Gemeente Ede

nummer 037 / Ede, 21 februari 2006

Gemeente en schoolbesturen sluiten convenant
Convenant spreidingsbeleid nu voor heel Ede Stad

De gemeente en de schoolbesturen van het openbaar, protestants-christelijk en katholiek onderwijs (PROO, CNS, SKOVV) hebben overeenstemming bereikt over het Convenant Spreidingsbeleid Onderwijs. Dit Convenant is een vervolg op het convenant dat in 2002 gesloten is voor de wijk Veldhuizen. Het doel van het convenant is om te komen tot een evenredige verdeling van allochtone en autochtone leerlingen over de verschillende basisscholen binnen de wijk.

Op basis van de ervaringen met het vorige convenant en gezien de landelijke ontwikkelingen wordt nu een nieuw convenant ondertekend dat geldt voor Ede-stad. Het bevat verschillende afspraken over maatregelen die integratie in het onderwijs (van achterstandsleerlingen) bevorderen.

De doelstellingen van het convenant zijn te komen tot een afspiegeling van de wijk op de basisscholen, het tegengaan en voorkomen van negatieve effecten van een onevenwichtige spreiding van autochtone en allochtone leerlingen en het bevorderen van de sociale integratie binnen het onderwijs.

Voorlichting aan ouders over peuterspeelzaalbezoek en bewuste schoolkeuze is een belangrijke maatregel die de integratie helpt te bevorderen. De gemeente wil ook in 2006 het project onderwijsvoorlichting continueren. Vorig jaar is ervaring opgedaan met dit project waarbij voorlichters van allochtone afkomst individuele voorlichting geven aan (allochtone) ouders met kinderen in de leeftijd van 1½ tot 4 jaar. Deze voorlichting gaat over peuterspeelzalen en schoolkeuze in de wijken Veldhuizen, Kernhem en de Maandereng. Het doel van deze voorlichting is;

* het verstrekken van informatie over de peuterspeelzalen en/of basisscholen;

* het stimuleren van peuterspeelzaalbezoek;
* stimuleren van een bewuste en tijdige schoolkeuze door ouders.

Eén van de belangrijkste resultaten van het project is dat de voorlichters gezinnen bereikten die de scholenconsulent nooit bereikt zou hebben. Dit komt doordat de voorlichters de voorlichting in de eigen taal kunnen geven en dat dit in een één-op-één situatie thuis gebeurt. Een aantal speelzalen merkt dat het aantal aanmeldingen is toegenomen en sommige schooldirecteuren merken dat ouders hun kind eerder aanmelden. Daarnaast ontstaat er door de huisbezoeken ook een beter beeld van de informatiebehoeften van met name allochtone ouders.
---