VROM NEEMT VNG-LUCHTPLAN GROTENDEELS OVER
Het VNG- alternatief op de conceptwet Luchtkwaliteit van VROM lijkt op
onderdelen overgenomen te worden. Dat bleek tijdens het bestuurlijk
overleg op 21 februari met de ministers Dekker, Peijs en
staatssecretaris Van Geel, het Interprovinciaal Overleg en de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
De nieuwe wet Luchtkwaliteit moet op termijn het huidige Besluit
luchtkwaliteit vervangen. Het kabinet wil half maart het wetsvoorstel
Luchtkwaliteit naar de Tweede Kamer sturen.
Schaalgrootte nationaal programma
De wet en de invoering van een nationaal samenwerkingsprogramma
luchtkwaliteit (NSL) draagt niet alleen bij aan een schonere lucht,
maar moet ook meer ruimte bieden aan lokale en regionale
ontwikkelingen. In het wetsvoorstel van VROM wordt zowel een nationale
als een regionale programma-aanpak bepleit. Luchtkwaliteit is echter
een nationaal probleem, dat alleen kan worden opgelost als overheden
samenwerken en gezamenlijk maatregelen nemen. De VNG stelt voor een
nationaal programma uit te werken, dat vanuit de regio wordt
opgebouwd. In het overleg is afgesproken dat deze nationale benadering
in het wetsvoorstel wordt overgenomen, tenzij bij de verdere
uitwerking blijkt dat voor een specifieke regio het regionale
programma voordelen heeft. Hierover komt binnen drie weken
duidelijkheid.
Flexibiliteit
In het voorstel van de VNG worden projecten niet individueel en
bindend benoemd. In de bindende delen van het programma zelf worden de
voorziene ontwikkelingen in hun geheel opgesomd. Belangrijk hierbij is
dat projecten die een negatief effect hebben op de luchtkwaliteit
worden gecompenseerd met een pakket van maatregelen. Op deze wijze
ontstaat flexibiliteit terwijl ook de grenswaarden worden behaald.
Over deze flexibiliteit bestaat tussen de partijen overeenstemming.
Door deze flexibiliteit krijgt het programma een meer beleidsmatig en
bestuurlijk karakter. Op basis van juridische adviezen willen de
bewindslieden afzien van een rechtsbescherming tegen het plan. De VNG
heeft daarbij gewezen op risicos die daarmee ontstaat bij de
besluitvorming bij concrete projecten. Om die reden is afgesproken dat
het programma toch vooraf via een voorlichtingsadviesvraag- voorgelegd
wordt aan de Raad van State.
Toetsing van individuele projecten
De VNG is van mening dat bij een programma-aanpak het niet meer nodig
is om besluiten over nieuwe projecten afzonderlijk te toetsen aan de
grenswaarden. Immers de effecten van te verwachten nieuwe projecten
zijn bij de opstelling van het programma en bij het bepalen van het
pakket van reducerende maatregelen in kaart gebracht. Afgesproken is
dat deze nieuwe projecten marginaal getoetst moeten worden in hoeverre
deze onderdeel van het programma zijn. Dit wordt nog verder
uitgewerkt.
Kleinere projecten hoeven in zijn geheel niet meer getoetst te worden.
Het gaat daarbij om projecten die leiden tot een maximale toename van
3% van de luchtverontreiniging. De VNG heeft erop aangedrongen dat
deze grens wordt genoemd in het wetsvoorstel. VROM zal deze
mogelijkheid bezien.
Financiële bijdrage aan gemeenten voor maatregelen
Ter bestrijding van luchtverontreiniging voor de grote
overschrijdingsgebieden is een verdeling gemaakt voor de eerste
tranche van de 100 miljoen voor regionale en lokale maatregelen ter
verbetering van de luchtkwaliteit. De grootste regios krijgen een
basisbedrag van 5 miljoen per regio voor maatregelen. Voor de andere
regios is een basisbijdrage beschikbaar op basis van het
inwoneraantal. Naast het basisbedrag van 5 miljoen per regio is er
voor de inzet van extra ambtelijke capaciteit -ca 100.000- 150.000 per
regio- beschikbaar.
Onderzoek naar de uitvoeringskosten voor gemeenten loopt nog. In het
Overhedenoverleg dat twee jaarlijks plaatsvindt zal hierover nader
besluitvorming plaatsvinden.
Vereniging Nederlandse Gemeenten