Inhoud van de pagina:
Opinie 06: `Het zou schandalig zijn als de Zuiderzeelijn niet doorgaat'
DIRK STRIJKER EN JOUKE VAN DIJK, RUIMTELIJKE WETENSCHAPPEN
Binnenkort debatteert de Tweede Kamer met het kabinet over de
Zuiderzeelijn die het Noorden met de Randstad moet gaan verbinden.
Alle signalen wijzen erop dat het kabinet van de spoorlijn wil afzien,
zeggen Dirk Strijker, hoogleraar Plattelands-ontwikkeling en Jouke van
Dijk, hoogleraar Regionale arbeidsmarktanalyse aan de RUG. Dat zou een
schandaal zijn, vinden zij. `Na vijftig jaar praten moet die spoorlijn
eindelijk eens worden aangelegd.'
Over de constructie van een directe spoorverbinding tussen
Noord-Nederland en de Randstad wordt al gesproken sinds de aanleg van
de Afsluitdijk, meer dan een halve eeuw geleden. Sinds enkele jaren
moet het plan voor de Zuiderzeelijn, een snelle spoorverbinding tussen
Amsterdam/Schiphol en Groningen door de polders, uitkomst bieden. In
het verleden heeft het kabinet toegezegd dat de verbinding er zou
komen. Het huidige kabinet lijkt die toezegging te willen intrekken.
Koudwatervrees
Het Noorden lijkt slachtoffer te worden van de koudwatervrees van de
politiek na de rampzalig verlopen aanleg van de Betuwelijn, denken
Strijker en Van Dijk. Geheel onterecht, want de Zuiderzeelijn is niet
met de Betuwelijn te vergelijken. `Dit tracé kent relatief weinig
kanalen, bruggen en bebouwing waarvoor dure tunnels moeten worden
gebouwd. Het ligt volledig langs de snelwegen A6 en A7 en levert niet
veel extra horizonvervuiling op', zegt Strijker. `De financiering van
het project is zo vormgegeven dat het risico bij private partijen
ligt. Het Rijk heeft namelijk een vaststaand bedrag toegezegd. De
private partijen draaien op voor de kosten die daar bovenop komen.'
Het kabinet moet besluiten tot aanleg, omdat de omstandigheden nú nog
gunstig zijn, vindt Strijker. `Als die spoorlijn wordt afgeblazen,
begint de discussie morgen weer. Dan kunnen we de verbinding beter nu
aanleggen. Het wordt een stuk moeilijker als we dat over twintig jaar
doen. Het tracé is nu nog keurig leeg gehouden. En het Rijk, de
noordelijke provincies en de betrokken gemeentes hebben nu nog geld
apart gelegd voor de spoorlijn. Los daarvan, de Zuiderzeelijn is een
duidelijk ontbrekende schakel in het Nederlandse spoornetwerk. Kijk
maar op de kaart.'
Het kabinet hoeft niet per se te besluiten voor de aanleg van een
magneetzweefbaan. Een hogesnelheidslijn voldoet ook, zegt Van Dijk.
Hogesnelheidstreinen worden namelijk steeds sneller. In ieder geval
moet de reistijd tussen Groningen en de Randstad substantieel worden
verkort. `Het is toch belachelijk dat Parijs-Rotterdam drie uur duurt,
maar dat het van Rotterdam naar Groningen óók weer drie uur duurt? Een
reistijd van minder dan anderhalf uur moet te realiseren zijn.'
Negatief besluit
Het lijkt wel alsof het kabinet naar een negatief besluit over de
spoorlijn toewerkt, menen Strijker en Van Dijk. De regering geeft
opdracht tot het ene na het andere onderzoek en stelt irreële eisen.
Zo zou de spoorlijn van cruciaal belang moeten zijn voor de
economische ontwikkeling van het Noorden. Een eis waaraan volgens een
kritisch rapport dat het Centraal Planbureau (CPB) onlangs uitbracht,
niet wordt voldaan. Maar volgens Van Dijk stelt het kabinet een
vreemde eis. `Met die redenering kan je elke spoorlijn afkraken. Als
de spoorlijn Utrecht-Amsterdam verdwijnt, blijft de economie ook
gewoon draaien.'
De deskundigen bespeuren een zeker vooroordeel ten gunste van de
Randstad. `Het kabinet denkt teveel vanuit de Randstad', zegt Van
Dijk. `Economische investeringen in de Randstad zouden meer rendement
opleveren. Dat klopt niet. Juist in het Noorden is wegens de relatieve
economische achterstand nog veel groei te realiseren. In de Randstad
loop je nu op tegen de grenzen van de groei.'
Goedmakers
Strijker en Van Dijk krijgen het gevoel dat het kabinet het Noorden nu
met goedmakers voor het uitblijven van de spoorverbinding probeert te
compenseren. `Ze beloven meer geld voor het openbaar vervoer in het
Noorden, uitbreiding van de Hanzelijn (die via Zwolle loopt), meer
geld voor de agro-industrie, stimulering van de kenniseconomie in het
Noorden: het zijn allemaal goedmakers', zegt Strijker.
Het Noorden moet zich niet laten afkopen door zulke alternatieven,
zegt Van Dijk. `Daar moeten we niet in tuinen. Laten we nou maar eens
een spoorlijn aanleggen en niet nog vijftig jaar praten.'
Curriculum Vitae
Dirk Strijker (1953) is bijzonder hoogleraar Plattelandsontwikkeling
bij de Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen van de RUG, de S.L.
Mansholtleerstoel. Hij studeerde economie in Groningen en is sinds
1988 docent aan de RUG. In 2000 promoveerde Strijker aan de
Universiteit van Amsterdam op een proefschrift over regionale
verschillen in de Europese landbouw. Strijker is expert op het gebied
van de plattelandsontwikkeling en het Europese landbouwbeleid.
Jouke van Dijk (1956) is hoogleraar Regionale arbeidsmarktanalyse bij
de Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen. Hij studeerde economie in
Groningen en is sinds 1981 verbonden aan de RUG. In 1986 promoveerde
hij aan de RUG op een proefschrift getiteld Migratie en Arbeidsmarkt.
Van Dijk is expert op het terrein van arbeidsmarktvraagstukken en
regionale economie. /RC
Informatie
prof.dr. Jouke van Dijk, e-mail jouke.van.dijk@rug.nl en prof.dr. Dirk
Strijker, e-mail d.strijker@rug.nl , tel. (050) 363 38 97
Rijksuniversiteit Groningen