IP/06/201
Brussel, 22 februari 2006
Europees Instituut voor technologie: de Commissie stelt een nieuw
vlaggenschip voor
De Commissie stelt de Europese Raad voor een Europees Instituut voor
technologie (EIT) op te richten. Dit kennisinstituut is bedoeld als
nieuw vlaggenschip op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek en
innovatie. In een vandaag goedgekeurde mededeling beschrijft de
Commissie de belangrijkste elementen van het voorstel, dat
oorspronkelijk in 2005 als onderdeel van de herziene Lissabonstrategie
voor groei en werkgelegenheid werd ingediend en waarover de
staatshoofden en regeringsleiders zich nu kunnen beraden. De Commissie
heeft zich gebaseerd op de resultaten van een brede openbare
raadpleging die meer dan 700 bijdragen heeft opgeleverd.
Volgens de voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Barroso,
heeft "Europa behoefte aan een sterk Europees Instituut voor
technologie, een vlaggenschip dat de knapste koppen en de beste
bedrijven samenbrengt en de resultaten in heel Europa verspreidt. Hij
beklemtoonde dat "het EIT een lichte en flexibele organisatie zal zijn
die zich zal bezighouden met onderwijs aan academici en promovendi,
onderzoek en innovatie, zowel op strategische themagebieden als op het
gebied van wetenschap en innovatiemanagement".
"Om het concurrentievermogen van Europa te vrijwaren, moeten we de
relatie tussen onderwijs, onderzoek en innovatie verbeteren",
verklaarde Ján Figel', Europees commissaris voor Onderwijs, Opleiding,
Cultuur en Meertaligheid. "Velen vinden dat deze relatie in Europa
niet optimaal functioneert. Steeds weer slaagt Europa er niet in om de
resultaten van O&O in commerciële mogelijkheden, innovatie en
werkgelegenheid om te zetten".
Het Europees Instituut voor technologie zal vooral de drie zijden van
de kennisdriehoek (onderwijs, onderzoek en innovatie), die voor de
kennismaatschappij van cruciaal belang zijn, met elkaar trachten te
verbinden. De structuur en de partnerkeuze van het EIT zijn specifiek
bedoeld om deze drie aspecten te integreren en onlosmakelijk met
elkaar te verbinden.
De structuur van het EIT omvat twee niveaus: een raad van bestuur met
een kleine ondersteunende administratie (de kern van het EIT) en een
aantal kennisgemeenschappen in heel Europa die op strategische
interdisciplinaire gebieden actief zijn. Verwacht wordt dat het EIT
uit verschillende bronnen - onder meer de EU, de lidstaten en het
bedrijfsleven - gefinancierd zal worden.
Het EIT zal op zoek gaan naar de beste en meest begaafde studenten,
onderzoekers en medewerkers ter wereld. Zij zullen bij de ontwikkeling
en het gebruik van geavanceerde kennis en onderzoek nauw met
vooraanstaande bedrijven samenwerken en zo het onderzoek en het
innovatiemanagement in het algemeen bevorderen. Dankzij de integratie
van teams uit universiteiten, onderzoekscentra en bedrijven zal het
EIT beter toegerust zijn dan traditioneel georganiseerde
universiteiten of netwerken. Bovendien zal het nieuwe EIT-model de
aanzet tot hervormingen geven door bestaande instellingen tot
veranderingen aan te zetten.
Belangrijk is ook dat het mogelijk zal zijn particuliere financiering
voor het EIT aan te trekken. Het EIT zal de particuliere sector een
nieuwe geïntegreerde relatie met onderwijs en onderzoek bieden met
nieuwe mogelijkheden voor de commercialisering van onderzoek en een
nauwere uitwisseling in twee richtingen.
Op grond van een brede raadpleging van het publiek en deskundigen - de
Commissie ontving meer dan 700 bijdragen - en een aantal
standpuntnota's is de Commissie tot de slotsom gekomen dat de EU haar
menselijke, financiële en materiële middelen op het gebied van
onderzoek en hoger onderwijs beter moet bundelen. Er is geen behoefte
aan een nieuwe universiteit op één locatie maar wel aan een nieuwe
juridische eenheid die - verspreid over verschillende locaties - de
beste teams en universiteitsdepartementen in heel Europa samenbrengt.
Op die manier kan een cultuur van innovatie en ondernemerschap op het
gebied van onderzoek en onderwijs worden bevorderd, evenals nieuwe
organisatiemodellen die aan de huidige behoeften zijn aangepast. Het
EIT zal dus een andere rol spelen dan alle bestaande of geplande
EU-initiatieven of nationale universiteiten.
Er zijn talrijke motieven voor de partnerorganisaties om hun beste
teams aan het EIT te laten deelnemen: bekendheid waardoor uitstekende
studenten, onderzoekers en medewerkers worden aangetrokken;
mogelijkheden voor kennisoverdracht; financiële voordelen; een
dynamische ontwikkeling om veranderingen door te voeren en
plaatselijke spin-offs.
De Commissie verzoekt de Europese Raad over de mededeling na te denken
en het belang van het initiatief te erkennen. De Commissie zal voor
eind 2006 een officieel voorstel indienen. Als het rechtsinstrument
tot oprichting van het EIT in 2008 kan worden goedgekeurd, kan de raad
van bestuur begin 2009 samen met de eerste medewerkers worden benoemd.
Later in 2009 kan dan begonnen worden met de selectie van de
kennisgemeenschappen.
Meer informatie vindt u op de volgende site:
http://europa.eu.int/comm/education/eit/index_en.html
MEMO/06/88
European Union