Gerechtshof Arnhem
Uitspraak in de fraudezaak bij Aegon Nederland NV
Op woensdag 22 februari 2006 heeft het hof uitspraak gedaan in de
strafzaak tegen V., de voormalig financieel directeur van Aegon
Nederland N.V., en zijn medeverdachte T. Het hof acht bewezen dat zij
beiden zich op grote schaal ten nadele van Aegon hebben schuldig
gemaakt aan valsheid in geschrift en verduistering van gelden. De
onttrokken gelden zijn voor privé-doeleinden aangewend. Het hof
heeft, overeenkomstig de eis van de advocaat-generaal, V. veroordeeld
tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren en T. tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren en zes maanden. De raadsman
van V. heeft betoogd dat de aangifte van Aegon slechts tot doel had om
op een goedkope manier van V. af te komen en om de verzekeraar van
Aegon tot uitkering te bewegen van een groter bedrag aan
schadeloosstelling dan het werkelijk gefraudeerde bedrag. Het hof
vindt voor dit betoog geen enkele feitelijke grondslag.
Feiten
Verdachten hebben zich samen gedurende een aantal jaren schuldig
gemaakt aan een omvangrijke professionele fraude, waarbij V. in
ernstige mate misbruik heeft gemaakt van zijn sleutelpositie van
financieel directeur bij Aegon Nederland N.V. Daarnaast heeft V. ook
misbruik gemaakt van zijn specifieke beroepsdeskundigheid als
registeraccountant. Hierdoor heeft hij niet alleen op grove wijze de
financiële belangen van zijn werkgeefster benadeeld maar ook het
vertrouwen van de samenleving in de verzekeringswereld geschaad. Het
totale nadeel is door Aegon in haar aangifte becijferd op bijna 40
miljoen gulden, ofwel 18 miljoen euro. Het hof is zich ervan bewust,
dat Aegon Nederland N.V. een aanmerkelijk risico van reputatieschade
heeft genomen door ervoor te kiezen aangifte te doen en de door haar
geconstateerde fraude niet slechts intern af te doen. Door het doen
van aangifte heeft Aegon Nederland N.V. bijgedragen aan de
instandhouding van de integriteit van het bedrijfsleven in het
algemeen en de verzekeringsbranche in het bijzonder.
T. heeft in nauwe samenwerking met V. aan de fraude meegewerkt. Hij
heeft gefingeerde notaâs aan Aegon opgestuurd en hij heeft daarmee via
zijn ondernemingen onrechtmatig gelden van Aegon weggesluisd.
Overwegingen straftoemeting
Vorenstaande feiten rechtvaardigen een langdurige onvoorwaardelijke
gevangenisstraf. Het hof heeft de duur enigszins gematigd op grond van
het feit dat verdachten door deze affaire ernstig zijn aangetast in
hun maatschappelijke positie. Verder zullen verdachten geconfronteerd
worden met verhaalsacties op hun huidige en toekomstige vermogen.
Anders dan de rechtbank vindt het hof bovendien aanleiding om bij de
straftoemeting ten voordele van T. enig verschil te maken tussen de
beide verdachten. Weliswaar hebben zij als medeplegers gehandeld en
was er tussen hen sprake van een fifty-fifty verdeling van de aan
Aegon onttrokken gelden, maar het hof ziet V. als de initiator van en
het brein achter de fraude.
Gelet op de ernst van de feiten is een deels voorwaardelijke
gevangenisstraf met daaraan eventueel gekoppeld de bijzondere
voorwaarde van elektronisch toezicht niet aan de orde.
LJ Nummers
AV2321
AV2319
Bron: Gerechtshof Arnhem
Datum actualiteit: 22 februari 2006 Naar boven