ook besloten heeft over de besteding
van de meevallers in het Fonds Economische Structuurversterking. Ik
probeer om daaruit ook geld ten goede te laten komen aan Greenport
Nederland.
Tot slot. Wat ik ook doe en hoe ik ook mijn best doe, het is aan de
ondernemers zelf om ervoor te zorgen dat Nederlandse tuinbouw een
bruisende sector blijft. Er zal in de toekomst in ieder geval veel
veranderen. De tuinbouw zal naar verwachting vooral inzetten op
schaalvergroting. Glastuinbouwbedrijven tot 40 hectare zijn over 15
jaar geen uitzondering, kan ik u voorspellen.
Aan de ondernemer nu de uitdaging om zijn bedrijf klaar te stomen voor
die toekomst, aan de overheid - en dan heb ik het over alle overheden
- de uitdaging om hem daarvoor letterlijk en figuurlijk de ruimte voor
te geven.
Ik stel voor dat we er samen voor gaan zorgen dat dit nog maar het
begin van de lente is van het succes van de Nederlandse tuinbouw.
En kleurrijke shows als het Holland Flowers Festival zijn een goed
middel om de rest van Nederland te laten zien wat er in deze mooie
sector gebeurt. Ik wens u daarom een succesvol evenement. Ik verklaar
het Holland Flowers Festival nu met veel plezier voor geopend.
Ik dank u voor uw aandacht.
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit