Brabantlaan 1
Postbus 90151
5200 MC 's-Hertogenbosch
Telefoon (073) 681 28 12
Fax (073) 614 11 15
info@brabant.nl
www.brabant.nl
Bank ING 67.45.60.043
Postbank 1070176
|Datum | |23 februari | |2006 | |Nummer | |38 |
Groei Brabantse bevolking blijft laag
In 2005 is de bevolking van Noord-Brabant met slechts 4.700 personen (0,2%) toegenomen. Dat is vrijwel gelijk aan het niveau van 2004 (+4.400). Gemeten vanaf 1950 lag de bevolkingsgroei de laatste twee jaren niet eerder zo laag. Vanaf 2000 is de bevolkingsgroei in rap tempo verminderd. Een geringere natuurlijke aanwas en negatieve migratiesaldi liggen hieraan ten grondslag. Hoewel voor de komende jaren weer iets hogere migratiesaldi verwacht worden, zal de bevolkingsgroei - onder invloed van een verdere afname van de natuurlijke aanwas - verder teruglopen. Op 1 januari 2006 telt Brabant ruim 2.416.000 inwoners.
Minder geboorten, meer sterfgevallen
In de afgelopen jaren is de natuurlijke aanwas (het verschil tussen het aantal geboorten en sterfgevallen) geleidelijk afgenomen, tot 7.100 in 2005. Hierbij speelt vooral het teruggelopen aantal geboorten een rol: van ruim 30.000 in 2000 naar ruim 26.300 in 2005. Deze afname hangt samen met economische factoren - doorgaans leidt een verminderd consumentenvertrouwen één à twee jaar later tot minder geboorten - maar ook wordt de groep potentiële moeders kleiner.
Het aantal sterfgevallen in Brabant schommelt de laatste jaren tussen de 19.000 en 20.000. De omvangrijke naoorlogse geboortegeneraties zullen in de eerste decennia van deze eeuw echter tot een sterke toename van het aantal overledenen leiden, tot ruim 30.000 vanaf 2030. Kort na 2020 zal de natuurlijke aanwas, vooral als gevolg van de vergrijzing, omslaan in een natuurlijke afname. Het aantal sterfgevallen overtreft vanaf dat moment het aantal geboorten. Zoals uit de jongste provinciale bevolkings- en woningbehoefteprognose (uit 2005) blijkt, kunnen de verwachte (licht) positieve migratiesaldi een bevolkingsafname nog even voorkomen, maar tegen 2030 zal de Brabantse bevolking gaan krimpen om in 2050 uit te komen op een omvang van 2.410.000 mensen, vrijwel gelijk aan die van vandaag de dag.
Van vestigings- naar vertrekoverschotten
Verreweg de belangrijkste oorzaak van de recent teruggelopen bevolkingsgroei ligt in de ontwikkeling van het migratiesaldo. Hierbij valt op dat het beeld van Brabant als een provincie met (forse) vestigingsoverschotten in korte tijd sterk veranderd is. Kende Brabant in de tweede helft van de jaren '90 en aan het begin van deze eeuw nog sterk positieve migratiesaldi (gemiddeld jaarlijks ca. +6.000), de laatste jaren beheersen vertrekoverschotten het beeld. Negatieve saldi kende Brabant voor het laatst aan het begin van de jaren '80.
In 2005 heeft Brabant voor het vierde jaar op rij een negatief migratiesaldo, al is in 2005 het saldo minder negatief dan een jaar eerder. Wel is er weer sprake van een klein 'plusje' wat het binnenlands migratiesaldo betreft. In 2005 ligt de binnenlandse vestiging, berekend op basis van de verhuisbewegingen tussen alle gemeenten in ons land, op 83.400 personen. De vertrekstroom omvat 83.100 personen. Duidelijk is dat de (intergemeentelijke) verhuismobiliteit vergeleken met de afgelopen jaren in 2005 weer duidelijk hoger ligt. Vaak wordt dit gezien als een teken dat de economie en daarmee ook de woningmarkt weer (wat) aantrekt. Mede op grond van een grotere woningbouwproductie, die voor de eerstkomende jaren wordt voorzien, worden ook voor de komende tijd positieve binnenlandse migratiesaldi verwacht.
Minder immigratie, meer emigratie
Met name het buitenlandse migratiesaldo is duidelijk negatief (-3.400 in 2004). De buitenlandse migratie-ontwikkelingen in Brabant sluiten nauw aan op het landelijke beeld, waarbij de immigratie recentelijk sterk afgenomen en de emigratie juist toegenomen is. In Brabant ligt het aantal immigranten in 2005 op 12.500, zo'n 4.000 lager dan in de recordjaren rond de eeuwwisseling. Het aantal emigranten daarentegen is in dezelfde periode opgelopen van 12.000 naar bijna 16.000. In vergelijking tot voorgaande jaren komen er dus minder mensen vanuit het buitenland naar Brabant, terwijl er juist meer vertrekken. Verwacht wordt wel dat, wanneer de economie verder aantrekt, het aantal arbeidsmigranten weer zal toenemen, vooral uit (nieuwe) EU-landen.
Verdere concentratie van de bevolking in stedelijke regio's
Kennen de stedelijke regio's in 2005 nog een bevolkingsgroei van ruim 5.000, het inwonertal van de landelijke regio's daarentegen is met 400 teruggelopen. Er is sprake van een (voortgaande) concentratie van de bevolking in het stedelijk gebied.
Het is voor het derde opeenvolgende jaar dat de landelijke regio's een bevolkingsafname laten zien. De natuurlijke aanwas compenseert hier niet langer de negatieve migratiesaldi. Van alle (40) landelijke gemeenten in Brabant hebben er 33 (ruim 80%) in 2005 te maken met negatieve migratiesaldi. 23 landelijke gemeenten (bijna 60%) wordt geconfronteerd met een bevolkingsafname.
Van de (28) stedelijke gemeenten kent 60% (17 gemeenten) in 2005 een negatief migratiesaldo. 11 gemeenten (40%) in de stedelijke regio's zien hun bevolkingsomvang afnemen.
Brabant groei net boven landelijk gemiddelde
De groei van de Brabantse bevolking ligt in 2005 net iets boven het landelijke gemiddelde, 0,2% vs. 0,18%. Daarmee bevindt Brabant zich in de middenmoot. Een verhoudingsgewijs sterke groei treffen we aan in de provincies Flevoland (1,32%) en Utrecht (0,76%). Een viertal provincies heeft in 2005 (al) een negatieve bevolkingsgroei: in Zuid-Holland (-100), Friesland (-500), Groningen (-600) en met name in Limburg (-4.500) neemt de bevolking in absolute zin af.