D66
Bijdrage Fatma Koser Kaya aan het algemeen overleg d.d. 22-2-2006 in
de Tweede Kamer over modernisering van het huurbeleid
Lijn D66 en afspraken
D66 heeft in dit dossier altijd dezelfde lijn aangehouden. Bij de
begrotingsbehandeling van 30 november 2004 heb ik aangegeven dat de
D66 fractie grote moeite had met de huurplannen van minister Dekker.
Ik heb toen letterlijk gezegd: "Eerst bouwen, dan liberalisatie". Ik
heb ook duidelijk aangegeven dat er voldoende betaalbare woonruimte
moet zijn. De minister heeft toen haar voorstellen in februari 2005
aangepast. In haar aangepaste voorstellen van februari 2005 heeft de
minister de liberalisatie opgeschort tot 2010. Er kan in 2010 alleen
tot liberalisatie worden overgegaan als er ondertussen voldoende
huizen zijn bijgebouwd.
Er zijn ook 2 controle momenten ingebouwd. In 2008 zal het
woningtekort 2,2% zijn en in 2010 1,5%. Tenminste 75% van de
huurvoorraad blijft gereguleerd. 5% van de huurvoorraad is nu
geliberaliseerd en dat blijft ook zo. 20% van de huurvoorraad zou in
een zogenaamd overgangsgebied terechtkomen. Deze komen dus pas in
aanmerking voor liberalisering nadat er in 2008 en 2010 getoetst is of
er voldoende is gebouwd. Tot die tijd wordt de huur van deze woningen
vastgesteld op basis van het inflatiecijfer van het voorgaande jaar
plus een door de minister vast te stellen toeslag.
De minister heeft bij het laatste overleg over de modernisering van
het huurbeleid aangegeven dat zij de kamer zo spoedig mogelijk zal
informeren over de uitwerking van haar voorstellen. Bij brief van 22
december 2005 heeft zij de kamer geïnformeerd.
Onrust in de samenleving
Voorzitter ik wil kort ingaan op de onrust die in een deel van de
samenleving naar aanleiding van de uitwerking van deze plannen is
ontstaan. Voor mensen is het van belang dat ze voldoende geld hebben
om eten te kopen, veilig zijn en een dak boven het hoofd hebben. Dit
zijn de belangrijkste zorgen van mensen. Voor zover de overheid
daarmee te maken heeft, is het daarom van groot belang dat dit op een
geruststellende en vertrouwenwekkende manier gebeurt. Aan de
hoeveelheid en inhoud van brieven, telefoontjes en e-mails van
verontruste huurders afgemeten maken mensen zich grote zorgen over de
vraag of zij zich binnenkort nog wel een dak boven het hoofd kunnen
veroorloven in een plaats die zij zelf willen?
D66 vindt dan ook dat de minister aandacht moet hebben voor huurders
die in een onzekerheid leven en antwoord geven op hun vragen. Waar
moeten huurders in bijvoorbeeld de binnenstad van Amsterdam of in
Zoetermeer die zich geen koopwoning kunnen permitteren of die de
huurverhoging niet kunnen betalen straks heen? Kan de minister
garanderen dat iedereen tot wat voorheen de ziekenfondsgrens in
aanmerking komt voor een woning naar keuze in het gereguleerde deel.
Zeker in de grote steden zijn betaalbare woningen zeer schaars.
Wordt het gewenste doel, betaalbare huurwoningen en een huurmarkt waar
er een gezonde doorstroom kan plaatsvinden wel bereikt? In sommige
opzichten lijken een aantal zaken op de woningmarkt te stagneren en
daar gaan mijn vragen over. Een positief punt lijkt dat gemiddelde
huurstijging het laagste is sinds 1959: (1.8% en inclusief
harmonisatie 2.1%) ook voor 2006 wordt een lage huurstijging verwacht.
Daarnaast zijn er in de grote steden veel gestapelde woningen met een
hoge WOZ-waarde te vinden, met name in de populaire wijken in en om de
centra. Voor mensen met een lage huur in deze populaire woongebieden,
die overwegen te gaan verhuizen, is bovenstaande een argument om maar
niet te vertrekken, want men moet veel meer gaan betalen voor iets wat
niet veel beter is. Starters op de woningmarkt maken hierdoor ook
minder kans op betaalbare woonruimte. Ouderen vrezen uit hun huis
gezet te worden en verplicht te worden naar een andere wijk te
verhuizen. Hoe wil de minister deze ouderen in de steden tegemoet
komen? Hoe vinden starters nog een opening op de huurmarkt? En hoe
passen mensen met een aangepaste woning of een focuswoning in het
huurplaatje? In geen geval mogen ouderen en mensen met een aangepaste
woning in onzekerheid worden gelaten.
Voorzitter, nog een aantal andere punten waar ik wat dieper wil
ingaan.
Gemeente ipv regio
Van het percentage van 75% reguliere huurvoorraad mag ietsjes
afgeweken worden, maar in sommige steden gaat dit heel ver: in Zwolle
58%, Amsterdam, Den Bosch Maastricht 68% (in sommige wijken in
Amsterdam zelfs 55%). Dat is volgens mij niet de bedoeling en zou
voorkomen kunnen worden door de grenzen per gemeente te bepalen en
niet per regio. Het overgangsgebied dient ook echt 20% te zijn en
gereguleerd 75% zodat door gemeenten maatwerk kan worden geleverd.
Graag een reactie hierop. Ik kan u reeds nu aangegeven dat ik op dit
punt overweeg om een motie in te dienen.
Aangepaste WOZ waarden: maatwerk
Een ander punt is dat de grenzen van het gereguleerde gebied en het
geliberaliseerde gebied wordt vastgesteld aan de hand van de
WOZ-waarde in het woningwaarderingstelsel. Dit heeft tot gevolg dat
veel mensen blijven zitten waar ze zitten, omdat betaalbare woningen
er in met name grote steden er bijna niet zijn. Sommige stadsdelen in
Amsterdam zijn qua inwonertal groter dan sommige zelfstandige steden.
De vraag is dus of de WOZ waarde niet in de hand werkt dat de markt
nog meer vast komt te zitten. Moeten gemeentes niet meer maatwerk
kunnen leveren door de grenzen van WOZ waardes die bepalend zijn voor
het deel van het huurbeleid waarin de woning in valt, waar nodig aan
te passen? Een vierde categorie toevoegen bij het bepalen van de
grenzen maakt de verwarring alleen maar groter.
Motie-Giskes
Gisteren hebben we van de staatssecretaris van Financiën een brief
ontvangen waarin hij aangeeft dat hij binnen een maand een notitie met
een update van varianten voor de fiscale behandeling van de eigen
woning aan ons zal toesturen. Hij wil hiermee uitvoering geven aan de
motie Giskes. Dat is mooi en het werd ook tijd. Dit is een argument te
meer om nogmaals naar het betrekken van de WOZ-waarde bij het bepalen
van de grenzen te kijken, omdat dit niet los kan worden gezien met de
uitwerking van de motie van mijn collega Giskes. Hier moet dan ook op
worden gewacht. Bovendien houdt de motie van mijn collega Giskes een
bredere visie in over de manier waarop de overheid actief wil zijn op
de huizenmarkt: "wonen in al zijn facetten" dus ook de huursector. De
minister heeft toegezegd ons hierover uiterlijk eind mei te zullen
informeren en aan die toezegging houden we haar ook. Ik hoop dat ze in
haar uitwerking van deze motie ook aandacht besteed aan betere
studentenhuisvesting.
En dan de segregatie voorzitter
Het voorkomen van segregatie valt en staat met het huurbeleid. Mensen
zullen met een laag inkomen (relatief vaak met een kleurtje) na 2010
misschien moeten verhuizen omdat de huur te hoog wordt. Ik wil graag
dat de minister hierop in gaat. Het mag niet zo zijn dat we wijken
krijgen waar mensen met een laag inkomen en/of met een andere kleur
geen mensen met een hoger inkomen tegenkomen. Gemeenten en verhuurders
hebben weliswaar de vrijheid om woningen in het gereguleerde gebied te
houden, maar gemeenten hebben weinig te zeggen over corporaties en
zeker over particuliere verhuurders. Welke instrumenten krijgen
gemeenten in dit verband om segregatie tegen te gaan? Ook op dit punt
overweeg ik een motie.
Dank u wel
22-2-2006 15:18