Nederlandse Vereniging van Journalisten
Voorstellenbrief CAO Publieke Omroep 2006
(21 februari 2006)
Op woensdag 1 maart willen we graag met jullie overleggen over
bijgaande cao-voorstellen.
Dat kan tussen 12.45 - 14.00 in het Ned 3 gebouw in de vergaderzaal
boven de receptie
en tussen 17.00 en 18.00 uur in de Willem Vogtzaal in het AKN gebouw
Inleiding
Het jaar 2006 zal in alle opzichten een spannend jaar worden voor de
publieke omroep. De Raad van Bestuur lijkt er alles aan gelegen om het
programmeringsmodel met ingang van september te introduceren. De
politiek in Den Haag moet knopen doorhakken over de toekomst van de
publieke omroep. Daarbij is het de vraag of het voorstel van
staatssecretaris Medy van der Laan wordt uitgewerkt in een
wetsvoorstel. Ook blijft het een onzekere factor wat nieuwe spelers
(tweede zender van Talpa, themakanalen, etc.) voor invloed hebben op
de marktaandelen en reclame-inkomsten.
Dit jaar is ook de financiering van de regionale omroepen veranderd.
Voortaan zal de financiering lopen via de provincies. Dat heeft al
heftige discussies opgeleverd bij provinciale besturen. Hierbij is het
de vraag of de toegezegde reële indexering ook daadwerkelijk wordt
doorgevoerd en of de provinciebesturen de verleiding om zich direct te
bemoeien met de programma's, kunnen weerstaan.
Het gaat veelal over macht, geld en programma's. Vaak wordt vergeten
dat die programma's gemaakt moeten worden. Directeuren die klagen over
de grote kostenpost die het personeel op de begroting inneemt lijken
zich daarbij niet te realiseren dat juist dat personeel de toegevoegde
waarde levert.
De NVJ is niet blind voor de problemen waarmee de publieke omroep
wordt geconfronteerd. Wel stelt zij dat juist de programmamakers
direct met de gevolgen worden geconfronteerd. De afgelopen jaren heeft
het personeel een pas op de plaats gemaakt. Nog een jaar van stilstand
of achteruitgang is niet verantwoord. Verbetering van de
arbeidsvoorwaarden en werkzekerheid zullen dit jaar belangrijke
pijlers moeten zijn. Deels zal dat in de lopende discussie over de
modernisering van de CAO moeten worden gerealiseerd.
De publieke omroep wordt niet alleen met bezuinigingen geconfronteerd.
De komende jaren zullen door veranderingen in pensioenregelingen
gelden vrij komen die volgens de NVJ onverkort in de
arbeidsvoorwaarden teruggestopt moeten worden.
De publieke omroep is erbij gebaat - zeker op langere termijn - dat
wordt ingezet op kwaliteit en niet op kwantiteit; ook op het terrein
van de arbeidsvoorwaarden. Het is daarbij essentieel dat er één CAO
blijft voor de gehele publieke omroep.
Werk
Wil de publieke omroep in de toekomst kunnen overleven dan zal
geïnvesteerd moeten worden in jong talent. Nú is dat juist de
categorie die met tijdelijke contracten als eerste op straat staat als
er bezuinigd moet worden. Aan de andere kant zien ook wij een grote
opeenhoping van personeel dat uitgegroeid is. De publieke omroep zal
de doorstroming moeten verbeteren en meer in willen zetten op jonge
instroom. Bij reorganisaties kan dan evenwichtiger gesneden worden en
hebben de mensen van wie de functie komt te vervallen een betere
rechtspositie.
In de CAO moet de onafhankelijke positie van de journalisten beter
verankerd worden. Medewerkers van journalistiek-informatieve
programma's moeten onder een redactiestatuut vallen. Het statuut zal
tenminste de volgende elementen moeten bevatten:
1. Omschrijving van doel en identiteit. Hierin worden ondermeer de
uitgangspunten van het programma omschreven.
2. Journalistieke onafhankelijkheid.
3. Journalistieke eindverantwoordelijkheid en eindbevoegdheid.
4. Medezeggenschap programmamedewerkers.
5. Rechten en plichten van programmamedewerkers.
Daarnaast zal de klankbordgroep van programmamakers voor de Raad van
Bestuur verankerd moeten worden.
Beloning
Een goede beloning is een waarborg om goed gekwalificeerde krachten in
de publieke omroep aan het werk te krijgen en te houden.
Omroepjournalisten worden ten opzichte van vergelijkbare functies nog
altijd slechter beloond. Verdere achteruitgang zou het aanzien van het
vak ernstig schaden. In het verleden is soms fel gestreden om een goed
en bij het journalistieke werk passend salaris te krijgen. Een goede
salariëring moet daarbij vanzelfsprekend zijn, de hoge eisen die
tegenwoordig aan het vak worden gesteld rechtvaardigen dat ten volste.
Gekwalificeerd journalistiek werk kan bijvoorbeeld zeker zo belangrijk
zijn als het werk van journalistiek management en dat moet ook in de
salariëring tot uitdrukking kunnen komen. Een goede beloning zal
verankerd moeten worden in de nieuwe CAO-afspraken. Daarbij moeten
afspraken worden gemaakt over een loongebouw dat medewerkers niet
uitsluitend op leidinggevende competenties beloond. Juist het
vakinhoudelijke aspect moet daarbij maatgevend zijn.
Voor het jaar 2006 zal er sprake moeten zijn van een structurele
verbetering van de lonen. Te lang is er te weinig groei in het inkomen
geweest, mede vanwege de door de rijksoverheid opgelegde loonmatiging.
De lasten - in het bijzonder voor ziektekosten en energie - zijn
echter fors toegenomen. Dat heeft uiteindelijk een flinke daling van
het besteedbaar inkomen tot gevolg gehad. Derhalve zal een structurele
loonsruimte van 3 procent (waarvan 2 procent loonsverhoging)
waarschijnlijk de inflatie minimaal compenseren.
Gezond werken
Goede arbeidsomstandigheden zijn van levensbelang. De NVJ wil met
afspraken bevorderen dat mensen hun werk zonder risico en met plezier
kunnen doen. Dat kan het ziekteverzuim verminderen. In de CAO
2004/2005 zijn afspraken gemaakt over de loondoorbetaling bij ziekte.
Toen is afgesproken dat in eerste instantie het eerste jaar tot 100
procent wordt aangevuld en het tweede jaar tot 70 procent. Daarnaast
is afgesproken dat deze regeling zouden worden herzien als in een
groot deel van de afgesloten CAO's tot andere afspraken zou zijn
gekomen. Uit de Najaarsrapportage van het ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid blijkt dat in 22 van de 70 onderzochte CAO's de
loondoorbetaling over twee ziektejaren uitkomen boven de 170 procent
indien de werknemer zich voldoende inzet om weer aan het werk te gaan.
In 25 akkoorden is de doorbetaling zonder meer hoger dan 170 procent.
Het voorstel is dan ook om de gemaakte afspraak als volgt te herzien:
Bij ziekte zal het eerste jaar tot 100 procent worden doorbetaald. Het
tweede jaar zal ook tot 100 procent worden doorbetaald als de
medewerker actief meewerkt aan reïntegratie of als de arbo-arts
aangeeft dat er geen enkel uitzicht op herstel is.
De gevolgen per 2006 van de invoering van de WIA, de nieuwe WAO,
kunnen onverwacht ingrijpend zijn. De nieuwe wetgeving is er op
gericht om tijdens of na de eerste twee ziektejaren volledig, dan wel
voor een deel, in het arbeidsproces terug te keren. De NVJ wil daarom
met werkgevers nadere afspraken maken over reïntegratie na de twee
ziektejaren. Voor de werknemers die tot 35 procent arbeidsongeschikt
zijn moeten werkgevers zich tot het uiterste inspannen om deze
werknemers in dienst te houden. De NVJ wil voor deze groep een
aanvulling tot minimaal 70 procent van het bij arbeidsgeschiktheid
verdiende salaris.
Voor de werknemer die na twee ziektejaren tussen de 35 procent en 80
procent arbeidsongeschikt is, moet volgens de NVJ de werkgever
gedurende een jaar werk garanderen tot 100 procent van de resterende
verdiencapaciteit. Gedurende het eerste WGA-jaar (regeling
werkhervatting gedeeltelijk arbeidsongeschikten) wil de NVJ over het
arbeidsongeschiktheidsdeel aanvulling tot 70 procent ongemaximeerd. De
NVJ wil in CAO afspraken vastleggen dat ter ondervanging van scherpe
inkomensachteruitgang door een zogeheten WGA-gat er voorts een
faciliteit met een verzekeringsoptie zal worden aangeboden aan
werknemers.
Freelancers
De teruggang in vaste arbeidscontracten heeft tegelijk een groei in
het aantal freelancers tot gevolg. De positie van de freelancers kan
verbeterd worden door de voor vaste medewerkers afgesproken regelingen
toegankelijk te maken voor deze groep. Vanzelfsprekend geldt ook voor
deze groep als credo het behoud van een goede beloning.
Kostenbesparingen worden te snel afgewenteld op freelancers. Uiteraard
wil de NVJ niet treden in de vrije markt die gegarandeerd moet
blijven. Maar ook hier geldt dat de NVJ kiest voor kwaliteit en in
mindere mate voor kwantiteit. Bodemtarieven, bijvoorbeeld de
HOCO-tarieven, dienen opgenomen te worden in de CAO.
Tenslotte
Te vaak wordt gesteld dat medewerkers hun motivatie niet moeten halen
uit loonsverhogingen. Maar daarmee is het omgekeerde ook niet de
waarheid. Omroepjournalisten zijn zich als geen ander bewust van de
moeilijke situatie waarin de publieke omroep zich bevindt. Daar hebben
zij de afgelopen jaren ook flinke offers voor geleverd. Veelal wordt
ervaren dat de medewerkers de sluitpost zijn van de begroting.
Dagelijks verandert het vak. Crossmediale ontwikkelingen, technische
vernieuwingen en steeds hoger liggende ambities maken het vak er niet
makkelijker op. Waardering zal niet uitsluitend met woorden worden
uitgedrukt, goede arbeidsvoorwaarden horen daar ook bij.