Speech staatssecretaris Van Geel tijdens de Studiedag MilieuCompact
2006 op 15 februari 2006 te Rotterdam
Dames en heren,
Dank voor de uitnodiging hier te komen spreken. U heeft mij gevraagd
iets te vertellen over het milieubeleid dit jaar. Maar ik wil eerst
kort terugblikken en vervolgens verder kijken dan alleen dit jaar. Met
de Toekomstagenda Milieu in aantocht lijkt me dat gepast.
Het Nederlandse milieubeleid van de afgelopen 30 jaar is zeer
succesvol geweest. Ons leefmilieu is aanzienlijk schoner geworden. Op
veel terreinen hebben we absolute ontkoppeling gerealiseerd - de
economie groeide terwijl de belasting van het milieu daalde.
Toch zijn we er nog lang niet. Uiteindelijk willen we allemaal leven
in een land met schone lucht, met schoon oppervlaktewater, en met een
minimum aan broeikasgassen. We willen gezond en veilig leven.
Tegelijkertijd moet de inspanning wel redelijk zijn en vooral ook
efficiënt. We willen, kortom, een milieubeleid dat effectief is, dat
innovaties uitlokt.
Doelgericht en Toekomstvast
Wat dus nodig is, is een doelgericht en toekomstvast milieubeleid.
Doelgericht, zodat de afgesproken korte termijn doelen worden behaald.
Het vorige kabinet heeft in het NMP-4 wel milieudoelen vastgelegd,
maar de middelen om die te bereiken nog niet. Het vinden van die
middelen is een zware klus. Toekomstvast moet het milieubeleid ook
worden. We moeten het milieubeleid aanpassen aan veranderende
omstandigheden. Immers, de huidige situatie is op veel punten
nauwelijks te vergelijken met 10 of 20 jaar geleden.
Internationale Dimensie
Zo is het Europese milieubeleid veel robuuster geworden. Voor een
klein land als Nederland een goede zaak. Want we kunnen belangrijke
milieuproblemen alleen op dat niveau effectief te lijf. Lucht- en
watervervuiling houdt zich niet aan landsgrenzen. Schonere auto's en
fabrieken kunnen we alleen in Europees verband realiseren. Wij maken
immers deel uit van 1 Europese markt. Daarmee is wel de hele
constellatie waarbinnen ons milieubeleid gestalte krijgt, sterk
veranderd. De EU rekent ons een stuk strenger af op het halen van
doelen dan de Tweede Kamer vroeger deed.
Door die internationale invalshoek is ook de bijzondere positie van
Nederland veel duidelijker geworden. Een zeer dichtbevolkte stadstaat
met zeer veel industriële activiteiten, landbouw en mobiliteit op een
kluitje. Dat maakt dat het behalen van een goede milieukwaliteit in
Nederland tot een zware opgave. Ook al doen we veel meer dan andere
EU-lidstaten, toch blijven we relatief slecht scoren op de kwaliteit
van lucht en water.
De milieuproblemen die we nog moeten aanpakken, spelen op een heel
grote schaal. Klimaatverandering en verlies van biodiversiteit vragen
om effectief optreden op mondiaal niveau. Om complexe verdragen en
breed toepasbare instrumenten zoals emissiehandel. Wie al te ver voor
de troepen uitloopt, holt zijn economische concurrentiepositie uit.
Burgers en Bedrijven
Het bedrijfsleven heeft een omslag gemaakt. Het vroegere verzet tegen
milieubeleid heeft bij veel bedrijven plaats gemaakt voor een meer
coöperatieve houding. Deze bedrijven willen meer verantwoordelijkheid
dragen voor het invullen van milieumaatregelen. Daar tegenover staan
wel hogere eisen aan de uitvoering van het milieubeleid via
vergunningen.
Ook burgers kijken nu anders tegen het milieubeleid aan dan vroeger.
Mensen willen een schone en veilige leefomgeving en verwachten dat de
overheid dat regelt. Ze willen ook best een bijdrage leveren aan een
beter milieu, maar wel op voorwaarde dat de overheid anderen dwingt
dat ook te doen. Er zijn duidelijke grenzen aan de offerbereidheid van
mensen. Het milieubeleid moet efficiënt zijn en niet tot onnodige
kosten of minder comfort leiden.
Toekomstagenda Milieu
De context is helder. Maar wat gaan we concreet doen? En hoe? In de
Toekomstagenda Milieu, die op 21 maart naar de Tweede Kamer gaat, zal
ik aangeven hoe we komend jaar het beleid zullen aanpassen en
vernieuwen. Ik licht alvast een tipje van de sluier op.
Een beter regelende overheid
Ten eerste moet de regelgeving beter.
* Verbetering van uitvoering en toezicht: onnodige irritatie bij
bedrijfsleven en burger moet worden voorkomen.
* Beter omgaan met Europese besluitvorming: het Kabinet wil zich er
nog meer voor inspannen dat Nederlandse belangen beter worden
gediend;
* Een nuchtere afweging van kosten en baten: de afweging van kosten
en baten door de overheid moet duidelijker worden gemaakt.
Kosteneffectieve realisering van milieudoelen staat voorop.
* Meer samenhang tussen milieu- en ruimtelijk beleid
* Een actieve betrokkenheid bij mondiale milieuproblemen
Ruimte voor gezonde groei
Ten tweede wil ik ruimte maken voor gezonde groei. Het bedrijfsleven
neemt een sleutelpositie in. Het nieuwe milieubeleid geeft bedrijven
de ruimte om hun verantwoordelijkheid voor milieuvraagstukken te
nemen. Er moet een klimaat ontstaan van innovaties en investeringen
die bijdragen aan een gezond milieu en een duurzame samenleving.
Het Kabinet wil:
* Werken aan beleid vanuit een lange termijn perspectief: zodat het
bedrijfsleven gemakkelijker keuzes kan maken bij het doen van
milieu-investeringen.
* De kansen die milieuverbetering biedt voor economische groei,
beter benutten;
* Meer verantwoordelijkheden voor milieuverbetering leggen bij het
bedrijfsleven
Het milieubeleid dichterbij de burger
Ten derde moet de kloof tussen burger en milieubeleid worden
verkleind. Enerzijds is het milieubeleid gericht op essentiële zaken
dicht bij huis - zaken als veiligheid en gezondheid, of het leefmilieu
in onze wijken. Anderzijds op de huidige en toekomstige leefbaarheid
van onze planeet. Zaken die ons allemaal raken. Toch is de afgelopen
jaren de afstand tussen burger en milieubeleid gegroeid.
Om het milieubeleid weer dichter bij de burger te brengen, wil het
Kabinet:
* Burgers beter betrekken bij beleid, zodat dat beter aansluit bij
hun wensen, opvattingen en mogelijkheden
* Het milieubeleid ook richten op de directe leefomgeving dichtbij
huis
* Anders communiceren over het beleid: meer uitleg over de
achtergronden van beleid, beter toelichten van veranderingen, en
uitgaan van de informatiebehoefte van burgers.
Dat zijn de drie lijnen waarlangs de modernisering van het
milieubeleid lopen zal. Betere regelgeving, ruimte voor gezonde groei
en verkleining van de afstand tussen burger en beleid. In de
Toekomstagenda Milieu werk ik ze nader uit. U zult dus nog een geduld
moeten hebben. Maar vandaag ga ik graag alvast met u in debat.
Ik dank u wel.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer